Historici.nl





Gepubliceerd op 04-04-2022

Dossier Oorlog in Oekraïne – Blog: Bericht uit Riga. Stad van de Vrijheid of de Overwinning?

Thuis voelt het soms alsof de geschiedenis ver weg is, diep weggestopt in het verleden of in ieder geval nergens te bekennen in de dagelijkse sleur tussen thuis en kantoor. Hoe anders voelde Riga toen ik daar een maand geleden voor mijn onderzoek aankwam, net na de Russische invasie van Oekraïne op 24 februari. Ik dwaalde rond in de oude stad toen de geschiedenis me ineens stevig bij de kraag vatte. Langzaam maar zeker werd ik omgeven door mensen gekleed in de Oekraïense kleuren en voor ik er erg in had liet ik me door een blauw-gele stroom meevoeren naar een park naast de Russische en Oekraïense ambassades. Daar was blijkbaar al een grote demonstratie tegen de Russische oorlog gaande. Hoewel ik de sprekers nauwelijks kon verstaan, spraken de protestborden boekdelen: er vallen gelukkig geen Russische bommen in Letland, maar Riga bevindt zich net als Oekraïne aan de frontlinie. Baltische politici roepen al jaren dat Rusland hun staten bedreigt, maar voor de gemiddelde inwoner van Letland maakte het niet zo veel uit of Lets of Russisch je moedertaal was. Nu is de Russische oorlog ook de gewone levens binnengedrongen en drukt op de pijnpunten uit het Letse verleden.

Vrijheidsmonument. Foto: Paul van Dijk (2022)

Vrijheid

Deze pijn is het meest voelbaar bij de twee belangrijkste monumenten die de historische herinnering en daarmee de bevolking van Riga verdelen: het Vrijheidsmonument en het Overwinningsmonument. Het Vrijheidsmonument werd in het interbellum gebouwd ter nagedachtenis aan degenen die tijdens de Onafhankelijkheidsoorlog tussen 1918 en 1920 gesneuveld waren. Bij belangrijke gelegenheden worden daar bloemen gelegd. Na de Russische inval lagen er gele en blauwpaarse bloemen om Oekraïne te steunen. Maar er lagen niet zo veel bloemen als op 16 maart, de dag waarop sinds een jaar of dertig, na de ‘Sovjetbezetting’, herdacht wordt dat het Letse Legioen als onderdeel van de Waffen-SS in 1944 tegen de Sovjettroepen had gestreden.

Nu is me verteld dat deze herdenking doorgaans vooral belangrijk is voor veteranen en politieke organisaties, die de nadruk leggen op het anti-bolsjewisme van het Legioen, maar – weinig verrassend en tamelijk verontrustend met oog op het ‘denazificeren’ van Oekraïne – Rusland vindt het moeilijk te verkroppen dat daar ‘fascisme wordt verheerlijkt’ en veel Russischtalige Letten vinden het ongemakkelijk dat de strijd tegen hun families zo wordt herdacht.[1] Ondanks deze spanningen is het afgelopen jaren toch goed gegaan, maar bij de laatste herdenking van 16 maart heeft de gemeente Riga vanwege de sterkere anti-Russische gevoelens meer politie dan anders ingezet om ongeregeldheden te voorkomen.

Overwinningsmonument. Foto: Paul van Dijk (2022)

Overwinning

Zo gek was die extra politie-inzet niet, want vrijwel direct na de Russische invasie botvierden Letse burgers hun woede en verontwaardiging op het Overwinningsmonument aan de andere kant van de stad. Dit monument, gebouwd door de Sovjets na de overwinning op het Duitse fascisme, ligt aan de overkant van de Daugava-rivier, die de stad verdeelt. Deze locatie is welhaast symbolisch voor de gespleten historische herinnering aan de Tweede Wereldoorlog. Voor de Russischsprekende Letten vormt het monument met name op 9 mei de plek om hun familiegeschiedenis en de hevige strijd tegen de Duitsers te herdenken, terwijl voor de andere Letten het monument simpelweg symbool staat voor een nieuwe bezetting (nadat het land overigens in 1940 ook al door de Sovjets was bezet).

Vandaar dat het monument al jaren het onderwerp van discussie is: moet het gesloopt worden of niet? Het is meermaals doelwit geweest van vandalisme, waaronder een mislukte bomaanslag in 1997 van ultranationalisten waarbij twee activisten omkwamen (zonder het monument al te veel te beschadigen). In de nacht na de Russische inval werd het monument met de Oekraïense kleuren beschilderd en later ging iemand het met een hamer te lijf. De politie zette bewaking in en de Russische politieke partij van Letland ruimde zelf alles op. ’s Avonds patrouilleren er Russische burgerwachten, zo is me door Letten verteld. Ik kon er maar beter niet meer komen, zeiden ze, want het kon nog wel eens gevaarlijk worden.

 

‘Meld je aan voor de Nationale Garde! Sta paraat! Wees een met ons!’ en/of ‘Help mee lunchpakketten te maken voor Oekraïense families!’ Foto: Paul van Dijk (2022)

En nu…?

Ik vraag me af of het daadwerkelijk gevaarlijk wordt in Letland. De Poetinaanhangers hier vormen een minderheid, de meeste Russischsprekende Letten vinden Poetin een ordinaire imperialist en steunen bijvoorbeeld de vluchtelingenopvang.[2] En het is natuurlijk nog maar een maand sinds de Russische invasie, dus we zullen zien of de spanningen afnemen zodra de sleur weer zijn intrede doet – veel posters voor Oekraïne zijn ook hier inmiddels vervangen door banale reclame voor festivals en bezorgdiensten.

Maar toch… er hangen ook weer nieuwe posters die jongeren oproepen zich in te schrijven voor de Nationale Garde. Een van die jongeren, Martins, een medewerker van het Nationaal Archief die me de afgelopen weken wegwijs heeft gemaakt in de stad, vertelde me trots lid te zijn van het Studentenbataljon dat stamt uit de strijd tegen de Sovjettroepen in 1991. Bovendien heeft de politiechef van Riga de Russen van de stad een paar dagen geleden gewaarschuwd dat het bijwonen van de 9-meiherdenking dit jaar gelijkstaat aan steun voor de Russische invasie en zijn er plannen om die dag bij het Overwinningsmonument een fototentoonstelling met Oekraïense oorlogsslachtoffers te houden. De spanning is dus nog lang niet uit de lucht.

Meestal kunnen Letten en Russen het prima met elkaar vinden, delen ze elkaars culturen zonder al te veel problemen en kun je moeilijk generaliseren op basis van etniciteit of moedertaal. Maar politieke kleur bekennen zet sommige vriendschappen nu al onder druk en de oorlog zou de gemoederen aan de flanken flink kunnen verhitten. Zo erg zelfs dat de kaders van het Letse leven smelten en vervormen. Wat er dan overblijft ligt aan het verdere verloop van de echt hete oorlog in Oekraïne, de Russisch-Westerse-Letse mediaoorlog, maar ook aan het blijvende vermogen van Riga om de herinnering aan zowel de Vrijheid als de Overwinning in zich te verenigen. Misschien vormt de indrukwekkende parade van protestborden in het Lets, Russisch, Oekraïens en Engels tegenover de Russische ambassade een vruchtbare bodem voor een nieuw, onverdeeld monument voor de inwoners van een stad aan de frontlinie.

‘Reïncarnatie van het kwaad: 1939-2022.’ Onderdeel van de uitstalling van protestborden, foto’s en brandende kaarsen tegenover Russische ambassade: de geboorte van een nieuwe herinneringsplek voor iedereen? In het congrescentrum op de achtergrond worden Oekraïense vluchtelingen opgevangen. Foto: Paul van Dijk (2022)

Paul van Dijk is promovendus aan de Universiteit van Amsterdam en doet onderzoek naar de veranderingen in landgebruik en volksgezondheid tussen 1861 en 1917 in twee grensregio’s in het Russische rijk, Livland en Basjkirië.

[1] Ten tijde van de Sovjet-Unie was het Letse Legioen voor de Russische bevolking van de Letse SSR al aanleiding om de Letten te beschuldigen van fascisme.
[2] Er wordt hier gezegd dat de Poetinaanhangers ook degenen waren die zich het meest verzetten tegen de coronamaatregelen en dat het doorgaans degenen zijn met de laagste inkomens. Wellicht heeft de steun voor Poetin van deze mensen te maken met hun precaire positie en democratische desillusies sinds de val van de Sovjet-Unie. Waarschijnlijk zijn er daarom ook genoeg Letten die vanwege hun wantrouwen voor het Westen nu Poetin steunen. Anderen zeggen dat het voornamelijk een generatieprobleem is en dat ook Russischtalige jongeren via TikTok bijvoorbeeld het officiële Russische perspectief overnemen.
Historici.nl
Het KNHG is de grootste organisatie van professionele historici in Nederland. Het biedt een platform aan de ruim 1100 leden en aan de historische gemeenschap als geheel. Word lid van het KNHG.
Historici.nl
Het Huygens Instituut beoogt de Nederlandse geschiedenis en cultuur inclusiever maken. Het ontsluit historische bronnen en literaire teksten en ontwikkelt innovatieve methoden, tools en duurzame digitale infrastructuur.