Poelman, Annette Wiea Luka (1853-1914)

 
English | Nederlands

POELMAN, Annette Wiea Luka (1853-1914)

Poelman, Annette Wiea Luka, feministe (Holwierde 8-6-1853 - Amsterdam 10-2-1914). Dochter van Adriaan Louis Poelman, predikant, journalist en Tweede-Kamerlid, en Catharina Reijnders. Gehuwd op 3-4-1876 met Willem Versluijs (bekend onder de naam Versluys), uitgever. Uit dit huwelijk werden 4 zoons geboren. afbeelding van Poelman, Annette Wiea Luka

Het gezin waarin Annette Poelman in 1853 als oudste van zeven kinderen geboren werd, heeft zonder twijfel de basis gevormd van waaruit zij zich kon ontwikkelen tot de standvastige en radicale leidsvrouwe van de vrouwenbeweging die zij in de jaren '90 zou worden. Haar vader was in religieus zowel als politiek opzicht een vooruitstrevend man: als predikant en publicist introduceerde hij de moderne theologie in Groningen, in de Tweede Kamer behoorde hij tot de radicaal-liberale vleugel. Van haar moeder is helaas niet meer bekend dan dat zij haar (blinde) echtgenoot bij zijn schrijfwerk en zijn reizen naar Den Haag terzijde stond, en haar dochters streven naar vrouwenemancipatie steunde.

Zoals alle zes dochters Poelman zouden doen, leerde Annette door voor onderwijzeres, een beroep dat zij echter niet heeft uitgeoefend. In plaats daarvan trad zij in 1876 in het huwelijk met Willem Versluys (1851-1937), een gewezen onderwijzer, die zich in 1875 als boekhandelaar-uitgever in Groningen had gevestigd. Was uitgeverij Versluys in haar beginjaren vooral de uitgever van de schoolboeken en andere pedagogische werken van Jan Versluys - broer van de uitgever -, na de verhuizing van gezin en uitgeverij naar Amsterdam in 1882 verbreedde het fonds zich aanmerkelijk. Vooral toen Versluys in 1885 de uitgave van De Nieuwe Gids op zich nam, waarna vele Tachtigers hun werk bij deze uitgever lieten verschijnen. Of Annette Versluys-Poelman in deze koerswijziging, die toch eerder een ideële dan een commerciële was, de stimulerende rol speelde die haar wel wordt toegedicht, onttrekt zich aan onze waarneming. Vast staat wel dat zij nauw betrokken raakte bij het wel en wee van de culturele en politieke avant-garde die zich in en rond De Nieuwe Gids verzamelde.

In 1893 geeft Annette Versluys-Poelman gehoor aan de oproep, uitgaande van de Vrije Vrouwen Vereeniging (opgericht in 1889 door o.a. Wilhelmina Drucker), om een vereniging te vormen die zich zal gaan beijveren voor het verkrijgen van vrouwenkiesrecht. Dit was het moment om een al sinds haar meisjesjaren gekoesterd voornemen ten uitvoer te brengen: alles te doen wat in haar vermogen lag om de vrouw op alle terreinen van het maatschappelijk leven de invloed te geven die haar zo onrechtmatig door de man onthouden werd. Wanneer dan inderdaad in 1894 de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht (VvVK.) wordt opgericht, treedt Annette Versluys-Poelman niet alleen toe tot het bestuur, maar neemt zij bovendien het door geen van de oprichtsters begeerde presidium op zich. In deze functie, die zij - met uitzondering van het jaar waarin zij penningmeesteres was (1895) - tot 1903 uitoefent, bereist zij stad en land om bekendheid te geven aan het streven van de VvVK en waar mogelijk plaatselijke afdelingen op te richten, weerstaat zij de aanvallen van tegenstanders van vrouwenkiesrecht, die vooral van sociaal-democratische zijde bijzonder heftig en op de persoon gericht waren, en weet bij controverses binnen de vereniging over hete hangijzers als de rol van mannen in de VvVK of de prioriteit van algemeen (mannen)kiesrecht boven vrouwenkiesrecht steeds met succes een principieel feministisch standpunt te verdedigen.

Overtuigd dat een evenredige invloed van vrouwen in de maatschappij niet alleen nagestreefd moest worden om redenen van rechtvaardigheid en in het belang van de vrouw, maar evenzeer uit het oogpunt van burgerlijke verantwoordelijkheid en in het belang van het algemeen, overtuigd bovendien dat deze vrouweninvloed zo snel en zo breed mogelijk moest worden uitgeoefend, mengt Annette Versluys-Poelman zich als presidente van de VvVK in tal van kwesties. Zo gaat zij op audiëntie bij enkele ministers, zoals H. Goeman Borgesius en C. Lely, om de belangen van vrouwen en meisjes op de arbeidsmarkt en in het onderwijs te bepleiten, polemiseert zij herhaaldelijk in de pers (bijv. over vrouwendienstplicht in ruil voor vrouwenkiesrecht, of over de dubbele seksuele moraal), en zet zij haar achterban tot uiteenlopende acties aan (variërend van een adresbeweging voor vrouwenstemrecht in de Ned. Herv. Kerk tot steunverlening aan de boycotactie tegen Engeland wegens de Boerenoorlog). Zo ook is zij van 1901 tot 1902 lid van het oprichtingsbestuur van de Vrijzinnig Democratische Bond, die algemeen kiesrecht voor meerderjarige mannen en vrouwen als eerste punt in zijn programma opnam.

Maar haar activiteiten bleven hiertoe niet beperkt. Wanneer de uitgeverij in 1894 met tegenslag te kampen heeft, neemt Annette Versluys-Poelman een aantal werkzaamheden over. Sindsdien onderhoudt zij contact met verschillende auteurs, voert de administratie van een tijdschrift (De Levende Natuur) en de financiële administratie van het gehele bedrijf, terwijl de vele feministische uitgaven van Versluys na 1894 verraden dat ook het uitgavebeleid tot haar competentie behoorde.

Voorts is zij in 1897 medeoprichtster van de Vereeniging "Onderlinge Vrouwenbescherming" (OV), waarvan zij van 1897 tot 1898 bestuurslid, van 1901 tot 1904 presidente is. Opgericht om financiële en morele steun te bieden aan de ongehuwde moeder en haar kind, moet deze 'onderlinge vrouwenbescherming' naar de mening van Annette Versluys-Poelman gepaard gaan met een strijd tegen de dubbele moraal en voor hervorming van de huwelijkswetgeving, ja, voor algehele gelijkgerechtigdheid van de vrouw. Tegen deze radicale visie ontstaat echter tijdens haar presidium een groeiende oppositie, en teleurgesteld treedt Annette Versluys-Poelman in 1904 terug.

Na deze tien jaren van zo grote activiteit op een zo breed terrein - waarbij ook haar initiatief tot de oprichting van een vakvereniging voor vrouwelijke telefonisten (1901) nog genoemd moet worden - zij de haar resterende jaren haar krachten verdelen over de uitgeverij en het tehuis voor ongehuwde moeders en haar kinderen dat door haar toedoen in 1905 te Amsterdam werd opgericht - en dat tot op heden als Tehuis Annette voortbestaat. Initiatieven die haar sympathie hadden, konden nog wel op haar steun rekenen (zoals het Nederlandsch Wetenschappelijk Humanitair Komitee, Nederlands eerste emancipatiebeweging voor homoseksuelen), maar een afnemende gezondheid weerhield haar van werkelijke deelneming.

Annette Versluys-Poelman stierf op 10 februari 1914. Op 14 februari werd haar stoffelijk overschot naar Bremen overgebracht, om aldaar te worden gecremeerd.

A: Archief-A.W.L. Versluys-Poelman in Internationaal Informatiecentrum en Archief voor de Vrouwenbeweging (IIAV) te Amsterdam.

P: Behalve publikaties in brochures, dagbladen, reguliere en feministische tijdschriften sinds 1892: Misverstand. Rede (Groningen, 1898); Vrouwenkiesrecht. Rede (Amsterdam, 1899); 'De vrouw tegenover het maatschappelijk vraagstuk', in De vrouw, de vrouwenbeweging en het vrouwenvraagstuk. Encyclopaedisch handboek I. Onder red. van C.M. Werker-Beaujon [et al.] (Amsterdam, 1914-1918. 2 dl.) 335-342.

L: M. Cohen Tervaert-Israels, in De Amsterdammer. Weekblad voor Nederland, 15-2-1914, 22-2-1914; W. Drucker, in De Vrouw en haar Huis 9 (1914) 3 (maart) 367-368; Albert Verwey, 'Gedachtenis aan Mevr. A.W.L. Versluys-Poelman' [gedicht], in De Beweging 10 (1914) I, 225; [E. J.] Heimans en [Jac. P.] Thijsse, in De Levende Natuur 18 (1914) 481-482; Martina G. Kramers, 'Eenige onzer pioniersters die zijn heengegaan', in Gedenkboek bij het 25-jarig bestaan van de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht, 1894- 1919 [Amsterdam, 1919] 62-63; Nine Minnema, 'Annette W.L. Versluys-Poelman', in De Hollandsche Revue 24 (1919) 600-604, gevolgd door het in memoriam uit Evolutie (25-2-1914) van Wilhelmina Drucker, 604-606; Myriam Everard, 'Vier feministen en het Nederlandsch Wetenschappelijk Humanitair Komitee', in Socialisties-feministiese teksten 8. Onder red. van Selma Sevenhuijsen [et al.] (Amsterdam, 1984) 149-175; eadem, 'Het burgerlijk feminisme van de eerste golf: Annette Versluys-Poelman en haar kring', in De eerste feministische golf. Onder red. van Jeske Reys [et al.]. Jaarboek voor vrouwengeschiedenis: 6(1985) 106-137.

I: Jaarboek voor vrouwengeschiedenis: 6 (1985) 128 [Annette Versluys-Poelman in 1913; Foto: W. Versluys Uitg., Amsterdam].

Myriam Everard


Bovenstaande biografie weerspiegelt de stand van het onderzoek tot aan het jaar van publicatie in het gedrukte deel van het BWN. Dit jaar is hieronder weergegeven. Alle daarna verschenen literatuur is niet in de tekst verwerkt en wordt evenmin vermeld in de literatuuropgave (onder L).

Oorspronkelijke versie opgenomen in: Biografisch Woordenboek van Nederland 3 (Den Haag 1989)
Laatst gewijzigd op 12-11-2013