Historici.nl





Gepubliceerd op 02-10-2020

Dossier Toegepaste Geschiedenis – Verslag webinar OPG: Het nut en gebruik van applied history

Na de uitbraak van de COVID-19-pandemie onderstreepte vrijwel ieder opiniestuk van historici helder het belang van het toepassen van inzichten uit het verleden op het heden. Maar wat betekent dat dan eigenlijk, toegepaste geschiedenis of applied history? Moeten historici juist meer beleidsrapporten schrijven, liever media-interventies plegen of uiteindelijk lid worden van het Outbreak Management Team? Om nader te reflecteren op applied history organiseerde de Onderzoekschool Politieke Geschiedenis (OPG) bij haar online opening van het academisch jaar een discussie tussen vijf historici over hun visies op toegepaste geschiedenis.

Meer dan politieke geschiedenis

Al vrij snel waren de sprekers het eens dat toegepaste geschiedenis niet hetzelfde is als politieke geschiedenis. Volgens Catrien Santing ligt de maatschappelijke relevantie van historici in tijden van corona niet zozeer in het bestuderen van middeleeuwse quarantainemaatregelen. Crises leiden vaak tot een zoektocht naar betekenis: juist de analyse van hoe mensen met pandemieën omgingen en welke narratieven hierin een rol speelden, kan ons verder helpen. Toegepaste geschiedenis omvat meer dan in historisch onderzoek geworteld beleidsadvies, maar is er wel een belangrijk onderdeel van. Zowel Irène Hermann als Harm Kaal constateren dat er vanuit organisaties en overheidsinstituties meer vraag ontstaat naar historische expertise. Het is alleen vaak niet gemakkelijk om hierop een voor beide partijen bevredigend antwoord te geven.

Hoe leren we van het verleden?

Waar lange tijd de vraag omstreden was of historici überhaupt lessen uit het verleden konden trekken, bleek uit de discussie dat het tegenwoordig steeds meer de vraag is hoe historici deze inzichten kunnen leren en toepassen. De vergelijking met het verleden alleen is volgens Ido de Haan hiervoor weinig overtuigend: welke concrete lessen biedt deze, en klopt bovendien de vergelijking wel? Dat wil echter niet zeggen dat deze lessen een-op-een toepasbaar zijn op actuele vraagstukken. Bijna alle sprekers benadrukten dat geschiedenis inspireert en het mogelijk maakt om creatief na te denken over zowel het heden als de toekomst. Desalniettemin blijkt het voor academisch historici vaak moeilijk om de brug te slaan naar de actualiteit. Wat in de discussie mede door tijdgebrek minder naar voren kwam, is dat historici in de praktijk al op allerlei manieren bezig zijn met applied history, van de erfgoedsector tot denktanks over internationale betrekkingen.

In lijn met het door haar en anderen geschreven manifest stelt Catrien Santing dat we als historici vaak veel te voorzichtig zijn in het agenderen van patronen en lessen uit het verleden. Volgens haar is het belangrijk om als beroepsgroep te leren meer met bestuurders in contact te komen, en vooral om een taal te spreken die beter aanslaat in het publieke debat. Vanuit een ander perspectief hoopt Jelle van Lottum dat het mede door hem opgerichte Journal of Applied History historici internationaal helpt en stimuleert om deze verbindingen wel te leggen. Dat een vastomlijnde methodologie ontbreekt, betekent evenwel niet dat geschiedenis niet toepasbaar is. Harm Kaal verwijst naar succesvolle voorbeelden als het Britse History and Policy en naar een eigen recent onderzoek in opdracht van de Tweede Kamer over digitaliseringsvraagstukken. Dit liet zien hoe een beter begrip van het verleden een instituut wel degelijk kan helpen zich beter te oriënteren op beleidskeuzes en beleid maken.

Beperkingen en begripsverwarring

Er zijn ook kanttekeningen bij de bruikbaarheid van applied history. Ten eerste is er twijfel of zowel politici als het bredere publiek wel bereid zouden zijn naar historici te luisteren en of ze dat niet heel selectief zouden doen. Ten tweede kan vanuit het heden beredeneerde toegepaste geschiedenis mogelijk leiden tot anachronismen of een teleologische bias. Ten derde is de vraag gerechtvaardigd of het wel wenselijk is dat historici zich meer gaan richten op de actuele inzet van hun kennis.

Bij dit laatste punt ontstond begripsverwarring met maatschappelijke valorisatie en wetenschappelijke objectiviteit. Volgens Ido de Haan moeten historici hun onderzoeksagenda niet laten bepalen door wat beleidsmakers relevant vinden. Volgens hem ligt de maatschappelijke rol van historici eerder in het deconstrueren van mythes en het in kaart brengen van complexiteit.

Toekomst

Als er iets blijkt uit deze discussie over applied history, is dat er een groeiende behoefte is onder historici om inzicht te bieden in klimaatverandering of de COVID-19-crisis, maar dat vaak niet duidelijk is op welke manier. Het is hierbij cruciaal om applied history niet te reduceren tot beleidsadvies op bestelling, maar als manier om creatief na te denken over hoe alle vormen van historisch onderzoek kunnen bijdragen aan actuele of toekomstige vraagstukken. Tegelijkertijd moet er nagedacht worden over hoe beleidsmakers, politici en (overheids)organisaties beter betrokken kunnen worden bij historisch onderzoek. Wat vooral van belang is, is dat het niet bij reflectie blijft en dat historici over hun scepsis heen stappen en applied history in de praktijk gaan brengen.

Paul Reef is als promovendus Geschiedenis verbonden aan de Radboud Universiteit te Nijmegen. Zijn promotieonderzoek richt zich op de globalisering van protest rondom internationale sportevenementen sinds 1945.

Historici.nl
Het KNHG is de grootste organisatie van professionele historici in Nederland. Het biedt een platform aan de ruim 1100 leden en aan de historische gemeenschap als geheel. Word lid van het KNHG.
Historici.nl
Het Huygens Instituut beoogt de Nederlandse geschiedenis en cultuur inclusiever maken. Het ontsluit historische bronnen en literaire teksten en ontwikkelt innovatieve methoden, tools en duurzame digitale infrastructuur.