Historici.nl





Gepubliceerd op 28-05-2020

Dossier Toegepaste Geschiedenis – De coronacrisis als uitdaging voor maatschappijkritische historici

De COVID-19-crisis heeft veel historici in de pen doen kruipen. De dreiging van het virus en de maatschappelijke en politieke reacties daarop nodigen dan ook uit tot historische verwijzingen en vergelijkingen. De voorbeelden van pandemieën liggen voor het grijpen en zijn allemaal de revue gepasseerd: van de builenpest, over de pokken en de veepest, over tyfus, cholera en tuberculose tot en met de Spaanse griep van 1918, de Aziatische griep van 1957 en ga zo maar door. Bovendien lijken ook de reacties op deze epidemieën in het verleden vaak heel erg op de maatregelen die vandaag worden genomen; denk maar aan de quarantainemaatregelen van de late middeleeuwen en de vroegmoderne periode, de sanitaire en hygiënische maatregelen vanaf de negentiende eeuw, de zoektocht naar vaccins, enzovoort.

De vraag die ik in dit korte stukje wil behandelen, is wat de maatschappijkritische meerwaarde is van het historische perspectief dat daarbij naar voren komt. Het ideaalbeeld dat ik van geschiedschrijving heb, is dat het de huidige situatie in een kritisch licht plaatst en dus de status quo bevraagt. Het komt mij voor dat de meerderheid van de historische reflecties over pandemieën daar te weinig in slagen, en ik vraag me af hoe dat komt. Voorlopig, en als voorzet tot verdere discussie daarover, zie ik twee redenen.

1. Vaak worden voorbeelden uit het verleden aangehaald als een soort precedenten. Historische voorbeelden tonen dan aan dat de mechanismen van vandaag ook in het verleden al speelden, volledig of gedeeltelijk. Dat gaat dan bijvoorbeeld over quarantainemaatregelen, die in het verleden inderdaad hun nut hebben bewezen. Het probleem is echter dat daarmee de huidige aanpak niet kritisch wordt bevraagd maar eerder wordt gelegitimeerd. Dat kan een bewuste keuze zijn uiteraard, ter ondersteuning van het beleid, maar dan stelt zich de vraag wat de meerwaarde van de historische reflectie überhaupt is. Mij lijkt het in de huidige context belangrijker om een historische blik te ontwikkelen die vragen oproept, eerder dan de status quo bevestigt.

2. Het verleden wordt ook vaak behandeld als een casus die helpt testen of bepaalde mechanismen die vandaag verondersteld worden te werken, dat in het verleden ook deden. Dat kan eveneens worden geïllustreerd met stukken over quarantainemaatregelen, waarin bijvoorbeeld wordt geargumenteerd dat steden die in 1918 dergelijke maatregelen troffen, minder doden telden dan steden die dat niet deden. Hier stelt zich echter de vraag of de variabelen die er toe doen wel echt getest worden. Zoals William Sewell in zijn boek Logics of History (2005) betoogt, veronderstelt dit immers dat de casussen niet alleen voldoende onafhankelijk van elkaar zijn (zodat de ene casus de andere niet beïnvloedt) maar ook voldoende equivalent. Dat laatste houdt in dat de potentiële variabelen min of meer identiek zijn en dat er geen potentiële variabelen zijn die in de ene casus wel en in de andere niet aanwezig zijn. Daaraan lijkt me in de stukken over de coronacrisis meestal niet voldaan, omdat zowel het onderzochte pathogeen als de maatschappelijke context (de bevolkingsdichtheid, de weerbaarheid van de bevolking, de huisvesting, de gezondheidszorg) in de regel fundamenteel anders zijn.

Een lege klas in Zweden, niet vanwege lockdown maar omdat werkelijk iedereen ziek is van de Aziatische griep, 1957

Uiteraard wil ik hiermee niet zeggen dat we dergelijke oefeningen niet moeten doen, maar mijns inziens zijn er krachtiger manieren om een kritisch perspectief aan te brengen. Ik geef er twee die ik zelf recent heb aangewend.

1. De afstand die in een historisch perspectief wordt gecreëerd maakt het mogelijk om de hedendaagse ontwikkelingen te objectiveren. Vanuit een langetermijnperspectief blijkt bijvoorbeeld dat de totale mortaliteitscijfers (in verhouding tot de totale bevolking) vandaag veel lager zijn dan in alle bovengenoemde epidemieën, wat vragen oproept met betrekking tot de vandaag gemaakte afweging tussen baten en kosten (in de bredere zin en op langere termijn). Dit komt pas in beeld als we naar historische verschillen kijken, eerder dan naar overeenkomsten. In het concrete geval van de coronacrisis kan dit leiden tot debat over de balans tussen de sociale en politieke prijs van lockdownmaatregelen enerzijds en de winst in gemiddelde levensverwachting anderzijds.

2. Een langetermijnperspectief maakt het ook mogelijk om de huidige aanpak te denaturaliseren door de bredere culturele patronen erachter bloot te leggen. Met betrekking tot de coronacrisis hebben sommigen, onder wie ikzelf, bijvoorbeeld gewezen op de historische ontplooiing en ontwikkeling van bio-macht of bio-politiek (en de bijhorende hang naar veiligheid en controle), zoals vooral Michel Foucault die vanuit historisch perspectief heeft geconcipieerd. Dit zijn mechanismen die doorheen de tijd verschillende mutaties doormaakten, maar die niettemin helpen verklaren waarom de antwoorden op de crisis vandaag zijn wat ze zijn. Zo’n ‘genealogische’ benadering is bijna per definitie maatschappijkritisch, omdat ze in essentie de machtsfactoren onthult waarop beleid en maatschappelijk handelen berusten. Dat is des te meer het geval in de coronacrisis, aangezien het centrale element in deze benadering de relatie tussen macht en wetenschap is, het onvermijdelijke brandpunt van de meest urgente debatten vandaag.

Bert de Munck is hoogleraar aan het Departement Geschiedenis van de Universiteit Antwerpen

Historici.nl
Het KNHG is de grootste organisatie van professionele historici in Nederland. Het biedt een platform aan de ruim 1100 leden en aan de historische gemeenschap als geheel. Word lid van het KNHG.
Historici.nl
Het Huygens Instituut beoogt de Nederlandse geschiedenis en cultuur inclusiever maken. Het ontsluit historische bronnen en literaire teksten en ontwikkelt innovatieve methoden, tools en duurzame digitale infrastructuur.