Orliens, Catharina van (1647-1680)

 
English | Nederlands

ORLIENS, Catharina van, ook bekend als Catharina van Orléans (geb. Sluis 1647 – gest. Sluis 23-5-1680), ontleent haar bekendheid aan een spraakmakende schaking in maart 1664. Dochter van Karel van Orliens (1607-1647), schepen van het Vrije van Sluis, en Helena Cats (gest. 1647). Catharina van Orliens trouwde in 1669 in Sluis met Cornelis Pompe van Slingelandt, heer van Dordsmonde (1646-1682), kapitein ter zee en later schepen en burgemeester van het Vrije van Sluis. Uit dit huwelijk werden 5 kinderen geboren.

Catharina van Orliens, een achternichtje van Jacob Cats, werd al jong wees. Na het overlijden van haar ouders bracht ze veel tijd door in Den Haag, in het huis van haar tante De Veth aan de Kneuterdijk. Haar voogd was raadsheer Rixen van de Hoge Raad. In de salons van de Haagse beau monde was de jonge erfgename – ze zou drie ton waard zijn – een graag geziene gast, zeker bij de vrijgezelle jongemannen in die kringen. Een aantal van hen sloot zelfs een weddenschap af om haar hand (Pruim, 54). De gelukkige was inderdaad een van hen: Jan van Ruytenburgh, heer van Vlaardingen.

De schaking

Naar het schijnt krap een week voor het geplande huwelijk met Jan van Ruytenburgh, op 17 maart 1664 rond half tien ’s avonds, werd de zeventienjarige Catharina geschaakt uit het huis van haar tante. De schaker was jonkheer Johan Diederik de Mortaigne, kamerheer van de Zweedse koning. Deze Mortaigne stond bekend als een vechtersbaas die in korte tijd de erfenis van zijn vader had weten te verbrassen. Via de schaking en een mogelijk huwelijk met Catharina hoopte hij waarschijnlijk weer aan geld te komen.

Samen met een stel handlangers voerde Mortaigne Catharina naar Culemborg, in die tijd een ‘vrije heerlijkheid’ en daarom een veilige haven voor wetsovertreders uit andere gewesten. Omdat Catharina Orliens en Johan Diederik de Mortaigne beiden beweerden dat de schaking vrijwillig was, gaf het gezag aldaar, in de persoon van Hendrik Wolrad graaf van Culemborg, het paar toestemming in Culemborg blijven. Tegen de graaf verklaarde Catharina zelfs nog ‘dat zij kennis gehad heeft dat zij van Mr. Mortaigne zou geënleveerd [: geschaakt] worden, doch de precieze tijd niet te weten’. Op de vraag waarom haar schaking dan met zoveel misbaar gepaard was gegaan, antwoordde ze dat ze bang was geweest ‘dat hij iemand anders was die haar liet enleveren en [dat ze] daarom geroepen had’ (Haegsche Juffer Roof, 17).

Den Haag was inmiddels in rep en roer. Grote bedragen werden uitgeloofd aan degene die Catharina veilig terug kon brengen of de schaker en zijn medeplichtige oppakte. Graaf Hendrik Wolrad werd in ‘zeer scherpe termen’ verzocht Catharina uit de handen van haar schakers te redden en Mortaigne uit te leveren aan het Hof van Holland. Aanvankelijk wilde de graaf het stel niet zomaar aan haar familie overdragen, want hij was ervan overtuigd dat Catharina niet onvrijwillig met haar schaker was meegegaan. Wel beval hij dat Catharina naar een andere locatie overgebracht werd. Dat gebeurde echter pas nadat het paar al een paar nachten in elkaars gezelschap had doorgebracht. Uiteindelijk stemde de graaf onder zware politieke druk erin toe dat Catharina door haar tante en zusje mee terug naar Den Haag werd genomen.

‘Licht beschadigde maagdelijkheid’

Terug in Den Haag deed Catharina van Orliens er alles aan om zich te rehabiliteren. Zo verklaarde ze onder ede dat ze in eerste instantie medelijden had gehad met Mortaigne, omdat deze haar op zijn knieën en met tranen in zijn ogen had gesmeekt te zeggen dat ze op de hoogte was geweest van de schaking en hem zo te redden.

In de sensatiebeluste Haagse societykringen werd heftig gediscussieerd over de schaking, met name over de vraag of ‘La Pucelle’ na twee nachten alleen met haar schaker te hebben doorgebracht nog steeds zo maagdelijk was als zij tegen iedereen die het maar horen wilde beweerde. Jan van Ruytenburg verbrak de verloving en met haar ‘licht beschadigde maagdelijkheid’, zoals Susanna Huygens het in een brief aan haar broer Christiaan noemde, had Catharina ook van haar andere bewonderaars in Den Haag niet veel meer te verwachten. Ze keerde terug naar Zeeland, waar zij enkele jaren later, ondanks de smet op haar naam, huwde met Cornelis Pompe van Slingeland. Ze overleed in 1680 op 33-jarige leeftijd, kort na de geboorte van haar vijfde kind. In zijn gedenkschriften besteedt Coenraet Droste, die aanwezig was bij de begrafenis, enkele regels aan de gedenkwaardige geschiedenis van ‘nigt Pompe’ [r. 4726-4745].

Politieke implicaties

De schaking van Catharina van Orliens had nogal wat politieke implicaties. Toen de graaf van Culemborg de schaker zelfs na herhaalde verzoeken niet wilde uitleveren, stuurden de Staten een legereenheid naar Culemborg om de stad te omsingelen. Desondanks lukte het Mortaigne om, verkleed als melkmeid, naar Bremen te ontkomen. Daar werd hij alsnog herkend en opgepakt. Een afvaardiging van de genoemde legereenheid reisde naar Bremen om hem te arresteren, maar hij was zijn achtervolgers opnieuw te slim af en wist naar Zweden te ontkomen.

De Staten van Holland besloten hierop de status aparte van Culemborg, die hun al jaren een doorn in het oog was, aan te pakken. Het conflict leidde bijna tot een serieuze oorlog tussen Holland en de graaf van Culemborg, maar kon uiteindelijk door tussenkomst van de Staten van Gelderland worden gesust.

Fascinatie

De ontvoering van Catharina van Orliens was voor tijdgenoten een tijdlang het verhaal van de dag, en is door de eeuwen heen steeds blijven fascineren. Dat blijkt al uit contemporaine publicaties rondom de schaking: Lieuwe van Aitzema besteedt er in zijn Saeken van staet en oorlog uitvoerig aandacht aan; verder verschenen er onder andere een lied over de schaking van de ‘Maagd van Orleans’, waarin Culemborg wordt gewaarschuwd geen tweede Troje te worden. In de correspondentie van de familie Huygens wordt de schaking uitgebreid besproken. Opmerkelijk is verder een manuscript van een toneelstuk dat zich bevindt in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag. Het ongedateerde en onafgemaakte stuk, een bewerking van Vondels drama De Leeuwendalers met als titel Geroofde hageroos of Haagse Juffer-roof, is duidelijk geïnspireerd op de gebeurtenissen in 1664. Bijna twee eeuwen later schreef Jacob van Lenneps zijn beroemde roman Een schaking in de zeventiende eeuw (1850): een erg vrije bewerking van het schakingsverhaal van Catharina van Orliens.

Naslagwerken

Van der Aa.

Archivalia

  • Gelders Archief Arnhem, Archief Heren en Graven van Culemborg, toegang 0370, inv. nr. 2359: Stukken betreffende de door den graaf van Culemborg verleende bescherming aan J.D. de Mortaigne, schaker van juffrouw Catharina van Orleans, en de daaruit voor den Graaf voortvloeiende moeilijkheden met de Staten-Generaal, 1664.
  • Gemeentearchief Schouwen-Duiveland: diverse notariële akten over de families Pompe en Orliens.

Literatuur

  • De seer grouwelicke ontschakinge van de edele jonckvrouwe Catharina van Orleans [...]. (Gorcum 1664) [= Knuttel Pflt. 8944].
  • Haegsche juffer roof of verhael van het gepasseerde omtrent het rapieren en wegh voeren van Juffr. Catharina van Orliens door Johan Diederik Mortaigne ende het gene daer op soo in den Hage als tot Culemborgh is gepasseert (Leiden 1664) [= Knuttel Pflt. 8945].
  • Hollandtze Mercurius 15 (1665) 80-86.
  • Lieuwe van Aitzema, Saken van staet en oorlogh 5, 44ste boek (’s-Gravenhage 1670) 144-161.
  • Jacob van Lennep, Een schaking in de zeventiende eeuw (Utrecht 1850).
  • Coenraet Droste, Overblyfsels van geheugchenis..., R. Fruin ed., 2 delen (Leiden 1879).
  • Oeuvres complètes de Christiaan Huygens, Tome V, Correspondance 1664-1665, (Den Haag 1893) 44 e.v.
  • ‘Een schaking aan den Kneuterdijk in het jaar 1664’, Het Vaderland (8 juli 1934) 2.
  • J. Pruim, ‘Een maagd van Orléans’, Jaarboek van Vereniging Die Haghe (1968) 53-86.
  • Marijke Gijswijt-Hofstra, Wijkplaatsen voor vervolgden. Asielverlening in Culemborg, Vianen, Buren, Leerdam en IJsselstein van de 16de tot eind 18de eeuw (Dieren 1984) 80-83.

Illustratie

De geschaakte Catharina wordt weggevoerd in een koets, door J. & C. Luyken, in Gottfried, Historische kroniek, p. 852 (Den Haag, KB: 40 A 11).

Auteur: Andrea Langendoen

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 340

laatst gewijzigd: 13/01/2014

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.