Historici.nl





Gepubliceerd op 13-12-2017
Door Marieke Oprel
Avatar photo

De Van Imhoff: vergeten verleden?

“Heb je de aankondiging gezien? Zondag een nieuwe serie over Duitsers op tv! Of althans, Duitsers in Nederlands-Indië. Maar die onderzocht jij toch ook voor je promotieonderzoek?”

In de aanloop naar de uitzending van deel 1 van de serie “de Ondergang van de Van Imhoff” stond mijn telefoon roodgloeiend. Diverse familieleden en vrienden berichtten wat ik eerder die week al in de Groene Amsterdammer had gelezen: de komende weken zendt de VARA een driedelige serie uit over de ondergang van het schip de Van Imhoff. “Een vergeten zwarte bladzijde uit de geschiedenis”, “een van de grootste doofpotaffaires”, aldus de introductie. En ja, een zwarte bladzijde is het zeker. Maar vergeten en onbekend, zoals meerdere malen gesuggereerd is? Nee, toch?

 

De Ondergang van de Van Imhoff. TRAILER from Episode One on Vimeo.

Voorafgaand aan de eerste aflevering besteedde Nieuwsuur zaterdagavond kort aandacht aan de nieuwe serie. Met een fragment uit de eerste aflevering, “dit is een verhaal dat nooit verteld mocht worden”, “een gruwelijk verhaal”, waarbij de muziek deed denken aan een horrorfilm, werd de serie aangekondigd. Ook werd er een tipje van de sluier opgelicht voor aflevering 2 en 3: het NIOD, en in het bijzonder Loe de Jong, zouden een dubieuze rol gespeeld hebben.

De zorgvuldig geregisseerde en geënsceneerde serie vertelt het verhaal van de Van Imhoff aan de hand van drie personen, drie (familie)geschiedenissen. Enerzijds volgen we de Oostenrijkse Thomas Heindl en de Nederlandse Anouk Hoeksema. Thomas schrijft een boek over zijn overgrootvader, die als Duitser tijdens de oorlog in Nederlands-Indië geïnterneerd was. Anouk is de kleindochter van Herman Hoeksma, kapitein op de Van Imhoff. Hij was degene die opdracht had gekregen de Duitse gevangenen naar Brits India over te brengen en die besloot de honderden gevangenen aan hun lot over te laten. Anderzijds maken we kennis met journalist Dick Verkijk. In 1964 maakte hij voor de VARA-actualiteitenrubriek “Achter het nieuws” een item over de scheepsramp. Het filmblik met opschrift “van Imhoff” bleef echter jarenlang in de kast liggen; de leiding van de VARA verbood uitzending van het filmmateriaal. Het verhaal van de honderden geïnterneerde Duitsers die de Nederlanders moedwillig lieten sterven was te beschamend voor Nederland.

Het is niet mijn intentie de serie samen te vatten. Ook schrijf ik deze blog niet om kritiek te spuien; per slot van rekening ben ik de laatste die klaagt wanneer er meer aandacht besteed wordt aan de Nederlandse naoorlogse geschiedenis, en de behandeling van Duitsers in het bijzonder. Wat ik mij afvraag is in hoeverre de geschiedenis van de Van Imhoff daadwerkelijk onbekend was bij historici. Ik leerde er namelijk wel degelijk over tijdens mijn opleiding Geschiedenis. Sterker nog, een van mijn medestudenten schreef er in haar RMA-scriptie over. Ook leerde ik dat Duitsers en Nederlanders eeuwenlang in vrede met elkaar samenwoonden, zoals de voice-over na een kwartier zo plechtig voordraagt. Ze deelden hetzelfde bevoorrechte koloniale leven, gingen naar dezelfde verenigingen, waren elkaars buren. Een “tropische idylle”, waar de oorlog abrupt een einde aanmaakte.

Ik zal niet ontkennen dat bij het grote publiek de scheepsramp met de Van Imhoff veelal onbekend was. Illustratief is dat Anouk niet weet welke cruciale rol haar opa speelde in het drama. Zoals het NRC mooi verwoordde in een recensie: “Het verhaal van kapiteinskleindochter Anouk Hoeksema staat symbool voor hoe Nederland met de ramp omging. Ze wist namelijk van niets.” Dat wil echter niet zeggen dat het verhaal compleet in de vergetelheid geraakt was. Er is over gepubliceerd, zowel in Nederland als in Duitsland.

Natuurlijk is het meest opmerkelijk aan deze televisieserie hoe journalist Verkijk in de jaren ’60 tegengewerkt is. Dat uiteindelijk 53 jaar later toch een serie door de VARA uitgezonden wordt dan ook gezien als rehabilitatie. Belangrijker nog is dat er – hoewel veel te laat –  voor de nabestaanden eindelijk erkenning komt. Maar historici zouden zich naar aanleiding van deze serie eens achter hun oren moeten krabben. Moet van een belangrijke gebeurtenis eerst een televisie serie worden gemaakt om mensen kennis te laten maken van (pijnlijke) historische gebeurtenissen? Moet er eerst een (soap-achtig) filmscenario geschreven worden om mensen historisch besef bij te brengen? En, zo ja, wat betekent dit voor onze geschiedbeoefening?

Zelf overweeg ik al enige tijd mijn onderzoek naar het lot van Duitsers in Nederland net na de oorlog ook om te werken naar een documentaire. Het zou een aanvulling zijn op de documentaire over Duitsers in Suriname van Dorna van Rouveroy en nu deze televisieserie. Het zou de Nederlandse televisiekijker laten kennismaken met nog een vergeten bladzijde uit de naoorlogse geschiedenis. Erkenning opleveren voor de nabestaanden, die in elk gesprek dat ik met ze voer benadrukken dat ze geen (financiële) compensatie willen, maar enkel bewustwording en begrip ten aanzien van hun (familie)verleden. Maar ik ben huiverig voor een dergelijke stap. Kan ik mijn wetenschappelijk onderzoek – gebaseerd op juridische bronnen waar geen enkel filmrolletje tussen zat – wel vertalen naar filmbeeld zonder afbreuk te doen aan het verleden? Verkoop ik mijn ziel niet aan de duivel, wanneer ik toe sta dat archiefstukken zullen worden voorgedragen door een voice-over, begeleid door willekeurige sepia beelden en spannende muziek?

Ik kijk uit naar aflevering twee en drie die de komende zondagen te zien zijn. Maar bovenal ben ik benieuwd wat de nu al veelbesproken televisieserie op de lange(re) termijn teweeg gaat brengen. Want dat geschiedenis populair is, en televisie een belangrijk medium, dat weten we. Hoe gaan we als historici hier mee om? Gaan we erin mee, dragen we eraan bij, met een kritische analytische blik? Of verafschuwen we dergelijke producties, zoals sommigen ook Soldaat van Oranje hebben bekritiseerd?

– Marieke Oprel

Avatar photo
Marieke Oprel is als promovendus verbonden aan de Vrije Universiteit (VU) en het Duitsland Instituut (DIA) in Amsterdam. Ze is voorzitter van Jong KNHG.
Alle artikelen van Marieke Oprel
Historici.nl
Het KNHG is de grootste organisatie van professionele historici in Nederland. Het biedt een platform aan de ruim 1100 leden en aan de historische gemeenschap als geheel. Word lid van het KNHG.
Historici.nl
Het Huygens Instituut beoogt de Nederlandse geschiedenis en cultuur inclusiever maken. Het ontsluit historische bronnen en literaire teksten en ontwikkelt innovatieve methoden, tools en duurzame digitale infrastructuur.