Woude, Elisabeth van der (1657-1698)

 
English | Nederlands

WOUDE, Elisabeth van der (geb. Nieuwe Niedorp, bij Alkmaar 11-1-1657 – begr. Amsterdam 11-12-1698), schrijfster van reisverslag naar de West. Dochter van Harman Hartman van der Woude (1621-1677), hoofdofficier en dijkgraaf van de Niedorperkoggen, vanaf 1673 schout van Opmeer, en Margarita Blaeuhulck (1632-1662). Elisabeth van der Woude trouwde op 23-4-1684 in Oost-Zaandam met Adolf Frederick Bock (gest. 1700), wijnkoper. Uit dit huwelijk werden 7 kinderen geboren, van wie in ieder geval 1 zoon en 1 dochter de volwassen leeftijd bereikten.

In het Noord-Hollands archief wordt een klein, zeventiende-eeuws memorieboekje (10,5 cm x 8 cm) met een perkamenten omslag bewaard. Het is het dagboekje van Elisabeth van der Woude en bevat, voor zover bekend, het oudste reisverslag dat door een Nederlandse vrouw geschreven is. Begin december 1676 voer Elisabeth op negentienjarige leeftijd met haar vader, broer, zus en honderden anderen vanaf Texel uit, om aan de rivier de Wiapoca in het huidige Frans Guyana een kolonie te stichten. Haar vader, Harman Hartman van der Woude, was namelijk een paar maanden eerder door de Staten van Holland en West-Friesland aangesteld als bestuurslid van de te stichten kolonie. Tijdens de reis verloor zij zowel haar vader als haar jongere zuster, vermoedelijk aan een besmettelijke ziekte die aan boord heerste. Kort nadat Elisabeth aan de oevers van de rivier was aangekomen, besloot ze terug te keren naar de Republiek. Daar kwam zij op 24 juni 1677 alleen aan.

Het reisverslag is geen kale opsomming van feiten, maar een goed leesbaar verhaal met aandacht voor gevoelens. Over het overlijden van haar vader, een paar weken na vertrek uit de Republiek, schrijft Elisabeth bijvoorbeeld: ‘de 8 dito [januari] zijnde vrijdag is mijn lieve vader Harman Hartman vander Woude christelijk in den Heer gerust, nadat hij 12 à 14 dagen hadde krank geweest, latende mij, mijn broeder en zuster in grote droefheid gaande naar een vreemd land van onze beste vriend beroofd’. Een aantal pagina’s verder vinden we een levendige beschrijving van het natuurschoon aan de oevers van de Wiapoca: ‘aan de kant stonden hoge bomen die met de takken heel in ’t water hingen, overal klom de wilde liguster bij de bomen op, die met witte en paarse bloemetjes geschilderd waren door de groene bladen, 't scheen een aards paradijs te zijn’.

Het verhaal van Elisabeth heeft in de twintigste eeuw de aandacht van verschillende onderzoekers getrokken. De meest recente heruitgave van het werkje, verschenen in 2001, werd bezorgd en uitvoerig van commentaar voorzien door Kim Muller. In tegenstelling tot haar voorgangers, zoals S.P. l’Honoré Naber, besteedt zij ook uitgebreid aandacht aan de historische context van dit unieke reisverslag. Omdat er vrijwel geen beschrijvingen over zeereizen naar de West bekend zijn, is Elisabeths schriftelijke weergave van haar tocht in dit opzicht bijzonder.

Tegenwoordig maakt het werkje deel uit van de collectie Semeijns de Vries van Doesburgh te Haarlem. Waarschijnlijk is het daar via nalatenschappen van de familie Blaeuhulck terechtgekomen – de moeder van Elisabeth van der Woude was een Blaeuhulck. Een schriftje van de kleindochter van Elisabeth, die dezelfde naam als haar grootmoeder droeg, bevindt zich ook in deze collectie. Het lijkt dus aannemelijk dat zowel dit schriftje als het reisverslag door toedoen van dezelfde persoon in de verzameling zijn gekomen.

Elisabeth van der Woude heeft haar avonturen in het kader van de kolonisatiepoging kort na thuiskomst opgeschreven. Verder heeft zij in haar memorieboekje ook andere zaken genoteerd die haar interesse hadden. Dit waren zowel privé-aangelegenheden als politieke ontwikkelingen en (inter)nationale gebeurtenissen. Uit deze notities kunnen we afleiden dat Elisabeth na haar terugkeer in de Republiek aanvankelijk haar toevlucht zocht in haar geboortedorp Nieuwe Niedorp (Noord-Holland). Haar jongere broer Johannes was bij de Wiopoca achtergebleven; hij keerde in 1678 in de Republiek terug. Ze vermeldt niet bij wie ze haar intrek nam, maar Mulder vermoedt dat zij voorlopig onderdak vond bij een oom. Vervolgens woonde zij van oktober 1678 tot en met januari 1680 in Amsterdam, in een ‘Franse winkel’, om op 1 februari 1680 haar intrek te nemen bij een nicht in Enkhuizen. In 1684 trouwde Elisabeth in Oost-Zaandam met de wijnkoper Adolf Frederick Bock. Het jaar daarop betrok het paar in Amsterdam een huis aan het Singel en beviel Elisabeth van haar eerste kind, Hendrick Jochem. Met de geboorte van haar zevende kind in 1694 eindigen haar 'memorijen'. Waarom is niet duidelijk, want Elisabeth van der Woude stierf pas vier jaar later.

Naslagwerken

Egodocumenten; Lauwerkrans; NNBW.

Archivalia

Noord-Hollands Archief, Haarlem: Toegangsnr. 142, Collectie Semeijns de Vries van Doesburgh, inv. nr. 816, Dagboek van Elisabeth van der Woude.

Literatuur

  • S.P. l’Honoré Naber, ‘Eene Hollandsche jonge dame aan de Oyapock in 1677 (Dagboek van Elizabeth van der Woude)’, BMHG 49 (1928) 214-236.
  • Ursy M. Lichtveld en Jan Voorhoeve, ‘Een Hollandse jongedame naar de Oyapock’, in: Idem, Suriname: spiegel der vaderlandse kooplieden (Zwolle 1980) 41-52.
  • R. Dekker, ‘Van Grand Tour tot sukkelreis. Nederlandse reisverslagen van de 16e tot begin 19e eeuw’, Opossum. Tijdschrift voor Historische en Kunstwetenschappen 13/14 (1994) 8-24.
  • R. Lindeman, Y. Scherf en R. Dekker, Reisverslagen van Noord-Nederlanders van de zestiende tot begin negentiende eeuw. Een chronologische lijst (Rotterdam 1994).
  • Kim I. Muller, Elisabeth van der Woude. Memorije van ’t geen bij mijn tijt is voorgevallen. Met het opzienbarende verslag van haar reis naar de Wilde Kust 1676-1677 (Amsterdam 2001).
  • Marijke Barend-van Haeften, ‘Een mislukte kolonisatie aan de Oyapoc door vrouwenogen bezien. Het verslag van een reis naar de Wilde Kust door Elisabeth van der Woude (1676-1677), De Zeventiende Eeuw 21 (2005).
  • www.jochem vanloosen.nl [hoe het dagboek in de collectie Semeijns de Vries van Doesburgh terecht is gekomen].

Auteur: Marjolein Jorna

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 374

laatst gewijzigd: 13/01/2014

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.