Margaretha van Holland (1311-1356)

 
English | Nederlands

MARGARETHA gravin van HOLLAND, ook bekend als Margaretha van Beieren en Margaretha van Avesnes (geb. 1311 – gest. Le Quesnoy, Frankrijk 23-6-1356), door haar huwelijk keizerin van het Duitse Rijk. Dochter van Willem III, graaf van Holland, Zeeland en Henegouwen en heer van Friesland (ca. 1287-1337) en Johanna van Valois (ca. 1294-1353). Margaretha van Holland trouwde op 26-2-1324 in Keulen met Lodewijk IV van Beieren (1282-1347), rooms-koning, vanaf 1328 keizer van het Duitse Rijk. Uit dit huwelijk werden in ieder geval 5 zoons en 5 dochters geboren, van wie 1 zoon en 1 dochter jong overleden.

Margaretha werd geboren als oudste dochter van Willem III ‘de Goede’ en Johanna (Jeanne) van Valois; na haar volgden nog drie zusters en een broer; twee andere zusters stierven jong. Waarschijnlijk heeft Margaretha haar jeugd doorgebracht in de omgeving van haar moeder in Henegouwen en Frankrijk: in de rekeningen van Johanna’s hof wordt Margaretha een enkele keer genoemd. Toen Margaretha ongeveer dertien jaar was trouwde zij met de rooms-koning Lodewijk ‘de Beier’. Lodewijk was eerder getrouwd geweest en bijna dertig jaar ouder dan Margaretha. In 1325 en 1326 werden hun eerste dochters geboren.

Op 17 januari 1328 werden de zestienjarige Margaretha en haar echtgenoot in Rome tot keizerin en keizer gekroond. Margaretha heeft de plechtigheid beschreven in een brief die zij op 15 maart van dat jaar stuurde aan de abt van Egmond en die letterlijk door tijdgenoot Willem Procurator in zijn kroniek wordt geciteerd. Margaretha meldt dat zij ‘met vele eerbewijzen en plechtigheden, feestelijkheden, ceremoniën en alle mogelijke andere festijnen en praal, die hiervoor in het bijzonder passen en de gewoonte zijn, in de kerk van Sint Pieter met de cesareaanse en keizerlijke kroon op schitterende wijze zijn gekroond’ (Procurator, 1329/3).

Twee jaar later ontving abt Dirk opnieuw een brief van de keizerin met het heugelijke nieuws dat op ‘zaterdag voor Hemelvaart des Heren [12 mei 1330] met hulp van de goddelijke barmhartigheid een gezonde en welgeschapen zoon is geboren’ (Procurator, 1330/12). De eerste zoon van Margaretha werd vernoemd naar zijn vader Lodewijk en kreeg de bijnaam ‘de Romein’, naar het rooms-koningschap van zijn vader.

De Hoekse en Kabeljauwse twisten

Toen Margaretha’s broer Willem, sinds 1337 graaf van Holland, Zeeland en Henegouwen, in 1345 sneuvelde zonder kinderen na te laten, vervielen zijn gebieden aan het Roomse Rijk. Keizer Lodewijk besloot zijn vrouw Margaretha ermee te belenen. Zij trad aan als Margaretha I in Holland, Zeeland en Friesland en volgde als Margaretha II haar broer op in Henegouwen. Vanaf dat moment noemde zij zichzelf in haar correspondentie ‘Margaretha, bij de genade Gods keizerinne van Rome, gravinne van Henegouwen, van Holland, van Zeeland ende vrouwe van Friesland’.

Na haar inhuldiging in Henegouwen vertrok Margaretha op 26 maart 1346 naar haar noordelijke gewesten. Haar positie was echter omstreden: ook haar zusters maakten aanspraak op delen van de erfenis. Bovendien was er leenrechtelijke onenigheid over de vraag of vrouwen in Holland wel mochten opvolgen en of keizer Lodewijk zijn vrouw wel met het graafschap had mogen belenen. Om haar positie te versterken gaf zij haar onderdanen en steden belangrijke economische privileges, maar de verhoudingen in Holland en Zeeland bleven gespannen.

Al na zeven maanden werd Margaretha door haar echtgenoot teruggeroepen. Zij droeg het bestuur van de gebieden tijdens haar afwezigheid over aan haar tweede zoon, de dertienjarige Willem. Na de dood van Lodewijk de Beier in oktober 1347 deed Margaretha afstand van al haar aanspraken op de ‘Nederlandse’ landen, in ruil voor een hoge jaarlijkse toelage. Willem ging met deze regeling niet akkoord. In maart 1350 verscheen zij in Henegouwen en op 1 juni trok zij de macht weer naar zich toe. De tegenstelling tussen moeder en zoon was het begin van een langdurige burgeroorlog die de geschiedenis is ingegaan onder de naam Hoekse en Kabeljauwse twisten, waarbij de Hoeken Margaretha steunden en de Kabeljauwen Willem aan de macht wilden zien.

De machtsstrijd liep uit op de verwoesting van een aantal kastelen van Hoekse edelen en op een tweetal zeeslagen in 1351, waarna Margaretha de wijk moest nemen naar haar zuster Filippa en haar zwager Edward III, de koningin en koning van Engeland. Pas in 1354 slaagde Edward erin een verzoening te bewerkstelligen tussen moeder en zoon, waarbij Willem Holland, Zeeland en West-Friesland in handen kreeg en Margaretha Henegouwen kreeg toegewezen, en in ruil voor de andere gebieden een jaarlijkse uitkering ontving. Margaretha stierf op 23 juni 1356 op het kasteel van Le Quesnoy. Haar lichaam werd overgebracht naar het klooster van de Minderbroeders te Valenciennes, waar zij onder het koor werd begraven.

Reputatie

Dat Margaretha als heerseres al in haar eigen tijd omstreden was, moge duidelijk zijn. De meningen van (semi-)contemporaine kroniekschrijvers lopen dan ook uiteen. Kroniekschrijver Johannes de Beke vindt haar opvolging in Holland terecht omdat de lenen na de dood van Willem IV aan het Rijk vervallen waren. Over de partijstrijd tussen moeder en zoon is hij evenwel zeer kritisch, omdat deze het land grote schade berokkende. Anderen stellen ook de legitimiteit van de opvolging zelf ter discussie, omdat Margaretha als vrouw niet zou mogen opvolgen in het zwaardleen Holland. Ook in latere historiografie heeft Margaretha vaak een slechte naam, omdat de Hoekse en Kabeljauwse twisten mede aan haar optreden te wijten zouden zijn geweest.

Naslagwerken

Van der Aa; Biographie nationale; Dek; Kobus/De Rivecourt; Verwoert.

Literatuur en bronnenuitgaven

  • L. Boehm, ‘Das Haus Wittelsbach in den Niederlanden’, Zeitschrift für Bayerische Landes­geschichte 44 (1981) 93-130.
  • Johannes de Beke, Croniken van den Stichte van Utrecht ende van Holland, H. Bruch ed. (Den Haag 1982) 192-206.
  • H.M. Brokken, Het ontstaan van de Hoekse en Kabeljauwse twisten (Zutphen 1982).
  • D.E.H. de Boer en E.H.P. Cordfunke, Graven van Holland. Portretten in woord en beeld (880-1580) (Zutphen 1995) 95-102.
  • J.G. Smit, ‘Vorst en onderdaan. Studies over Holland en Zeeland in de late Middeleeuwen’, Miscellanea Neerlandica 12 (Leuven 1995) 112-130.
  • Willem Procurator, Kroniek, M. Gumbert-Hepp ed. en vert. (Hilversum 2001) 327, 333, 463, 487-488, 493.
  • Joachim Wild, ‘Holland. Die Wittelsbacher an der Nordsee (1346–1436)’, in: Alois Schmid en Katharina Weigand red., Bayern mitten in Europa. Vom Frühmittelalter bis ins 20. Jahrhundert (München 2005) 92-106.

Illustratie

De jonge Margaretha, getekend in een oorkonde van Lodewijk de Beier (1331). Uit: De Boer en Cordfunke, Graven van Holland, 96.

Auteur: Lisanne Vleugels

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 24

laatst gewijzigd: 13/01/2014

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.