Margaretha van Bourgondië (1374-1441)

 
English | Nederlands

MARGARETHA van BOURGONDIË (geb. Montbard, Frankrijk 16-10-1374 – gest. Le Quesnoy, Frankrijk 8-3-1441), door haar huwelijk gravin van Holland, Zeeland en Henegouwen. Dochter van Filips de Stoute, hertog van Bourgondië (gest. 1404), en Margaretha van Male, gravin van Vlaanderen (gest. 1405). Margaretha van Bourgondië trouwde op 12-4-1385 in Kamerijk met Willem VI, graaf van Holland, Zeeland en Henegouwen (1365-1417). Uit dit huwelijk werd 1 dochter geboren.

Margaretha was het derde kind van Filips van Bourgondië en Margaretha van Male. In haar kinderjaren trok zij vooral op met de drie jaar oudere Jan (1371-1419), die voorbestemd was zijn vader op te volgen als hertog van Bourgondië en graaf van Vlaanderen. Al in 1378 werd de vierjarige Margaretha ten huwelijk beloofd aan de zoon van de hertog van Oostenrijk, maar enkele jaren later maakten de internationale politieke ontwikkelingen het  noodzakelijk haar op een ander front in te zetten. Margaretha werd nu gekoppeld aan Willem, de oudste zoon van Albrecht van Beieren, graaf van Henegouwen, Holland en Zeeland. Zij trouwde op 12 april 1385 met hem in de kathedraal van Kamerijk. Op dezelfde dag trad haar broer Jan in het huwelijk met Margaretha van Beieren, een jongere zus van Willem. Ter gelegenheid van dit dubbelhuwelijk beleende de Franse koning de bruidegom van Margaretha met het ten westen van Henegouwen gelegen graafschap Oostervant, waarvan Margaretha zich sindsdien gravin mocht noemen. Willem werd in 1389 door zijn vader als gouverneur van Henegouwen aangesteld. Margaretha verbleef voortaan vooral op het kasteel Le Quesnoy.

Zelfstandigheid

Pas in 1401, na zestien huwelijksjaren, baarde Margaretha haar eerste en naar later zou blijken enige kind, Jacoba. Nog geen twee jaar later werd het meisje voor een Franse prins gereserveerd. Ook dit huwelijkscontract was het werk van de oude Filips van Bourgondië, die niet alleen zijn kinderen, maar ook zijn kleinkinderen inzette voor politieke allianties. Het huwelijk werd in 1406 in Compiègne gevierd. Margaretha, die de leiding had omdat Willem door ziekte verhinderd was, baarde er opzien vanwege de koninklijke allure van haar gevolg en door te eisen dat ze haar schoonzoon, Jan van Touraine, mee naar Henegouwen mocht nemen.

In Henegouwen vervulde Margaretha regelmatig een zelfstandige, leidende rol. Haar man was na de dood van zijn vader in 1404 graaf van Henegouwen, Holland en Zeeland geworden en bracht meestal meer dan de helft van het jaar door in het noorden. Margaretha reisde niet altijd mee. Vaak bleef ze in Le Quesnoy, waar ze optrad als vertegenwoordiger van haar man en soms ook van haar broer Jan, die inmiddels zijn vader was opgevolgd als hertog van Bourgondië.

In deze jaren groeide haar zelfstandigheid. Vanaf 1410 kreeg zij een vaste toelage  waarmee zij in haar eigen onderhoud en dat van haar dochter en schoonzoon kon voorzien. Een jaar later kreeg zij bovendien het bestuur en vruchtgebruik over enkele dorpen en steden in de drie graafschappen. In Holland ging het om het kasteel Teilingen, Noordwijk, Wijk aan Zee, Beverwijk en het eiland Texel; in Henegouwen om de steden Ath, Binche, Chièvre, Baudour, Flobecq, Lessines en Le Quesnoy. In 1413 werden daar nog het eiland Wieringen en het land van Arkel met Gorinchem en Leerdam en in 1416 stad en kasteel van Schoonhoven aan toegevoegd. Zo groeide Margaretha uit tot iemand met wie politiek terdege rekening gehouden moest worden. Geen wonder dat zij in 1414 door haar broer Jan geschikt werd bevonden om namens hem te onderhandelen met de Franse koning toen deze het Bourgondische Atrecht belegerde. Ook in 1417 speelde zij een bemiddelende rol in de Franse troonstrijd.

Partijhoofd

Op 31 mei 1417 werd Margaretha weduwe, slechts enkele weken nadat zij haar schoonzoon Jan van Touraine had moeten begraven. In de instabiele politieke situatie die daarvan het gevolg was, vooral in Holland en Zeeland, nam Margaretha de leiding. Hoewel de grafelijke macht op haar zestienjarige dochter was overgegaan, oefende zij als gravin-moeder informeel grote invloed uit. Zij steunde in Holland de Hoekse partij, zoals ook haar echtgenoot had gedaan, en werd door de Kabeljauwen als aanvoerster van de Hoeken beschouwd. In 1417 kon ze nog rekenen op haar broer Jan, die een huwelijk tussen Jacoba en haar neef Jan van Brabant arrangeerde, maar toen haar zwager Jan van Beieren aan het hoofd van de Kabeljauwen militaire successen boekte in Holland, liet de Bourgondische hertog haar vallen. Jacoba moest het bestuur over Holland en Zeeland aan haar oom Jan van Beieren overlaten, de Hoekse edelen gingen in ballingschap en Margaretha trok zich terug in Henegouwen. Een aantal Hoekse edelen vond bij haar een toevlucht.

Margaretha gaf de strijd niet op. Zij stond haar dochter terzijde in de oorlog (1424-1427) die zij moest voeren tegen Jan van Brabant en haar neef Filips van Bourgondië. Pas in 1427 beloofde zij Filips niets meer in de weg te leggen. Op dat moment waren onderhandelingen met haar dochter al begonnen. Die leidden tot een zoen die in 1428 in Delft gesloten werd. Margaretha was een van de aanwezigen.

Vrouwe van Le Quesnoy

In 1428 keerde Margaretha terug naar haar Henegouwse goederen. Twee jaar later gaf ze nog eenmaal blijk van hogere ambities toen ze naar Leuven reisde om daar haar rechten als opvolgster van de plotseling overleden hertog Filips van Brabant te verdedigen. Vergeefs, zo bleek al gauw: tegen de machtige Filips van Bourgondië kon zij niet op. Toen haar dochter Jacoba in 1433 afstand deed van haar grafelijke macht in Holland en Zeeland, protesteerde Margaretha niet. Haar betrokkenheid bij een vermeende aanslag op de Bourgondische hertog is nooit aangetoond. Met Filips trof zij in 1434 een nieuwe regeling over haar inkomsten. Een deel van haar geld besteedde ze aan vrome giften. Behalve glasramen en memories in kloosters stichtte ze in de kerk van Le Quesnoy zes ‘chantuaires’. De gravin stierf op 8 maart 1441, op de leeftijd van 67 jaar, en werd in de Margaretha-kapel van de kerk van Le Quesnoy begraven. De eenvoudige marmeren tombe bleef bewaard tot 1794, toen de kerk door revolutionairen werd verwoest.

Naslagwerken

Biographie nationale.

Archivalia

  • Nationaal Archief, Den Haag: Archief Graven van Holland, inv. nr. 50 e.v.
  • Archives Départementales du Nord, Lille: Chambre des Comptes, série B, inv. nrs. 3325 e.v., 7977 e.v., 8230, 8233.

Literatuur

  • Véronique Flammang, ‘Partis en Hainaut? La place de la noblesse hainuyère dans la lutte entre Jacqueline de Bavière et Jean IV de Brabant (1424-1428)’, Bijdragen en Mededelingen betreffende de Geschiedenis der Nederlanden 123 (2008) 541-563.
  • Antheun Janse, Een pion voor een dame. Jacoba van Beieren (1401-1436) (Amsterdam 2009).

Illustratie

Het dubbelhuwelijk in Kamerijk, 12 april 1385. Miniatuur in de Breslauer Froissart, 1468. Tweede persoon, rechts van de bisschop, is Margaretha van Bourgondië, gekleed in een blauw gewaad.

Auteur: Antheun Janse

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 35

laatst gewijzigd: 13/01/2014

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.