Cusance, Béatrix-Marie-Françoise de (1614-1663)

 
English | Nederlands

CUSANCE, Béatrix-Marie-Françoise de, vooral bekend als hertogin van Lotharingen (geb. Belvoir, Franche-Comté 27-12-1614 – gest. Besançon 5-6-1663), bekend om haar vriendschap en briefwisseling met Constantijn Huygens. Dochter van Claude-François de Cusance (1590-1627), officier in Spaanse dienst, en Ernestine van Withem (1592-1642). Béatrix de Cusance trouwde (1) op 6-3-1635 in Brussel met Léopold-Eugène Perrenot de Granvelle (1615-1637); (2) op 2-4-1637 in Besançon met Karel IV de Vaudémont (1604-1675), hertog van Lotharingen. Uit huwelijk (1) werd 1 dochter geboren, uit (2) 1 dochter en 2 zoons.

Béatrix was het tweede kind in een gezin met twee zoons en vier dochters. Beide zoons stierven vóór hun volwassenheid. Béatrix’ vader, baron van Belvoir en Saint-Julien, was officier in Spaanse krijgsdienst, haar moeder was afkomstig uit een voornaam Zuid-Nederlands geslacht en noemde zich vrouwe van Eigenbrakel en Geel. Ze was erfdochter van het markiezaat van Bergen op Zoom. Béatrix bracht haar eerste levensjaren door in Besançon, ten huize van haar grootmoeder Béatrix de Vergy. Vervolgens genoot ze haar opvoeding aan het Brusselse hof van de infante Isabella van Oostenrijk. Ze verloor haar vader toen zij dertien jaar oud was.

Huwelijksleven

In 1634 had Béatrix de Cusance een liefdesrelatie met hertog Karel IV van Lotharingen, een legeraanvoerder in Spaanse dienst wiens troepen berucht waren om hun plunderingen. Toen Karel Béatrix het hof maakte, was hij reeds een getrouwd man – zijn wettige echtgenote was Nicole van Lotharingen, een volle nicht. Om schande te voorkomen huwelijkte de moeder van Béatrix haar snel uit aan Léopold-Eugène Perrenot de Granvelle, prins van Cantecroix. Uit dit huwelijk werd op 15 januari 1636 een meisje geboren dat maar enkele maanden heeft geleefd. Een jaar later, op 6 februari 1637, overleed Léopold-Eugène. Slechts negen dagen later gingen Béatrix en Karel, officieel nog steeds getrouwd, in ondertrouw en op 2 april 1637 werd hun huwelijk gesloten. In het najaar van 1637 kreeg Béatrix een zoon, François. Onduidelijk was wie de biologische vader was, maar de hertog erkende het kind. Meer dan 25 jaar lang zou de moeder van Léopold-Eugène hierover rechtszaken voeren bij de Raad van Vlaanderen en de Grote Raad van Mechelen.

Van 1637 tot 1639 waren Béatrix en Karel onafscheidelijk. Gehuld in veldtenue vergezelde zij hem te paard op zijn veldtochten. In 1639 werd in Trier hun dochter Anne geboren, de latere prinses van Lillebonne. In 1642 werden Karel en Béatrix door een pauselijke bul geëxcommuniceerd, en hoewel de banvloek drie jaar later door de nieuwe paus werd opgeheven, mochten zij niet meer samenleven tot de kwestie definitief was geregeld. In de periode die daarop volgde, hadden zowel Karel als Béatrix diverse liefdesrelaties. Een van de meest spraakmakende was wel die van Béatrix met de nog zeer jonge Karel Stuart, de latere Engelse koning Karel II, die op dat moment in ballingschap in de Nederlanden verbleef. In 1648 kwamen Béatrix en Karel weer bij elkaar en uit deze korte hereniging werd op 17 april 1649 te Brussel hun zoon Charles-Henri de Vaudémont geboren. Hierna bekoelde hun relatie opnieuw en woonde Béatrix alleen op haar bezittingen in Brussel, Antwerpen en Eigenbrakel. In haar kasteel Beersel bij Brussel had zij een salon waar zij familie en vrienden ontving om mee te musiceren. In 1654 werd Karel van Lotharingen in Brussel door de Spanjaarden gearresteerd op verdenking van samenzwering met de Fransen. Hij werd afgevoerd naar Toledo waar hij vijf jaar gevangen werd gehouden.

Béatrix en Constantijn

Ondanks haar twijfelachtige huwelijksstatus genoot Béatrix de Cusance groot aanzien. Als hertogin van Lotharingen bouwde zij in de Spaanse Nederlanden een uitgebreid netwerk op van aristocratische en vooraanstaande personen. Zo kwam ze ook regelmatig bij de tot het katholicisme bekeerde joodse koopmansfamilie Duarte in Antwerpen om er te musiceren. In 1652 ontmoette ze daar Constantijn Huygens. Het was het begin van een vriendschap en van een correspondentie die meer dan tachtig brieven omvat. Hij schreef ook tien gedichten voor haar. Huygens verbleef vaak in de Zuidelijke Nederlanden, als secretaris van de Oranjes en ook wel privé. Vrijwel altijd regelde hij dan een ontmoeting met de hertogin van Lotharingen.

Tussen 1652 en 1660 vertoefde Béatrix de Cusance ook wel in de Republiek. Via de afstammingslijn van haar moeder maakte ze aanspraak op het markizaat van Bergen op Zoom. Ze kwam enkele malen naar Den Haag om haar zaak te bepleiten. In 1658 leek het even dat zij kon winnen, maar op 18 januari 1659 werd haar nicht Maria Elisabeth van den Bergh opnieuw als markiezin benoemd. Bij deze bezoeken aan de Republiek kwam Béatrix de Cusance via Constantijn Huygens in contact met vooraanstaande dames, zoals Amalia van Solms en Elizabeth Stuart. In navolging van Amélie van Brederode, die de Haagse Orde van de Vrolijkheid had opgericht, richtte Béatrix de Orde van de Klavecimbelhamer op en maakte Constantijn daar lid van. Ter bevestiging gaf zij hem een gouden klavecimbelhamer cadeau. Bekend is dat zij met elkaar musiceerden: Béatrix zong en speelde klavecimbel, Constantijn zong, speelde luit, klavier en theorbe. Voor Béatrix en haar dochter componeerde hij twee muziekstukken. In een van haar brieven omschrijft ze hun vriendschap zelfs als ‘blijvende liefde-tot-de-dood voor de muziek’.

Intussen bleef Béatrix hopen op een hereniging met haar echtgenoot. Na zijn vrijlating in 1659 bleek echter dat deze zich niet langer gebonden voelde: hij wilde Béatrix niet meer zien en stuurde haar naar Besançon. Pas in 1663, op haar sterfbed, stemde Karel toe in een nieuw huwelijk. Zestien dagen later, op 5 juni 1663, overleed Béatrix de Cusance op 48-jarige leeftijd aan de gevolgen van een buikvliesontsteking. Twee jaar later hertrouwde Karel van Lotharingen met de dertienjarige Louise-Marguérite d’Aspremont-Nanteuil.

Na haar vertrek naar Besançon hebben Huygens en Cusance elkaar nooit meer gezien. Ook de belangstelling verminderde, in ieder geval van de kant van Constantijn. Na haar dood is hij nog wel in Besançon geweest om haar graf te bezoeken. Via haar dochter probeerde hij zijn brieven aan Béatrix terug te krijgen. Een kopie van het verslag van de lijkschouwing van Béatrix was in het bezit van Constantijn.

Reputatie

Paus Alexander VII roemde Béatrix de Cusance als de mooiste vrouw van de zeventiende eeuw. Opmerkingen over haar schoonheid en gevatheid komt men vaker tegen in de contemporaine bronnen. Ze had ook vijanden. Men zegt dat de Lotharingse soldaten haar adoreerden, maar aan het Franse hof, waar de eerste vrouw van hertog Karel verbleef, werd Béatrix minachtend bestempeld als ‘la femme de campagne du duc de Lorraine’ [: de veldvrouw van de hertog van Lotharingen]. Caroline van Oostenrijk, de schoonmoeder uit haar eerste huwelijk, heeft er in de langdurige rechtszaken over het vaderschap van Béatrix’ zoon alles aan gedaan om haar in een negatief licht te plaatsen.

Als men de brieven uit de editie van J.A. Worp telt, staat Béatrix op de derde plaats in de top tien van de vrouwen die met Huygens hebben gecorrespondeerd. Worp heeft echter van de correspondentie tussen Béatrix en Huygens een groot aantal brieven niet opgenomen en de rest heeft hij merendeels kort samengevat. Mogelijk achtte Worp deze correspondentie van ondergeschikt belang, maar het kan ook zijn dat hij bang was dat aandacht voor een dergelijke relatie afbreuk zou doen aan de goede naam van Huygens.

Naslagwerken

Dictionnaire de biographie française, dl. 17 (Parijs 1956) 1048-1050.

Archivalia

  • Koninklijk Huisarchief, Den Haag: Archief Constantijn Huygens, G1, 9-1.
  • British Library, Londen: MS. Add. 21511.
  • Bibliothèque Municipale, Besançon: diverse collecties.
  • Algemeen Rijksarchief, Brussel: Grote Raad van Mechelen.
  • Archives Nationales, Parijs: Fonds Privés, 273 AP Rohan Bouillon.
  • Bibliothèque Nationale, Parijs: diverse collecties.

Literatuur en uitgegeven bronnen

  • De gedichten van Constantijn Huygens (1607-1687), 9 delen, J.A. Worp ed. (Groningen 1892-1899) URL: www.let.leidenuniv.nl/Dutch/Huygens [laatst geraadpleegd: januari 2010].
  • Ph. Maréchal, Une cause célèbre au XVIIe siècle. Béatrix de Cusance, Caroline d’Autriche, Charles IV de Lorraine (Parijs 1910).
  • De briefwisseling van Constantijn Huygens (1608-1687), 6 delen, J.A. Worp ed. (Den Haag 1911-1918) URL: www.inghist.nl/Onderzoek/Projecten/Huygens [laatst geraadpleegd: januari 2010].
  • J.T. Noonan, ‘The steady man’, in: Power to dissolve. Lawyers and marriages in the courts of the Roman curia (1972) 1-79.
  • E. Keesing, Het volk met de lange rokken: vrouwen rondom Constantijn Huygens (Amsterdam 1987).
  • E.C.M. Huysman, ‘Haagsche pretmakers uit de groote wereld: “L’Ordre de l’Union de la Joye” omstreeks 1650, in: E. Dijkhof en M. van Gent red., Uit diverse bronnen gelicht. Opstellen aangeboden aan Hans Smit ter gelegenheid van zijn vijfenzestigste verjaardag (Den Haag 2007) 161-182.
  • Driehonderd brieven over muziek van, aan en rond Constantijn Huygens, R. Rasch ed. (Hilversum 2007).
  • E.C.M. Huysman en R. Rasch, Béatrix en Constantijn. De briefwisseling tussen Béatrix de Cusance en Constantijn Huygens (1652-1662) (Amsterdam 2009).
  • E.C.M. Huysman, ‘Bewondering of berekening? De geschenkenuitwisseling tussen Béatrix de Cusance en Constantijn Huygens 1652-1662, De Zeventiende Eeuw 25 (2009).
  • Nadine Akkerman en Ineke Huysman, ‘Een zeventiende-eeuwse catfight: de geloofsovergang van Louise Hollandina van de Palts als inzet bij de aanspraken op het Markiezaat van Bergen op Zoom (1657-1659)’, De Waterschans 41 (2011) 63-72.

Illustratie

Olieverfportret door anonieme kunstenaar, ongedateerd. Omdat de dame een hermelijnen mantel draagt met daarop het kruis van Lotharingen, er overeenkomsten zijn met andere portretten en het portret in bezit was van de familie van Arenberg - haar zuster was hertogin van Arenberg - wijst alles erop dat dit portret Béatrix de Cusance voorstelt (Collectie Arenberg, Kunstpatrimonium KU Leuven, fotograaf: Bruno Vandermeulen)

Auteur: Ineke Huysman

laatst gewijzigd: 13/01/2014

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.