Smitshuizen, Anna (1751-1775)

 
English | Nederlands

SMITSHUIZEN, Anna (geb. Alkmaar ?-2-1751 – gest. Amsterdam 29-6-1775), prostituee, slachtoffer in een geruchtmakende moordzaak. Dochter van Gerrit Smitshuizen, pruikenmaker, en Jannetje Kluijt. Anna Smitshuizen bleef ongehuwd.

Anna Smitshuizen werd geboren als vierde kind van de Alkmaarse pruikenmaker Gerrit Smitshuizen en Jannetje Kluijt. Waarschijnlijk behoorde zij daar tot de kennissenkring van Nicolaas Hoefnagel, een broodschrijver die enkele jaren in Alkmaar had gewoond en later waarderende toespelingen op haar maakte in zijn geschriften.

Anna Smitshuizen was een jaar of negentien toen zij naar Amsterdam verhuisde, waar ze in de prostitutie belandde. In 1774 werkte ze in het bordeel van Geertruid van Kesteren alias Zwarte Trui op de Oudezijds Achterburgwal. In datzelfde jaar kreeg ze een verhouding met Jan Barteloms, zich noemende Johannes Bartholomeus Ferdinandus van Goch, een voormalige scheepschirurgijn aan wie de bordeelhoudster de medische zorg over haar meisjes had toevertrouwd. Door deze relatie raakte Smitshuizen betrokken in een al jaren durende persoonlijke vete tussen Van Goch en Hoefnagel.

Op 25 mei 1775 gingen Anna Smitshuizen en Johannes van Goch naar Ouderkerk om zijn moeder van hun voorgenomen huwelijk op de hoogte te stellen, maar al op 2 juni verbrak Smitshuizen de verloving. Het was inmiddels namelijk tot haar doorgedrongen dat Van Goch, zoals zij schreef, ‘in de publieke papieren [: publicaties] ten toon stond’ en dat ‘de hele stad [...] daar vol van’ was (gecit. Jongenelen, 159). Hiermee doelde ze op enkele pamfletten van Hoefnagel waarin deze Van Gochs handel en wandel in diskrediet had gebracht. Johannes kon Anna’s afwijzing niet verkroppen en dreigde met zelfmoord. Ook zond hij haar een pathetische liefdesbrief, naar eigen zeggen geschreven met bloed, maar deze bracht Anna niet op andere gedachten. Op 29 juni 1775, ’s avonds om negen uur, kreeg Anna bezoek van Johannes, die haar in bijzijn van haar huisgenoten een liefdesverklaring voorlas. Ook dit mocht niet baten. Op zijn smeekbede ‘Naatje, Naatje, bedenk u wel, ziet wat gij doet’ antwoordde Anna: ‘Daar valt geen bedenken aan, dit is nu afgedaan’. Haar minnaar liet zich niet overtuigen en weigerde weg te gaan. Omstreeks half elf, toen hem door alle aanwezigen werd bevolen te vertrekken, stak hij Anna neer. Zij overleed ter plaatse.

Tijdens de verhoren beweerde Van Goch dat hij zijn mes had getrokken om zelfmoord te plegen. Anna Smitshuizen had hem hiervan willen weerhouden, maar was daarbij dodelijk gewond geraakt. Deze ‘verdediging’ heeft hem niet geholpen. Op 16 januari 1776 werd Van Goch veroordeeld tot de dood door het zwaard. De gekozen ‘ordinaris’ procedure gaf hem echter de mogelijkheid de uitspraak aan te vechten, hetgeen leidde tot een slepende rechtszaak. Pas in april 1778 werd het vonnis voltrokken.

De levensbeschrijvingen

Inmiddels had het proces de nodige pennen in beweging gebracht. Eind 1777 publiceerde Hoefnagel anoniem de Merkwaardige en zonderlinge levensgevallen van Anna Smitshuizen. Daarin schilderde hij Smitshuizen af als het onschuldige meisje met blanke ziel dat het slachtoffer was geworden van een goddeloos moordenaar. Dit geschrift was mede gericht tegen zijn collega-broodschrijver Willem Ockers: volgens Hoefnagel was Ockers, als atheïst en voormalig werkgever van Van Goch, moreel schuldig aan de moord. Ockers reageerde, eveneens anoniem, met een Waarachtig bericht, meerendeels getrokken uit echte brieven en geschriften van den thans op de Gevangen-Poort geconfineerde J.B.F. van Goch. Ockers draaide de rollen om: volgens hem was de deugdzame Van Goch verleid door een sloerie. Beide teksten moeten worden aangemerkt als bijzonder tendentieus en dus onbetrouwbaar. Wel werpen ze met tal van vaak smeuïge details een uniek licht op het leven van een ‘meisje van lichte zeden’ in het Amsterdam van de jaren 1770.

Literatuur

  • [Nicolaas Hoefnagel], Merkwaardige en zonderlinge levensgevallen van Anna Smitshuizen, gewezene minnares van [...] J.B.F. van Gog (z.p. z.j. [1777]).
  • [Willem Ockers], Waarachtig bericht, meerendeels getrokken uit echte brieven en geschriften van den thans op de Gevangen-Poort geconfineerde J.B.F. van Goch (z.p. z.j. [1777]).
  • Ton Jongenelen, ‘Johannes Bartholomeus Ferdinandus van Goch. Goddeloos moordenaar, berouwvol zondaar?’, in: Anna de Haas red., Achter slot en grendel. Schrijvers in Nederlandse gevangenschap 1700-1800 (Zutphen 2002) 155-164.
  • Pieter Spierenburg, Written in blood. Fatal attraction in Enlightenment Amsterdam (Columbus, Ohio 2004).

Illustratie

Gravure, door J.J. Koller, 1777 (Universiteit van Amsterdam, Bijzondere Collecties).

Auteur: Ton Jongenelen

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 560

laatst gewijzigd: 13/01/2014

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.