Historici.nl





Gepubliceerd op 10-06-2012

De Prins en de Pasja, 400 jaar Nederland Turkije

Vierhonderd jaar geleden gaf sultan Ahmed I de Nederlanders het recht handel te drijven in het Ottomaanse Rijk. Een briefwisseling tussen groot-admiraal Halil Pasja en prins Maurits was de basis voor dit privilege. Sinds 1612 is Nederland vrijwel onafgebroken in Turkije vertegenwoordigd door een ambassadeur. In het Nationaal Archief zijn topstukken te zien over de eeuwenlange relatie tussen de twee landen.

Het document waarop de viering van 400 jaar diplomatieke betrekkingen tussen Nederland en Turkije is gebaseerd, is de zogenaamd ahitname van 1612. De ahitname is een plechtige, door de sultan onder ede afgegeven verklaring. In de ahitnames van 1612, 1634 en 1680 gaat het om diplomatieke en handelsvoorrechten. De ahitname van 1680 is van kracht gebleven tot de ontbinding van het Ottomaanse Rijk in 1923. De ahitnames zijn in sierschrift geschreven en tussen de 5 en 3 meter lang. Authenticiteit krijgen de documenten door het plaatsen van de tughra van de sultan. De tughra is de handtekening én het herkenningsteken van de sultan, te vergelijken met het wapen van een Europese vorst.

De tughra wordt gevormd door het over elkaar heen schrijven van de naam van de sultan, zijn patroniem, de titel “khan” en de zinsnede “el muzaffer daima” (de eeuwig zegerijke). Het schilderen van de tughra is een kunst op zich, voorbehouden aan de neshani, zeer bekwame kalligrafen. Bijzonder is de zogenoemde “respectruimte”, de lege ruimte boven de tughra, die een indicatie geeft hoe hoog de ontvanger bij de sultan in aanzien staat.

Op 14 maart 1612 arriveerde in Istanbul de eerste Nederlandse ambassadeur, Cornelis Haga. Hij werd ontvangen door Halil Pasha en de hoogste geestelijke autoriteit, de Moefti Mehmet Efendi. Dankzij de inspanningen van Halil Pasha kreeg Haga op 1 mei 1612 een audiëntie met sultan Ahmed I. Twee maanden later kreeg Nederland de felbegeerde handelsvergunning (ahitname) en waren de officiële handelsrelaties een feit.                 

Het Ottomaanse rijk was op dat moment de sterkste en machtigste staat van de wereld. Het omvatte niet alleen het huidige Turkije, maar ook grote gebieden langs de Zwarte Zee, in de Kaukasus, het Midden-Oosten en Noord-Afrika, en een stuk van Europa tot aan Boedapest en Wenen.
Het rijk was in die periode in een permanente oorlog verwikkeld met de Habsburgers. Aangezien de Nederlanders in opstand waren tegen de Habsburgse Philips II, zagen ze in de Turken mogelijke bondgenoten.
Onder de bescherming van de capitulaties heeft de handel tussen Turkije en Nederland eeuwenlang gedijd. Na de Eerste Wereldoorlog werd het Ottomaanse Rijk grotendeels bezet door de Geallieerden. Nadat in 1922 de sultan officieel werd afgezet en Mustafa Kemal Atatürk werd erkend als de nieuwe leider van Turkije, werd in 1925 het huidige Vriendschapsverdrag tussen Nederland en de nieuwe Turkse Republiek getekend.

De tentoonstelling is verlengd tot 1 september 2012. Bij de tentoonstelling is een boekje uitgegeven in het Nederlands, Engels en Turks met afbeeldingen van alle ca. 70 objecten (€ 6,50).

Ella van Mourik-Karremans, Nationaal Archief

Historici.nl
Het KNHG is de grootste organisatie van professionele historici in Nederland. Het biedt een platform aan de ruim 1100 leden en aan de historische gemeenschap als geheel. Word lid van het KNHG.
Historici.nl
Het Huygens Instituut beoogt de Nederlandse geschiedenis en cultuur inclusiever maken. Het ontsluit historische bronnen en literaire teksten en ontwikkelt innovatieve methoden, tools en duurzame digitale infrastructuur.