Bulterman, Jacques Cornelis (1909-1977)

 
English | Nederlands

BULTERMAN, Jacques Cornelis (1909-1977)

Bulterman, Jacques Cornelis (Jack), musicus-arrangeur en componist-tekstschrijver (Amsterdam 27-9-1909 - Amsterdam 27-5-1977). Zoon van Jacques Franciscus Martinus Arie Bulterman, officier bij het Leger des Heils, en Berendina Petronella Zwerus. Gehuwd op 10-5-1933 met Laura Auguste Wiedenbach. Na echtscheiding (8-4-1954) gehuwd op 26-10-1956 met Maria Elizabeth van Maaren. Na haar overlijden (10-6-1967) gehuwd op 25-11-1968 met Helmtrude Friedelinde Jacobs. Uit deze huwelijken werden geen kinderen geboren. afbeelding van Bulterman, Jacques Cornelis

Bulterman groeide op in een gezin waarin men het zendingswerk van het Leger des Heils overtuigd was toegedaan en daar ook veel tijd aan gaf. Al jong maakte hij deel uit van een evangeliserend straatorkest, daarbij naar behoeven verschillende instrumenten bespelend. Na zijn eindexamen aan de Openbare Handelsschool in Amsterdam bleef de muziek hem trekken. Eerst als amateur, in de Mixed Pickles waarvan hij pianist was, later in een eigen orkestje, de Blue Bees. Tevens schreef hij, onder pseudoniem Jacques Berghuis jr., een reeks jongensboeken met veel toekomstfantasie, waarvan Het radio-spook (Alkmaar, 1928) het bekendste werd. Korte tijd werkte Bulterman voor de Philips Persdienst, maar de muziek trok hem dusdanig dat hij zich er volledig aan ging wijden. Hij kwam in 1933 bij het orkest van John van Brück (1904-1940), waarin hij trompet speelde. Voor dit orkest maakte hij zijn eerste arrangementen en composities, maar door gebrek aan scholing bleef het grote succes vooralsnog uit. Een vroege compositie was 'Dag Schatteboutje' (1931), dat door Van Brück als herkenningsmelodie werd gekozen, maar nauwelijks aansloeg. Het werd pas jaren later populair, toen De Ramblers het in hun repertoire opnamen.

In april 1935 werd Bulterman aangenomen als tweede trompettist bij De Ramblers. Dit dansorkest onder leiding van Theo Uden Masman, sedert 1926 bestaand en sinds 1933 voor het radioprogramma van de VARA geëngageerd, genoot toen reeds veel bekendheid, al zou Jack Bulterman er in de twaalf jaren waarin hij bij het orkest bleef, door zijn composities die in het repertoire werden opgenomen, een bijzonder stempel op drukken. Zijn engagement berustte aanvankelijk op een misverstand: bij een radiouitzending van het orkest John van Brück was men onder de indruk gekomen van een trompetsolo. Door een fout werd de naam Bulterman opgegeven, zodat deze werd uitgenodigd. In werkelijkheid betrof het Sem Nijveen, die een jaar later toch ook bij De Ramblers zou komen. Bulterman kon op 1 mei 1935 in Frigge te Groningen bij De Ramblers beginnen, maar werd al na een week ontslagen, toen het misverstand gebleken was. Gelukkig voor hem en het orkest ging dit ontslag niet door, al mocht Bulterman toen niet anders dan de tweede trompettist worden. Deze functie werd in de daaropvolgende jaren meer en meer ondergeschikt aan zijn betekenis voor het orkest als arrangeur. Voor die functie bekwaamde hij zich vooral door les te nemen bij Hugo Godron, en op deze wijze werd hij mede in staat gesteld zijn composities rechtstreeks af te stemmen op wensen, capaciteiten en orkestratie van De Ramblers. Kort na zijn toetreden tot het orkest kreeg Bulterman de eerste kans zich te bewijzen, toen Coleman Hawkins, die, met het dansorkest van Jack Hylton naar Europa meegekomen, in Nederland was gestrand, omdat hij als niet-blanke geen tournee door nazi-Duitsland mocht maken. Hij ging als gast spelen bij De Ramblers, en Bulterman leverde hiervoor enkele composities, waarvan vooral 'Meditation' klassiek zou worden. Zij werden op 26 augustus 1935 en 26 april 1937 op de plaat vastgelegd met Hawkins als ster-solist.

Hoewel Jack Bulterman veel instrumenten bespeelde, vooral piano, trompet, accordeon, was hij geen groot musicus, meer technisch dan virtuoos. Maar hij was ideeënrijk, ontpopte zich steeds meer als eerste arrangeur van het orkest, schreef aan de lopende band composities en was een vaardig tekstschrijver. Hij voelde trends snel aan en ging er prompt op in. Bovendien zag hij kans voor collega's nummers 'op het lijf' te schrijven, zoals 'Swing me to sleep drummerman' voor slagwerker Kees Kranenburg, 'Steeple Chase' voor drie trompetten, 'Swinging the fiddles' voor André van der Ouderaa en Sem Nijveen, en ook ettelijke zangnummers voor Marcel Thielemans. Echte meezingers, die lange tijd op straat gefloten of geneuried zouden worden, waren bijvoorbeeld 'Mijnheer de Baron is niet thuis', 'Een heel klein huisje met een tuintje', 'Ik wil alles voor je doen', 'Het boemeltje van Purmerend', 'De Ramblers gaan naar Artis' en 'Ik heb een keukentje'. Het totaal van zijn composities loopt in de honderden.

In zijn jonge jaren was Bulterman voorbestemd voor de handel; zijn opleiding geeft dit al aan. De zakelijke geest heeft hij behouden, zodat veel liedjes van zijn hand tijdgevoelig waren, gericht op het snelle succes en geïnspireerd op andermans voorbeeld. Door er ook een (zelden of nooit gezongen) tekstje bij te flansen of een arrangement vast te leggen, verhoogde hij de auteursrechten. Tijdens de Tweede Wereldoorlog, toen ieder contact met het Engelstalige muziekleven onmogelijk was en Duitse nummers minder gewild, kreeg het eigen repertoire een kans. Bulterman greep deze en De Ramblers werden mateloos populair. Toch leek de grote winst het meest in Duitsland te zitten, waar het grote geld lokte, maar onder zware druk van Masman en collega's besloot Bulterman zich op Nederland te blijven richten, waardoor hij juist in die periode de band belangrijke composities schonk, zoals 'Va Banque', 'Roulette', 'Triple-Sec', 'Romance', 'Grand Hotel' en 'Muziek voor Mitzy'. Deze laatste melodie is geïnspireerd door Strayhorns 'A-Train'. Ze wordt internationaal nog steeds gespeeld, evenals 'Zuyderzee Blues', 'Ikongo' en andere. Van de zangnummers zijn vooral 'Wie is Loesje' en 'Weet je nog wel dien avond in den regen' klassiek te noemen.

Het einde van de Duitse bezetting bracht overigens voor De Ramblers, dus ook voor Bulterman, ernstige moeilijkheden bij de zuivering mee. Het orkest werd vooral de medewerking die het had verleend aan enkele propagandabijeenkomsten van nazi-organisaties in bezet Nederland kwalijk genomen. De Ramblers trokken naar België, waar ze in Brussel en Antwerpen speelden voor militairen van het Amerikaanse bezettingsleger als US Army Band, met zeer groot succes. In die tijd werden liefst 50 nummers op de plaat vastgelegd, 'by permission of the American authorities'. Daartoe behoorde 'Bouncin' in Bavaria', een compositie van Bulterman, die er Beierse volksmuziek in verwerkte. Dit nummer - nog altijd op het repertoire van allerlei big bands - is jarenlang herkenningsmelodie geweest van een programma van de American Forces Network in München.

In januari 1946 werd het verbod om in Nederland op te treden ingetrokken. De Ramblers konden weer voor de radio of in de zaal hun muziek ten gehore brengen. Ook Bulterman ging mee terug, maar hij bleef nog slechts korte tijd bij de band. Van 1947 af ging hij, mede in verband met persoonlijke moeilijkheden, werken in de snel opkomende grammofoonplatenindustrie, o.a. voor de Hollandsche Decca en Phonogram. Als producer zette hij zich in voor opkomende artiesten uit het populaire genre, voor wie hij arrangeerde en soms ook componeerde en die hij als coach begeleidde. Onder hen waren de Blue Diamonds, Willeke Alberti en Anneke Grönloh.

Acht jaar na de opheffing van De Ramblers (11 april 1964) ontstond een nieuwe belangstelling voor dit legendarisch geworden orkest. Directe aanleiding was de 70e verjaardag van drummer Kranenburg. Bulterman zocht een aantal oud-leden bij elkaar en vulde ze aan met enkele jongeren. Een AVRO tv-programma werd in 1972 en 1973 gevolgd door twee verzamel-LP's met bekende Ramblers-liedjes en één met instrumentale nummers, totaal 66 melodieën , waarvan er liefst 42 door Jack Bulterman waren gecomponeerd - een bewijs van de grote betekenis die hij voor De Ramblers en de Nederlandse amusementsmuziek had gehad en zou blijven behouden. Deze nieuwe studioformatie riep trouwens zoveel herinneringen en sentimenten op dat het orkest duurzamer bijeenkwam, met Bulterman als dirigent. Optredens in concertzalen kenden een verdeeld succes, maar een wekelijks radioprogramma vanuit hotel Américain in Amsterdam haalde een hoge luisterdichtheid. Dit revivalorkest bracht geen nieuwe geluiden en plagieerde zichzelf, maar vooral ouderen werden er nostalgisch door gecharmeerd.

Hoewel reeds geruime tijd gehinderd door ziekte bleef Bulterman tot zijn dood betrokken bij dit orkest, dat teerde op de reputatie van De Ramblers, waarop hij in vroeger tijd zozeer zijn stempel had gedrukt, waarvan hij later had getracht zich los te maken, maar waarmee hij blijvend zou worden geïdentificeerd.

A: Stichting Jazzarchief, Amsterdam.

P: The Ramblers Story... (Bussum, [1973]). Onder pseud. Jac. Berghuis jr.: Het radio-spook (Alkmaar, 1928); De televisie-kelder (Alkmaar, 1929); De radium-diefstal (Alkmaar, 1931); Hier Radio-Mars! (Alkmaar, 1932); Het goede spoor. Een padvindersverhaal (Alkmaar, 1933); De zweefvliegclub (Alkmaar, 1933); De roode kano (Alkmaar, 1934); Het licht op de heuvel (Alkmaar, 1935); Het monster van het IJselmeer (Alkmaar, 1935).

Discografie: The Ramblers Story [Geluidsopname]. The Ramblers o.l.v. Jack Bulterman; hoestekst Skip Voogd (1972). 1 grammofoonplaat: stereo (Decca 6419014); At The Ramblers' Balt [Geluidsopname]. The Ramblers o.l.v. Jack Bulterman; hoestekst Skip Voogd (1973). 1 grammofoonplaat; stereo (Decca 6419016); Tussen 'Mooi Holland' en 'Farewell Blues' [Geluidsopname]. The Ramblers o.l.v. Jack Bulterman; hoestekst Skip Voogd (1973). 1 grammofoonplaat: stereo (Decca 6419017); De beste van Bulterman [Geluidsopname]. Piet Zonnevelds big band; hoestekst G. den Braber (1975). 1 grammofoonplaat: stereo (Ariola 89465 ET); Nederlandsch Fabrikaat [Geluidsopname]. Het Ramblers Dansorkest o.l.v. Theo Uden Masman; hoestekst, informatie en foto o.a. Skip Voogd (Amsterdam: Stichting Granny's Records, 1980). 1 grammofoonplaat: mono (Panachord H 2002); Rambling Around [Geluidsopname]. The Ramblers o.l.v. Theo Uden Masman; hoestekst Herman Openneer (Amsterdam, Stichting Granny's Records, 1982). 1 grammofoonplaat: mono (Panachord H 2006).

L: Jazz ∓ geïmproviseerde muziek in Nederland [eindredactie: W. van Eyle] (Utrecht [etc.], 1978); 'De onuitputtelijke bron: Jackie Bulterman', in C. de Kloet en G. de Wagt, Mooi Holland? (Hilversum, 1981) 64-73; 'Theo Uden Masman', in Biografisch Woordenboek van Nederland II (Amsterdam, 1985).

I: Beeldbank van het Nationaal Archief in Den Haag [Foto: Henk Lindeboom; Collectie ANEFO; Bulterman op 14 maart 1961, tijdens de uitreiking van platinaplaten aan de Blue Diamonds].

Frans Oudejans


Bovenstaande biografie weerspiegelt de stand van het onderzoek tot aan het jaar van publicatie in het gedrukte deel van het BWN. Dit jaar is hieronder weergegeven. Alle daarna verschenen literatuur is niet in de tekst verwerkt en wordt evenmin vermeld in de literatuuropgave (onder L).

Oorspronkelijke versie opgenomen in: Biografisch Woordenboek van Nederland 3 (Den Haag 1989)
Laatst gewijzigd op 12-11-2013