Bonger, Andries (1861-1936)

 
English | Nederlands

BONGER, Andries (1861-1936)

Bonger, Andries, assuradeur en collectioneur (Amsterdam 20-5-1861 - Amsterdam 20-1-1936). Zoon van Hendrik Christiaan Bonger, commissionair en assuradeur, en Hermina Louise Weissman. Gehuwd op 3-5-1888 met Anna Maria Louise van der Linden. Na haar overlijden (7-11-1931) gehuwd op 9-4-1934 met Françoise Willemina Maria barones Van der Borch van Verwolde. Uit beide huwelijken werden geen kinderen geboren.

Bonger kreeg, na een kleurloze, herhaaldelijk door hemzelf als hard gekenschetste jeugd, waarin hij in Amsterdam de Franse school en de Handelsschool doorliep, in november 1879 de kans zich, buiten bereik van de vaderlijke tucht, in vrijheid te ontplooien. Hij vertrok toen naar Parijs, waar hij tot in 1892 werkte op een commissionairskantoor. Zijn eenzaamheid in die stad werd dragelijk toen hij toegang kreeg tot de woning van Conrad Busken Huet, met wie en met wiens enige zoon, Gideon, hij een hechte vriendschap sloot. In een brief aan mevrouw A.L.G. Bosboom-Toussaint, van 12 maart 1881, noemde Huet Bonger: 'Een knappe jongen op mijn woord, die Lessing, Sainte-Beuve en Shelley leest.' ledere zondagmorgen bezocht Bonger het Louvre, later daarbij vaak vergezeld door Theo van Gogh, die hij in 1882 leerde kennen. In 1885 logeerden de vrienden enkele dagen in de pastorie van Nuenen, waar Bonger kennismaakte met Vincent, die hij bijna dagelijks zou zien toen Vincent van februari 1884 tot februari 1886 in Parijs verbleef. In 1889 trad Bongers zuster met Theo in het huwelijk, zodat Bonger in 1890 emotioneel zeer betrokken raakte eerst bij de dood van Vincent en een half jaar later bij die van Theo. Op de begrafenis van Vincent maakte Bonger kennis met de schilder Emile Bernard; van 8 november 1891 dateert de kennismaking met Odilon Redon. De met deze kunstenaars aangeknoopte vriendschapsbanden zouden slechts door de dood verbroken worden.

Het aanbod van de assurantiefirma W.E. Mercier te Amsterdam om chef en te eniger tijd firmant te worden, deed Bonger in 1892 Parijs verlaten. Eerst vestigde hij zich te Hilversum, waar literatoren als Lodewijk van Deyssel en Johan de Meester bij hem over de vloer kwamen, in 1899 verkoos hij Amsterdam als woonplaats en in 1913 betrok hij, met zijn eerste vrouw, de voor hen in Aerdenhout gebouwde villa De Duindoorn. In 1918 leerde hij de letterkundige Frans Erens kennen, met wie hij tot diens dood in 1935 in briefwisseling zou blijven. Een geregelde correspondentie onderhield hij ook met Bernard en Redon. Over en weer bezochten deze vrienden elkaar. Bongers maatschappelijke positie was niet gering: hij waslid van de verzekeringsfirma's W.E. Mercier en Sickler, Bonger & Co. en directeur van de verzekeringsmaatschappij "De Zee" van 1884. Ook was hij jarenlang voorzitter, ten slotte erevoorzitter, van de Vereniging van Assuradeuren. Toen onder zijn voorzitterschap de grondslagen waarop hier te lande het zeeverzekeringsbedrijf berustte, nagenoeg geheel werden herzien, kwam zijn grote kennis van het zeerecht hem daarbij zeer te stade.

Bonger zal echter de geschiedenis ingaan als collectioneur van schilderijen van Bernard, Van Gogh en Cézanne, maar bovenal van het volledige litografisch werk van Redon, welke vriend hem in 1916 ontviel. Zijn toen al internationaal bekend geworden schilderijenverzameling stelde hij, tot zijn levenseinde, keer op keer toegankelijk voor belangstellenden die hem met dit oogmerk uit binnen- en buitenland kwamen opzoeken.

In 1924 keerde Bonger terug naar Amsterdam, waar in 1931 zijn vrouw overleed. De opnieuw ingetreden eenzaamheid was haast ondragelijk. In 1934 werd te Rome, een stad die hij toen voor de eerste maal bezocht, zijn tweede huwelijk gesloten, dat nog geen volle twee jaren duren mocht.

A: Het overgrote deel van de collectie bevindt zich thans in particulier bezit. Brieven van Odilon Redon aan A. Bonger in de bibliotheek van het Prentenkabinet van het Rijksmuseum te Amsterdam.

L: H.F. Asser, in Het verzekerings-archief 17 (1936) II, 16; F.W.M. Bonger-van der Borch van Verwolde, in Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden 1936- 1937. Levensberichten 112-122; Odilon Redon. [Tentoonstelling in het] Gemeentemuseum, Den Haag, 3 mei-23 juni 1957. [Met inl. van Vitale Bloch, F.W.M. Bonger-van der Borch van Verwolde. 's-Gravenhage, 1957]; André Bonger en zijn kunstenaarsvrienden Redon, Bernard, Van Gogh. Tentoonstelling 6 juni - 6 aug. 1972, Rijksmuseum Amsterdam. [Inl. door K.G. Boon. Red. cat.: I.M. de Groot et al. Amsterdam, 1972]; Harry G.M. Prick, Een weefsel van overpeinzingen. Causerie over Frans Erens in diens briefwisseling met Andries Bonger (Nijmegen, 1986); Suzy Lévy, Lettres inédites d'Odilon Redon à Bonger, Jourdain, Viñes... (Paris, 1987).

Harry G.M. Prick


Bovenstaande biografie weerspiegelt de stand van het onderzoek tot aan het jaar van publicatie in het gedrukte deel van het BWN. Dit jaar is hieronder weergegeven. Alle daarna verschenen literatuur is niet in de tekst verwerkt en wordt evenmin vermeld in de literatuuropgave (onder L).

Oorspronkelijke versie opgenomen in: Biografisch Woordenboek van Nederland 3 (Den Haag 1989)
Laatst gewijzigd op 12-11-2013