Historici.nl





Gepubliceerd op 11-04-2022

Dossier Oorlog in Oekraïne – Blog: Continuïteit of ontwikkeling: Russische ‘hybride oorlog’?

In een recente bijdrage betoogt Paul van Dijk terecht dat Poetin geen tsaar is. Oriëntalistische beeldvorming weerhoudt ons ervan te zien hoe het Russisch politiek en cultureel bestel zich al eeuwenlang ontwikkelt, en hoe het dezer dagen is. Vaak wordt Rusland verbeeld als statisch, en Van Dijk zinspeelt op het idee dat dat kan leiden tot ‘diplomatieke tunnelvisie’. Interessant genoeg wordt Rusland op militair vlak wél vaak als vernieuwer verbeeldt. De moeilijk te vatten term ‘hybride oorlog’ valt dan al snel. Zo’n oorlog zou het Kremlin voeren. Maar hoe nuttig is deze term om strategie en historische ontwikkelingen mee te duiden?

Historicus Mark Galeotti muntte de term ‘Gerasimov doctrine’ als synoniem voor hybride oorlogvoering, maar gaf later toe dat het meer een pakkende titel was dan een goede analytische term. De Russische generale stafchef Valery Gerasimov stelde dat geopolitieke strijd in een zeer verbonden wereld veel dimensies kent en conflicten dientengevolge ‘hybride’ zijn. Zodoende is er nauwelijks sprake van een consistente, vernieuwende Russische strategie. In plaats daarvan erkende de Russische generaal simpelweg dat de wereld veranderd is door kennisnetwerken, handel, technologie en het vervagen van (lands)grenzen.

De NAVO definieert hybride bedreigingen als een combinatie van misinformatiecampagnes, cyberaanvallen, economische druk, politieke dissidenten, irreguliere troepen en de reguliere krijgsmacht. Zo zou het Kremlin proberen verwarring te zaaien in het Westen, en de afzonderlijke landen uit elkaar spelen. 

Hybride oorlog als inconsistente strategie

Slaagt het daarin? Deels. Politiek leiders, experts en journalisten buitelen al jaren over elkaar om de aard en strategie van Poetin vast te stellen en te verklaren. Achteraf is natuurlijk pas te zien wie waarover gelijk had. Echter, de inherente tegenstelling van een eventuele hybride strategie is dat ze enerzijds ‘totaal’ is, en anderzijds gelimiteerd. Juist die inconsistentie maakt dat ze geen functionele strategie kan zijn. 

De separatisten in de Oekraïense Donbas-regio fungeerden als politiek verlengstuk van Rusland, maar wel op zo’n afstand dat betrokkenheid ontkend kon worden. In het Westen heerste daardoor verwarring en verdeeldheid, en gold het zodoende als verzwakt door desinformatie – een gelimiteerd middel dat net geen oorlog is. Maar de losse band met het Kremlin kwam de militaire slagkracht van de milities niet ten goede. Onder de separatisten zou Russisch nationalisme weinig diepgeworteld zijn, en de Moskouse connectie een pragmatische keuze. Daarop dwong de Oekraïense krijgsmacht de rebellen in het defensief. 

Moskou stuurde de separatisten steeds zwaarder materieel en meer manschappen uit de eigen gelederen. Hoewel gestoken in uniformen zonder emblemen, zaten de vingerafdrukken van het Kremlin uiteindelijk overal. Zelfs nu wordt weinig terreinwinst geboekt met een conventioneel grondoffensief, laat staan door ‘gelimiteerde’ cyberbaanvallen of misinformatiecampagnes. In veel Westerse landen bestaat bovendien nauwelijks nog significante sympathie voor Poetin. Zijn irredentisme vereist steeds gewelddadiger militair optreden en gaat zodoende voorbij iedere karakterisering van hybride.

Oeralkozakken op mars, mogelijk door Petricch Andras (1765-1842). Bron: Wikimedia Commons.

(post-)Imperiale krijgsmacht?

Niet alleen het beeld van een statisch Rusland zoals Van Dijk beschreef heeft zijn oorsprong in een oriëntalistisch narratief. Enerzijds komt uit een soortgelijke oriëntalistische redenatie ook het idee voort dat Rusland continu bezig is met het opnieuw uitvinden en ‘verbeteren’ van oorlog. Anderzijds praten Russische leiders zichzelf en hun volk ook het narratief aan dat oorlog een essentieel onderdeel van hun cultuur is.

Niet verbetering, maar continuïteit blijkt het geval wanneer we kijken naar het tsarenrijk en de Sovjet-Unie. Imperialistische expansie ging gepaard met het aanmonsteren van lokale spelers, net als in de Donbas. Denk bijvoorbeeld aan de kozakken. Hoewel zij later verder integreerden in het rijk, begonnen zij als non-state-strijders voor verschillende vorsten. Kozakken probeerden meer politieke invloed te verwerven in ruil voor militaire dienst, en soms lukte dat.

Westerse mogendheden hebben op een soortgelijke manier politiek en oorlog bedreven. De Britse East India Company koppelde bijvoorbeeld de eigen imperiale belangen aan lokale Indiase culturen. Het Westen verruilde koloniale eenheden van lieverlee voor nationale beroepslegers. Echter, waar de belangen van kozakken en Indiërs in het verlengde lagen van die van hun overheersers, lijken de hedendaagse Donbas-milities nog weinig gemotiveerd om naar Kiev te marcheren.

Westers militair onbegrip

Ruslands oorlogen veranderen minder dan soms wordt voorgesteld. Waarom dan toch de verbazing in het Westen? Misschien ligt de oorzaak daarvan vooral bij onszelf. Wij kunnen militaire gebeurtenissen tamelijk slecht op waarde schatten. Ook beperken onze discussies over de krijgsmacht zich vaak tot hoeveel het mag kosten. In het publieke debat laten we vaak na te praten over het soort oorlog waarop we ons voorbereiden, en hoe we de krijgsmacht dan wél moeten inrichten. Binnen de krijgsmacht zelf variëren de meningen. Specialisten lopen bovendien altijd het risico op professionele tunnelvisie. Zelfs de alarmerende artikelen van Marc Chavannes bieden weinig concrete houvast.

Tekst gaat verder onder afbeelding.

Een Russische T-90 tank in Zuidoost Oekraïne, vernietigd in februari of maart 2022. De T-90’s zijn opgewaardeerde varianten van de T-72, een wapensysteem uit de Sovjettijd dat tijdens de Irak-oorlog van 1990-1991 massaal door Westerse krijgsmachten werd uitgeschakeld. Om de reputatieschade wat te beperken, kregen nieuwe varianten een recenter ontwerpjaar toegewezen. Zo is de T-90 een onbedoeld en ironisch symbool van misleidende informatie en continuïteit tussen de Koude oorlog en het heden. Bron: Wikimedia Commons.

Wanneer democratieën ten strijden trekken, zoals tegen Irak in 2003, wordt een moreel goede casus belli geformuleerd of gefabriceerd. Het Irakese bewind zou banden hebben met terreurbeweging Al-Qaida en massavernietigingswapens bezitten (die het niet had, maar soit). Aan het thuisfront wordt massaal geprotesteerd tegen de oorlog: de democratie heeft een remmende werking op het gebruik van geweld door de eigen staat. Vaak menen we door oorlog te voeren iets van democratie te brengen naar het gebied in kwestie. Kortom, het zijn democratische praktijken als demonstreren en politieke verantwoording moeten afleggen aan kiezers waardoor oorlog verandert. Wanneer autoritair Rusland een klassieke vorm van imperialisme bedrijft, schrikken we ons rot. Dan noemen we het nieuw en ‘hybride’.

Dennis van der Pligt studeerde Militaire geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam en Human Geography: Conflicts, Territories & Identities aan de Radboud Universiteit Nijmegen. 

Historici.nl
Het KNHG is de grootste organisatie van professionele historici in Nederland. Het biedt een platform aan de ruim 1100 leden en aan de historische gemeenschap als geheel. Word lid van het KNHG.
Historici.nl
Het Huygens Instituut beoogt de Nederlandse geschiedenis en cultuur inclusiever maken. Het ontsluit historische bronnen en literaire teksten en ontwikkelt innovatieve methoden, tools en duurzame digitale infrastructuur.