De AHA Annual Meeting 2018 – een ijskoude ervaring
Dit jaar was het thema van het jaarlijkse congres van de American Historical Society (AHA) Race, Ethnicity and Nationalism in Global Perspective. Kenmerkend aan deze conferentie is een overweldigende hoeveelheid sessies die veelal gelijktijdig plaatsvinden. Gevolg is dat deelnemers serieus het risico lopen op keuzestress en last krijgen van fear of missing out. De subarctische temperaturen in Washington DC vormden dit jaar bij een belemmerende factor, immers hoe minder je naar buiten hoefde, hoe beter.
In dit blog licht ik twee sessies eruit, een over Nederlandse koloniale geschiedenis door niet-Nederlandse onderzoekers, en de Presidential Address. Het zijn slechts twee van de vele die ik gevolgd heb en verre van representatief voor de hoeveelheid en diversiteit aan onderwerpen van het congres. Het waren echter wel de twee sessies die er voor mij uitsprongen omdat het thema van het congres én de inhoud van de presentaties zo mooi samenvielen.
Herbergiersters, gemengde huwelijken en een witte min voor een zwarte baby
Tijdens Women and the Construction of Racial Identity in Global Dutch Communities of the 17th and 18th centuries verhaalde Erin Kramer (Universiteit van Wisconsin) over herbergiersters in het grensgebied in 17e-eeuws Nieuw Nederland. Zij runden die etablissementen vaak vanuit hun huis. Daar vond een belangrijk deel van de persoonlijke interacties tussen de kolonialisten en de lokale oorspronkelijke bevolking plaats. Vaak was er ook sprake van illegaliteit omdat er alcohol en prostitutie in het geding waren. Kramer betoogde dat het de herbergiersters waren die de grenzen van ras en gender opzochten.
Deborah Hamer (Omohundro Institute of Early American History ) richtte onze blik op Nederlands-Indië in de 17e-eeuw. Zij onderzoekt de gemengde huwelijken, tussen inheemse vrouwen en Nederlandse militairen. De koloniale autoriteiten moedigden deze huwelijken aan want ze bevorderden de maatschappelijke stabiliteit. Echter in de Nederlanden zelf werden ze niet erkend hetgeen tot grote problemen leidden wanneer een militairzijn vrouw en kinderen mee terug naar huis wilde nemen. En in het geval van overlijden of vertrek van de vader, was de situatie nog schrijnender. Kinderen werden zonder pardon in een weeshuis geplaatst, waardoor de moeder geen enkel recht van spreken meer had én het kind ontdaan werd van een deel van zijn of haar identiteit.
De derde en laatste presentatie vertelde het uitzonderlijke verhaal van een witte min en een zwart jongentje in 18e-eeuws New Jersey. Nicole Maskiell (Universiteit van South Caroline ) was dit verhaal tegengekomen in de archieven. Het jongentje was waarschijnlijk het neefje van de machtige grondbezitter James van Horn en geboren uit een illegale relatie tussen een slaaf en een van de witte dochters van de familie. Het kind kreeg de naam Philip en werd vijf jaar gezoogd en opgevoed door een witte min. In 1783 gebruikte Philip de kleur van zijn min en haar melk als argument in een rechtszaak waar hij zijn vrijheid bepleitte.
Witte vrijheid
Het is een jaarlijkse traditie dat de voorzitter van de AHA een rede uitspreekt, de zogenaamde Presidential Address. In 2017 was Tyler Stovall de voorzitter van de AHA. Hij is een eminent kenner van de Franse geschiedenis en introduceerde als een van de eerste historici in de jaren 1990 een kritische analyse van ras en klasse in de bestudering van de geschiedenis van dat land. Zijn boek Paris Noir: African Americans in the City of Light uit 1996 is misschien wel het bekendst. Het werd lovend ontvangen, zowel in de wetenschappelijke als populaire pers. Volgens het door de AHA uitgedeelde boekje ligt ‘’Paris Noir’s brilliance in its combination of graceful narrative arc with insightful critical analysis.’’ (p.10)
Stovall’s nieuwste project heet White Freedom: The Racial History of an Idea en analyseert de triomfalistische narratieven van de Franse en Amerikaanse democratieën. Zijn these is dat vrijheid van witte mensen, gedragen wordt door servitude van de zwarte bevolking in die landen. Het Engelse woord servitude valt in het Nederlands op meerdere manieren te vertalen, als dienstbaarheid maar ook als slavernij. In dit licht én gezien het thema van dit congres was het niet verwonderlijk dat zijn rede ging over raciale aspecten van het symbool bij uitstek van Amerikaanse vrijheid, het vrijheidsbeeld in New York. De titel van de rede White Freedom and the Lady of Liberty verraadt al met welke blik Stovall naar zijn onderwerp kijkt. Hij vergeleek de bedoelingen en eerste ontwerpen door de Fransen, het beeld is immers een gift van Frankrijk aan Amerika in de 19e– eeuw, met het uiteindelijke ontwerp en de ontwikkeling van de symboliek rondom het beeld vanuit historisch, feministisch en immigratie perspectief. Zijn conclusie luidde dat het beeld ontdaan is van alle verwijzingen naar slavernij en de zwarte bevolking én in de media en overheidsretoriek is geëvolueerd tot vrijheidssymbool voor Europese immigranten daarmee verworden tot een symbool van witte vrijheid.
Ras, etniciteit en nationalisme
Na afloop van deze sessies was ik, zoals gezegd, onder de indruk. In het geval van Stovall omdat hij op eloquente wijze mij met mijn witte neus op de feiten drukte. Dankzij hem bekijk ik nu iets, wat ik altijd for granted had aangenomen, met andere ogen. En in het geval van de presentaties tijdens de sessie Women and the Construction of Racial Identity omdat de sprekers zonder omhaal van woorden lieten zien dat de geschiedenis niet zwart-wit is, maar vele kanten heeft waar ras, etniciteit en nationalisme onderdeel van zijn.
– Antia Wiersma
Meer lezen over AHA18? Antia Wiersma schreef ook een blog voor het KNHG.