Conferentie Politieke Geschiedenis – een verslag
Een stap terug doen en reflecteren op de stand van zaken met betrekking tot de discipline, zo omschreef Ido de Haan het doel van de conferentie The state of the Art in the History of Politics in zijn welkomstwoord. Twee volle dagen in de Koninklijke Bibliotheek brachten verschillende aspecten van de discipline politieke geschiedenis naar voren. Van de geschiedenis en cultuur van politieke geschiedenis tot nieuwe onderzoeksgebieden en -technieken. Daarnaast boden ook de verschillende pitches en posterpresentaties genoeg voer voor geanimeerde discussies in de wandelgangen.
Material turn
Barbara Stollberg-Rillinger benaderde de culturele wending van de afgelopen decennia als een paradigm shift waarbij zij politieke cultuur niet alleen als een onderzoeksveld maar ook een onderzoeksperspectief ziet. In zijn reactie gaf Marnix Beijen aan dat hij van aanhanger van de cultural turn meer en meer scepticus geworden is, omdat ‘je als historicus ervoor moet waken dat één perspectief het dominante perspectief wordt’. Ook stipte Stollberg-Rillinger de recente material turn aan en de uitdagingen die dat met zich mee brengt. Zij stelde de vraag, overigens zonder hem te beantwoorden, hoe de materiele wending te verenigen valt met de culturele omdat de fysieke realiteit net zo goed deel uit maakt van de sociale realiteit. In deze geest benadrukte Geertje Mak, die zich ondanks haar leerstoel (bijzonder hoogleraar Politieke geschiedenis van gender in Nederland) een buitenstaander voelde op deze conferentie, de geschiedenis van het lichaam als een nieuw onderzoeksveld.

Groepsportret
Bewegingen van onderop
In verschillende panels kwam het belang van de bestudering van de politiek van sociale bewegingen en bewegingen van onderop naar voren, waarbij ook een semantische discussie ontstond wat een beweging is. Een van de panelleden had hier overigens een zeer pragmatische oplossing voor: ‘Als iets een adres heeft, is het een organisatie’. Door sociale bewegingen in hun politieke, sociale en maatschappelijke context, en zowel nationaal als transnationaal te beschouwen, kunnen onderliggende patronen zichtbaar worden. Maartje Janse stelde dat verbinding een belangrijk begrip is in de bestudering van politieke instituties en sociale bewegingen. Als voorbeeld gaf ze de geschiedenis van petities door sociale bewegingen of groepen in de negentiende-eeuwse samenleving. Deze petities gaven legitimiteit aan zowel regerende lichamen (omdat zij als zodanig erkend werden) als aan degenen die de petitie indienden (omdat zij iets konden vragen).
Digital turn
Hoewel een belangrijke ontwikkeling kwam de digital turn slechts in beperkte mate aan bod in de verschillende panels. Dennis Bos wierp zich op als grootste pleitbezorger van nieuwe vormen van historisch onderzoek met behulp van digitale bronnen. ‘Gedetailleerd onderzoek naar de geschiedenis van lokale netwerken voegt iets toe aan de bibliotheek die al geschreven is’, stelde hij. Waarna hij pleitte voor een classical turn: terug naar het traditionele bronnenonderzoek maar dan met gedigitaliseerde of digitale bronnen waarmee dit geen stap terug is, maar een stap vooruit in het historisch onderzoek.
Reflectie op het vak
In het panel the History of the History of Politics kwam het doel van deze conferentie letterlijk tot uiting. Susan Legêne reflecteerde op onszelf als historici, op ons vak als producenten van kennis, op de manier waarop universiteiten toekomstige beleids- en opiniemakers opleiden en wat dit alles betekent voor onze samenleving. Ook in dit panel werd een oproep gedaan om op een meer inclusieve manier geschiedenis te bedrijven. Niet alleen door de relatie tussen de nationalistische wending in de historiografie en dekolonisatie bloot te leggen maar ook door bijvoorbeeld naar psychiatrische instellingen te kijken als politieke instituten. Het persoonlijke perspectief van de patiënt ontbreekt veelal in historisch onderzoek. Dat heeft volgens Dienke Hondius tot gevolg dat ‘vooral het frame van de goedertierenheid van de regenten/directeuren bevestigd wordt maar niet het frame van oppressie onderzocht.’
Europese integratie
De invloed van de Europese integratie op politieke geschiedenis was een andere rode draad door de conferentie heen. Susan Legêne stelde dat historici een kloof hebben gecreëerd tussen het vooroorlogse imperialisme en de naoorlogse Europese integratie terwijl het laatste het resultaat van het eerste is. Verschillende sprekers in verschillende panels stipten de noodzaak van een ander perspectief op Europese integratie aan. Zo riep Kiran Klaus Patel op tot een nieuwe onderzoeksagenda waarbij de geschiedenis van mensenrechten en klimaatverandering de onderwerpen zijn waar historici zich druk over zouden moeten maken.
Tot slot
Als voorzitter van het bestuur van de organiserende Onderzoeksschool Politieke Geschiedenis sprak Henk te Velde het slotwoord. ‘Geschiedenis gaat niet alleen over de uitkomsten of opgeleverde producten. Geschiedenis gaat vooral over discussie, de community en de interactie.’ Deze conferentie, opgesloten in de aula van de KB en verstoken van een digitale connectie met de buitenwereld, had die functie. We zullen moeten afwachten of dit ‘stilstaan bij het vak’ volgend jaar herhaald zal worden. Voor een ieder die dit jaar verstek liet gaan, zou ik zeggen, grijp dan je kans!
– Antia Wiersma
Lees ook de blog van Harm Kaal, ‘De vlag uit voor 98 jaar algemeen kiesrecht?’.