Troost, Sara (1732-1803)

 
English | Nederlands

TROOST, Sara (geb. Amsterdam 31-1-1732 – gest. Amsterdam 17-10-1803), schilderes, tekenares en tekenlerares. Dochter van Cornelis Troost (1696-1750), toneelspeler, schilder en tekenaar, en Susanna Maria van der Duyn (1698-1780), toneelspeelster. Sara Troost trouwde in 1778 in Amsterdam (otr. 22-5-1778) met Jacob Ploos van Amstel (1735-1784), arts en lettergieter.  Dit huwelijk bleef kinderloos.

Zoals de meeste kunstenaressen van haar tijd verkeerde Sara Troost van huis uit in een artistiek milieu. Haar moeder was de katholiek gedoopte, onwettige dochter van de Amsterdamse toneelspeelster en danseres Anna Maria Rigo (1675-1718) die later was gehuwd met de schilder, toneelspeler en toneeldecorateur Louis Chalon (ca.1678-1741). Ook Sara’s ouders waren de eerste jaren van hun huwelijk als toneelspelers verbonden aan de Amsterdamse schouwburg. Nadat zij hiermee in 1724 waren gestopt is haar vader decors blijven schilderen; haar moeder heeft nadien nog kleden geborduurd voor het toneel.

De kinderen Troost werden remonstrants gedoopt. Sara was de vierde van de vijf dochters die de volwassen leeftijd bereikten en de enige die opviel door haar ‘bijzondere geschiktheid’ voor de kunst. Door haar vader werd zij opgeleid tot een professioneel schilderes. Haar oudere zusjes leerden dameskleding maken. Toen Cornelis in 1750 stierf, zijn familie onbemiddeld achterlatend, was de achttienjarige Sara al zo ver gevorderd dat zij met schilderen een substantiële bijdrage kon leveren aan het gezinsinkomen. Daarnaast verdiende zij geld met het voorlezen van oudere dames.

In 1778 trad Sara in het huwelijk met Jacobus Ploos van Amstel. Hij was toen 42 jaar, zij reeds 46; het huwelijk bleef dan ook kinderloos. Om voor haar moeder te kunnen zorgen was zij niet ingegaan op eerdere huwelijksaanzoeken van Jacob, schrijft de graveur en kunsthandelaar Christiaan Josi, die Sara goed heeft gekend. Het echtpaar betrok een woning aan de Keizersgracht, ‘De Lettergieterij’ geheten, waar de gebroeders Ploos van Amstel inderdaad een lettergieterij hadden. Sara bleef hier na de dood van haar man wonen tot zij in 1792 verhuisde naar een huurwoning, eveneens op de Keizersgracht.

Sara is altijd blijven schilderen. Haar talent komt het best tot zijn recht in haar met pastel uitgevoerde portretten, zeker als het om kinderen gaat. De expressieve uitdrukking die zij op de gezichtjes weet te toveren wekt onmiddellijk sympathie en leidt al gauw de aandacht af van de ouwelijk-deftige pruikjes en kinderkleding van die tijd. Enkele van haar portretten van volwassenen, bijvoorbeeld van de letterstempelsnijder J.M. Fleischman en van de arts M. van Geuns, zijn door de graveur Reinier Vinkeles in prent gebracht. Voorbeelden van de miniaturen die zij volgens haar tijdgenoten heeft geschilderd zijn tegenwoordig niet meer bekend. Het grootste deel van Sara’s wél bekende oeuvre bestaat uit gouaches en waterverfschilderingen, zowel naar de meest populaire schilderijen van haar vader – kluchtige toneelscènes en genretaferelen zoals De ontdekte schijndeugd en de Nelri-serie – als naar zeventiende-eeuwse genrestukken, vooral die van Adriaan van Ostade. Haar voorkeur voor deze boerenschilder heeft zij wellicht overgedragen op haar jongere nichtje Christina Chalon (1749-1808), één van haar leerlingen. Het zal voor Sara Troost niet moeilijk zijn geweest om voor haar kopieerwerk toegang te krijgen tot verzamelingen van particulieren. Zij had haar naam mee – haar vader was als schilder alom bekend – en kon bovendien rekenen op de steun van haar zwager, Cornelis Ploos van Amstel (1726-1798), die als zakenman en kunstkenner veel aanzien genoot. In zijn omvangrijke kunstverzameling bevond zich veel werk van Sara Troost.

De kunstenaarsbiografen Van Gool, Van Eijnden en Van der Willigen waarderen Sara Troost als een verdienstelijk kunstenares die het, geholpen door de adviezen van bekwame kunstenaars en liefhebbers en door haar eigen ‘kloek vernuft en onvermoeide naarstigheid’, ver heeft gebracht. Josi noemt ook nog een andere kant van haar: zij kon zeer levendig vertellen over de schilderkunstige nabootsing van de natuur, schrijft hij, en treffende opmerkingen maken over lichteffecten, kleurnuances en het vermogen om die weer te geven. Op deze manier zou zij een verveelde rijkaard uit zijn lethargie hebben weten te wekken door hem ertoe over te halen zijn tijd aan het verzamelen van kunst te besteden. Dit verhaal komt overeen met de loftuiting op haar kwaliteit als tekenlerares in de opdracht van de uitgever bij het gedicht van Antoine-Marin le Mierre, La Peinture, poëme en trois chants, uitgegeven in Amsterdam in 1770. Daar spreekt hij haar toe als de erfgename van haar vaders naam en talenten, die ‘si habilement’ (knap, vaardig) ‘de nobele kunst van het schilderen’ kan uitleggen.

Sara Troost moet heel behoorlijk verdiend hebben met haar kunst. Dat blijkt uit de notities van Josi, die als kunsthandelaar én als Sara’s executeur-testamentair over de nodige informatie kon beschikken. Uit haar eigen mond had hij vernomen dat zij met haar werk meer dan vierduizend louis d’or had verdiend. Haar carrière mocht volgens hem dan ook gelden als een bemoedigend voorbeeld aan jonge mensen die wel talent hebben maar geen geld. De 45.000 gulden in contanten die Sara Troost bij haar overlijden in 1803 bleek te bezitten waren overigens voor het merendeel afkomstig uit effecten en uit de verkoop van het huis en de lettergieterij die Jacob Ploos van Amstel haar had nagelaten. Zo had zij in 1799 voor tienduizend gulden de lettergieterij van de hand gedaan. Sara Troost werd begraven op het Walenkerkhof in Amsterdam.

Naslagwerken

Elck zijn waerom; Van Gool; Immerzeel; Kramm; Thieme; Wurzbach; Van Eijnden en Van der Willigen.

Archivalia

Voor archivalische bronnen zie Ploos van Amstel (1980), hfdst. I en Bijlage IV, 188.

Werk

De kinderportretten bevinden zich in diverse particuliere verzamelingen (foto’s RKD). Overige werken in het Rijksmuseum en het Rijksprentenkabinet (Amsterdam), het Amsterdams Historisch Museum, het prentenkabinet van de Universiteit van Leiden, Teylers Museum (Haarlem), Atlas van Stolk (Rotterdam), Rijksmuseum Twenthe (2 toeschrijvingen).

Literatuur

  • C. Josi, Collection d’imitations de dessins d’après les principaux maitres hollandais et flamands, commencée par C. Ploos van Amstel, continuée [...] par C. Josi (Londen 1821) [aantekening p. V van de introductie en onder het lemma over Godfried Schalcken].
  • J.W. Niemeyer, Cornelis Troost 1696-1750 (Assen 1973).
  • G. Ploos van Amstel, Cornelis Ploos van Amstel. Portret van een koopman en uitvinder (Assen 1980).

Illustraties

  • Portret, door Cornelis Troost, 1742-1750. Penseel in grijs en zwart (Rijksmuseum, Amsterdam).
  • Portret van Johanna Kapelle, door Sara Troost, ongedateerd. Tekening in pastel (Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie, Den Haag).

Auteur: Eveline Koolhaas-Grosfeld

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 506

laatst gewijzigd: 13/01/2014

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.