Roelofs, Sara (1627-1693)

 
English | Nederlands

ROELOFS, Sara (geb. Amsterdam ?-4-1627 – gest. New York ?-9-1693), trad in Nieuw-Nederland op als tolk in onderhandelingen met Indianen. Dochter van Roelof Jansz. (1601/02-1637), varensgezel en later pachtboer, en Anneke Jans (1604/05-1663), de mythische stammoeder van Nieuw-Nederland. Sara Roelofs trouwde (1) op 29-6-1642 in Nieuw-Amsterdam met Hans Kierstede (ca. 1612-1666), scheepschirurgijn bij de WIC; (2) op 1-9-1669 in Nieuw-Amsterdam met Cornelis van Borsum (gest. 1682), landeigenaar op Manhattan en uitbater van het veer naar Long Island; (3) op 21-7-1683 in New York met Elbert Elbertsz. Stouthoff, koopman en officier van de schutterij. Uit huwelijk (1) werden 6 zoons en 4 dochters, uit (2) werd 1 dochter geboren.

Sara Roelofs werd in 1627 gedoopt in de Lutherse kerk in Amsterdam als oudste volwassen geworden dochter van Noorse immigranten. Toen ze drie jaar oud was vertrok het gezin, op dat moment bestaande uit de ouders en twee dochters, naar de jonge kolonie Nieuw-Nederland, waar nog twee zussen en een broer werden geboren. Sara’s vader was aanvankelijk pachtboer in het patroonschap Rensselaerswijck, in de buurt van het huidige Albany (New York), maar in 1634 vertrok het gezin naar Nieuw-Amsterdam. Toen Sara tien jaar oud was stierf haar vader; in 1638 hertrouwde haar moeder met de bekende predikant Everardus Bogardus. Zelf huwde Sara enkele jaren later al, in 1642, met de gerespecteerde chirurgijn Hans Kierstede. Veel vrouwen in Nieuw-Nederland trouwden op jonge leeftijd, maar Sara was er als vijftienjarige wel erg vroeg bij. De bruiloft was een groot feest, met veel belangrijke gasten. Directeur-generaal Willem Kieft maakte handig gebruik van de vrolijke dronkenschap van de feestgangers door geld in te zamelen voor de bouw van de kerk van Nieuw-Amsterdam. Sara’s huwelijk bezorgde haar meteen een vooraanstaande positie in de kolonie en een groot huis aan ’t Water – tegenwoordig Pearl Street op Manhattan.

Waarschijnlijk heeft Sara zich als jong meisje de talen eigen gemaakt van de oorspronkelijke bewoners van Amerika, zoals van de rivaliserende Mohawks en Mahicans. Met name de taal van de Mohawks was moeilijk. Dankzij deze talenkennis had zij soms toegang tot gevoelige informatie, en op latere leeftijd kwam dit haar goed van pas. Zo informeerde ze in augustus 1663 de autoriteiten in Nieuw-Amsterdam over de aanvalsplannen die verscheidene Indianenstammen hadden beraamd. Tussen juli 1663 en juli 1664 trad zij voor directeur-generaal Peter Stuyvesant op als tolk tijdens de vredesonderhandelingen met de Esopus-Indianen. Hiermee kwam een einde aan de bloedige Esopusoorlog, enkele maanden voordat de Engelsen Nieuw-Nederland zouden overnemen en omdopen tot New York. Als getuige zette Sara haar handtekening onder het vredesverdrag. Oratamin, het opperhoofd (sachem) van de Hackensacks, gaf haar als dank voor haar bijdrage een stuk land aan de westoever van de Hudson.

De talenkennis van Sara Roelofs kwam de Nederlandse kolonisten goed van pas: men had behoefte aan tolken, en zij behoorden dan ook tot de best betaalde werknemers van de West-Indische Compagnie in Nieuw-Nederland. Wel bleef de rol van Sara Roelofs beperkt tot vertaalwerk in Fort Amsterdam. Buiten de stad gaf Stuyvesant de voorkeur aan mannelijke tolken. In 1673-1674, toen de Nederlanders New York kortstondig heroverden, werd zij opnieuw aangesteld als officieel vertaler.

In Nieuw-Nederland verkeerde Sara Roelofs in gegoede kringen, blijkens haar optreden als peetmoeder bij de doop van Nederlandse kinderen uit de meer aanzienlijke families. Ook trad zij op als getuige of ‘goede vrouw’ in enkele juridische kwesties. Uit haar testament, opgemaakt een aantal maanden voor haar dood in september 1693, blijkt relatieve welstand: ze liet behalve onroerend goed en veertig bevers ook drie volwassen negerslaven, twee slavenkinderen en een Indiaan na.

In de twintigste eeuw speelde Sara Roelofs een belangrijke rol in de roman Anneke Jans van P.J. Risseeuw, deels verteld vanuit haar perspectief. In dit verhaal komt Sara via een ‘jonge wildin’, met wie ze kan communiceren, voor het eerst in contact met dokter Hans Kierstede, haar latere echtgenoot. Hij neemt haar mee naar het ‘Lange Eiland’ om voor hem te tolken, en dit vormt in de roman het begin van een langdurige liefdesrelatie.

Archivalia

Zie Documents (1881).

Literatuur

  • Documents relative to the colonial history of the State of New York, 13, E.B. O’Callaghan ed. (Albany 1881).
  • Howard S.F. Randolph, ‘The Kierstede family’, New York Genealogical and Biographical Record 65 (1934) 224-233, 329-338.
  • P.J. Risseeuw, Anneke Jans. Een roman uit de jaren toen New York nog Nieuw Amsterdam was (Kampen 1958).
  • John O. Evjen, Scandanavian immigrants in New York, 1630-1674 (Baltimore 1972) 105-108.
  • Lois M. Feister, ‘Linguistic communication between the Dutch and Indians in New Netherland’, Ethnohistory 20 (1973) 1, 25-38.
  • David M. Riker, ‘Surgeon Hans Kierstede of New Amsterdam’, De Halve Maen 57 (1983) 3, 11-13, 24.
  • Willem Frijhoff, Wegen van Evert Willemsz. Een Hollands weeskind op zoek naar zichzelf, 1607-1647 (Nijmegen 1995), passim.
  • Mark P. Meuwese, ‘For the peace and well-being of the country’: intercultural mediators and Dutch-Indian relations in New Netherland and Dutch Brazil, 1600-1664 (ongepubliceerde diss., Notre Dame Univ., Indiana, 2003) 408-410, 444-447.

Auteur: Michiel van Groesen

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 289

laatst gewijzigd: 13/01/2014

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.