Historici.nl





Gepubliceerd op 07-04-2016

De fascinatie met groot, groter grootst….

Op 26 maart verscheen in de NRC een Wetenschap-special met het thema geschiedenis. Deze special was volgens tien vrouwelijke hoogleraren een aaneenschakeling van historische clichés met te weinig oog voor de daadwerkelijke ontwikkeling binnen de historische wetenschap. Hun reactie verscheen een week later in de NRC. De tekst hiervan was echter aangepast en daardoor volgens de ondertekenaars ook in de kern aangetast. Door systematisch alle kritiek op het auteurschap in termen van sekse eruit te halen, is de relatie tussen de eenzijdige inhoud van de special en wie of welke historici (m/v) de NRC in de special aan het woord had gelaten verdwenen. Maar juist die had hun verontwaardiging opgewekt. In de bijlage lijkt de inbreng van vrouwelijke historici op het oude adagium ‘er moet een vrouw in’. Het is niet voor niets dat de reactie aanvankelijk werd ‘geframed’ met een verwijzing naar Oscarssowhite en de Lezeres des vaderlands, en dat collectief werd ondertekend.
Daarom verschijnt hier alsnog de oorspronkelijke reactie op de Wetenschap-special over ‘big history’.

De fascinatie met groot, groter grootst….

Graag willen wij – vrouwelijke hoogleraren geschiedenis aan zes Nederlandse universiteiten – onze verbazing uitspreken over de NRC Wetenschap-special over ‘Big History’ die volgens ons bestaat uit een aaneenschakeling van historische clichés. In navolging van de ‘Lezeres des vaderlands’ die sinds enige tijd de vrouwelijke en mannelijke recensenten en besproken auteurs in boekenbijlagen telt, alsook van de Oscarssowhite-beweging die op grond van simpele cijfers een storm ontketende, beginnen we met een kwantitatieve analyse van vorm en inhoud van deze NRC-bijlage.

Van de 13 eigenstandige historische illustraties die ook nog eens alle portretten zijn, is er 1 van een vrouw (= 7,6 %). Op de 4 kleiner afgebeelde omslagen van geschiedenistijdschriften komt 1 (naakte en naamloze) vrouw voor die volgens het opschrift ‘In bed met de koning’ dook (=25% – maar van een andere categorie). De 7 filmposters die worden afgebeeld in het artikel over filmische verbeeldingen van het verleden tonen 6 mannen in de hoofdrol en twee vrouwen gepast op de achtergrond. (= samen 21% – maar van een andere categorie). In de 25 vragen van ‘De grote geschiedenisquiz’ gaat het 13 keer om een vraag naar handelingen of gebeurtenissen die betrekking hebben op een of meer geïdentificeerde personen. Daarvan gaat het slechts één keer om één vrouw (= (minder dan) 7,6 %). De auteurs van de inhoudelijke bijdragen in de special zijn 4 mannen en 1 vrouw (= 20%). In de vier door mannen geschreven artikelen worden 9 mannen en 1 vrouw (= 10%) als (ondervraagde of gelezen) informanten aangehaald of geciteerd, terwijl 2 vrouwen en 4 mannen (= 33%) volgens een bijgevoegde lijst wel geïnterviewd werden maar uiteindelijk niet aan het woord kwamen.

Collega-historica en terrorismedeskundige Beatrice de Graaf vormt met haar column een gelukkige uitzondering op de regel van het mannelijk auteurschap. Haar portret – dat geen onderschrift heeft maar door het verband met de column onmiskenbaar Beatrice de Graaf voorstelt – onderstreept haar uitzonderingspositie. Zij representeert in de bijlage een van de twee afgebeelde vrouwen die bij hun naam worden genoemd, en de enige vrouw bovendien die niet in relatie tot een man wordt gebracht. Naast haar column staat de afbeelding van een medaillon met vrouwenportret met het bijschrift: ‘Wilhelmina van Pruisen (1751-1820). Echtgenote van Willem V.’.

Achter de cijfers staan onuitgesproken aannames. Achter alles blijkt een fascinatie met en (over)waardering van (grote) politiek en krijg van helden en schurken schuil te gaan, ondanks de oppervlakkige uiteenzetting over de inbreng van eHumanities in het historische onderzoek die overduidelijk wordt verward met Big History als de geschiedenis van de mensheid vanaf de oerknal. Of eigenlijk, die fascinatie en waardering spatten van de bladzijden af. Ze zijn de welbekende ‘elephant in the room’.

Ondergetekenden zijn allen inhoudelijk betrokken geweest bij de vernieuwingen die het historisch onderzoek sinds de jaren 1980 heeft ondergaan Het is vandaag de dag niet meer mogelijk om het over geschiedschrijving te hebben zonder daarbij te denken aan de geschiedenis van het dagelijkse leven van ‘gewone mensen’ op basis van mondelinge bronnen, visuele en materiële cultuur, aan de geschiedenis van religie, van de veranderende verhoudingen tussen mannen en vrouwen, koloniale geschiedenis, migratie en slavernij, of aan de geschiedenis van de strijd voor sociale rechtvaardigheid en het ontstaan van wereldomspannende structuren van ongelijkheid. Die vernieuwingen komen voor een deel voort uit nieuwe maatschappelijke plaatsbepalingen door nieuwe bij de professionele geschiedschrijving betrokken groepen, waaronder veel vrouwen die aandacht vroegen voor sekse als categorie van historisch onderzoek. Ze hebben nieuwe grote en kleine vragen aan de geschiedenis opgeleverd en een hele reeks nieuwe historische namen. Als een van de auteurs ook maar heel even had gebladerd in het met crowd-sourcing gefinancierde, collectieve project en publiekslieveling 1001 Vrouwen, dat in een notendop één van die vernieuwingen toont, waren er in de zaterdagbijlage andere verhalen verteld en hadden in ’De grote geschiedenisquiz’ boeiender en relevantere vragen gesteld kunnen worden.

In een van de bijdragen wordt zorgelijk gesproken over de groeiende kloof tussen professionele historici die nog slechts in het Engels mogen publiceren en ‘het publiek’ dat alleen maar Nederlands wil lezen. Ons lijkt de kloof vooral een andere te zijn, namelijk één tussen clichématige grote-mannen-geschiedenis en een geschiedenis die vernieuwende verhalen over een bonte aaneenschakeling van historische thema’s voortbrengt met het doel uiteenlopende herinneringen te schragen en de nieuwsgierigheid te prikkelen. Het lijkt ons dat de media, en niet in de laatste plaats de NRC, een rol zouden kunnen vervullen in het dichten van die kloof.

Prof. Mineke Bosch, RuG

Prof. Mieke Aerts, UvA

Prof. Carla van Baalen, RU

Prof. Maaike van Berkel, RU

Prof. Maria Grever, EUR

Prof. Angelique Janssens, UM

Prof. Susan Legêne, VU

Prof. Catrien Santing, RuG

Prof. Marlou Schrover, UL

Prof. Berteke Waaldijk, UU

Meest gelezen in 2016…
Door Redactie Historici.nl
Uitnodiging tot bijdragen historicidagen 2019| inclusieve geschiedenis
Door Redactie Historici.nl
Historicidagen 2017 – Rijkdom aan ideeën
Door Redactie Historici.nl
Historici.nl
Het KNHG is de grootste organisatie van professionele historici in Nederland. Het biedt een platform aan de ruim 1100 leden en aan de historische gemeenschap als geheel. Word lid van het KNHG.
Historici.nl
Het Huygens Instituut beoogt de Nederlandse geschiedenis en cultuur inclusiever maken. Het ontsluit historische bronnen en literaire teksten en ontwikkelt innovatieve methoden, tools en duurzame digitale infrastructuur.