Henriette Amalia van Anhalt-Dessau (1666-1726)

 
English | Nederlands

HENRIETTE AMALIA prinses van ANHALT-DESSAU (geb. Kleef 16-8-1666 gest. Oranienstein, Dietz 18-4-1726). Dochter van Johan George vorst van Anhalt-Dessau (1627-1693) en Henriette Catharina prinses van Oranje (1637-1708). Henriette Amalia van Anhalt-Dessau trouwde op 16-11-1683 in Dessau met Hendrik Casimir II van Nassau-Dietz (1657-1696), stadhouder van Friesland, Groningen en Drenthe. Uit dit huwelijk werden 2 zoons en 7 dochters geboren, van wie 1 zoon jong overleed.

Henriette Amalia, in de literatuur soms slechts met de voornaam ‘Amalia’ aangeduid, werd vernoemd naar haar grootmoeder Amalia van Solms. Zij werd geboren als vijfde van de tien kinderen die haar moeder kreeg, van wie de oudste drie al voor haar geboorte waren overleden. Haar jeugd bracht Henriette Amalia door op het ouderlijk slot in Dessau. Ze kreeg een gedegen opvoeding, met onder meer lessen in geschiedenis en taalwetenschappen. Veel aandacht werd besteed aan de beginselen van het gereformeerde geloof en de daarop gebaseerde ethiek.

In 1683 kreeg Henriette Amalia bezoek van haar neef Hendrik Casimir II van Nassau-Dietz. Deze was gestuurd door zijn moeder (en zus van haar moeder), Albertine Agnes, omdat deze een bruid zocht voor haar zoon. Henriette Amalia leek vanwege haar intelligentie en kordaatheid een geschikte kandidate en de kennismaking verliep voorspoedig: Henriette Amalia en Hendrik Casimir voelden zich tot elkaar aangetrokken. Nog in hetzelfde jaar werd hun huwelijk in Dessau voltrokken. De zeventienjarige bruid ging niet direct mee naar Friesland. Zij kwam daar in de zomer van 1684 aan en werd in augustus plechtig ingehaald in Leeuwarden. Het huwelijk was kinderrijk. Henriette Amalia en Hendrik Casimir kregen in elf jaar negen kinderen: twee zoons, van wie er een jong stierf, en zeven dochters.

Henriette Amalia was bang dat de carrière van haar enige nog levende zoon, Johan Willem Friso, te lijden zou hebben van de onenigheid tussen haar man en zijn machtige neef, stadhouder Willem III, prins van Oranje. Hendrik Casimir was zeer jaloers op Willem en werkte hem tegen zoveel hij kon. Henriette Amalia deed met haar schoonmoeder een aantal pogingen de beide stadhouders te verzoenen. Dat lukte in 1694. Een jaar later benoemde Willem III, die zelf kinderloos was, bij testament Johan Willem Friso tot zijn universeel erfgenaam. In 1696 overleed Hendrik Casimir op 39-jarige leeftijd. De zwangere Henriette Amalia bleef achter met zeven jonge kinderen. Willem III stond haar voortaan als adviseur bij in de militaire opvoeding van Johan Willem Friso.

Na de dood van Hendrik Casimir werd Henriette Amalia regentes namens haar minderjarige zoon, die erfstadhouder van Friesland en Stad en Lande was. Politiek bedrijven in de Republiek betekende ook voor stadhouders onderhandelen en bereid zijn tot het sluiten van compromissen. Men adviseerde Henriette Amalia dan ook te proberen de sympathie te winnen van de regenten. Dat werd nog belangrijker, toen zij na de dood van Willem III in 1702 moest proberen diens nalatenschap voor haar zoon veilig te stellen tegen aanspraken van bijvoorbeeld de koning van Pruisen, neef van Willem III. Aangezien Willem III de Staten-Generaal tot zijn executeurs-testamentair had benoemd, moest Henriette Amalia in alle zeven provincies haar best doen om leden van stedelijke bestuurscolleges, van ridderschappen en gedeputeerden naar statenvergaderingen aan haar kant te krijgen. Ook voor de benoeming van Johan Willem Friso tot generaal en zijn lidmaatschap van de Raad van State was het noodzakelijk in alle provincies te lobbyen. Henriette Amalia was daar niet goed in: ze had moeite met het subtiele politieke spel.

In 1707 werd Johan Willem Friso meerderjarig en legde Henriette Amalia de functie van regentes neer. Het werd ook tijd dat hij ging trouwen. Henriette Amalia vond voor hem een bruid in Maria Louise van Hessen-Kassel. Het huwelijk vond plaats in mei 1709. In datzelfde jaar vertrok Henriette Amalia definitief met haar zes ongehuwde dochters – een dochter was in 1708 getrouwd – naar Dietz, waarvan ze eveneens regentes was. Johan Willem Friso overleed al in de zomer van 1711, enkele weken voor de geboorte van zijn zoon, Willem Carel Hendrik Friso. Henriette Amalia reisde hierop naar Leeuwarden, in de hoop aangesteld te worden tot regentes voor haar pasgeboren kleinzoon. De Staten van Friesland gaven echter de voorkeur aan haar schoondochter, met wie ze een betere verstandhouding hadden. Ook in Dietz was Henriette Amalia’s politieke rol uitgespeeld, want het bewind over dat gebied kwam in handen van Karel van Hessen-Kassel, de vader van Maria Louise, die samen met Maria Louise de voogdij had over Willem Carel Hendrik Friso .

In Dietz woonde Henriette Amalia op slot Oranienstein, dat zij tussen 1707 en 1709 tot een barok paleis liet verbouwen naar een ontwerp van Daniel Marot. Voor de buitenplaats Oranjewoud in Friesland, dat ze van haar schoonmoeder Albertine Agnes erfde, had Marot al eerder een monumentaal zomerslot ontworpen. Hiervan zijn slechts de vleugels gereedgekomen. Henriette Amalia hield van luxe die ze zich eigenlijk niet kon veroorloven. Omdat ook haar financiële administratie niet deugde en ze aankopen niet of te laat betaalde, bouwde ze een enorme schuldenlast op.

In Friesland was Henriette Amalia niet geliefd. Men vond haar hooghartig en onvriendelijk. In Dietz daarentegen werd ze op handen gedragen omdat ze de stad moderniseerde en de economie stimuleerde. Haar dominante karakter maakte haar ook geschikter voor een rol als Duits vorstin dan als dienares van de Friese Staten. Henriette Amalia overleed op 18 april 1726 op Oranienstein. Haar lichaam werd bijgezet in een marmeren sarcofaag in de Stiftskerk van Dietz.

Naslagwerken

Van der Aa; Van Ditzhuyzen; NNBW; Oranje van A tot Z.

Archivalia

  • Koninklijk Huisarchief, Den Haag: Archief van Hendrik Casimir II, inv. nrs. 224-231 [betr. huwelijk], 232-245 [betr. kinderen]; Archief van Henriette Amalia.
  • Tresoar, Leeuwarden: Stadhouderlijk archief.

Literatuur

  • Johanna W.A. Naber, Onze vorstinnen uit het Huis van Oranje-Nassau in het stadhouderlijk tijdperk, deel 2 (Haarlem 1911) 12-20.
  • Robert Heck, Die Regenten der ehemaligen Diezischen Lande aus den Haüsern Diez und Nassau-Diez in Wort und Bild (Diez 1912) 61-66, 76-87.
  • M.D. Ozinga, Daniel Marot. De schepper van den Hollandschen Louis XIV-stijl  (Amsterdam 1938) 21-22, 103-124.
  • J. Steur, ‘Amalia, prinses van Anhalt-Dessau, 1666-1726’, in: E. van Beusekom e.a. red., Moeders uit ons vorstenhuis (Amsterdam 1938) 125-129.
  • N. Japikse, De geschiedenis van het huis van Oranje-Nassau, deel 2 (Den Haag 1948) 19-23.
  • Peter Karstkarel en Hugo Kingmans, Oranje-Nassau & Friesland (Leeuwarden 1994) 62-67.
  • R.L.M. Mulder-Radetzky en B.H. de Vries, Geschiedenis van Oranjewoud. Van vorstelijk lustslot tot voorname buitenplaatsen (Alphen a/d Rijn 1999) 13-17.
  • Katharine Bechler, Schloss Oranienbaum. Architektur- und Kunstpolitik der Oranierinnen in der zweiten Hälfte des 17. Jahrhunderts (Halle 2002) 146-158.
  • Hélène de Muij-Fleurke en Bernard Woelderink, ‘Die Hochzeit von Heinrich Casimir II und Henriette Amalia im Jahre 1683 in Dessau und ihr festlicher Empfang in Friesland im Jahre 1684’, Oranienbaum. Huis van Oranje (2003) 113-118.
  • Marijke Bruggeman, Nassau en de macht van Oranje. De strijd van de Friese Nassaus voor de erkenning van hun rechten, 1702-1747 (Hilversum 2007).

Illustratie

Portret in de trant van Louis Volders, 1709 (Stichting Historische Verzamelingen van het Huis Oranje-Nassau).

Auteur: Marijke Bruggeman

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 392

laatst gewijzigd: 13/01/2014

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.