Emma Mojet wint Elsevier Weekblad/Johan de Witt-scriptieprijs
Emma Mojet (Universiteit Utrecht) heeft met haar masterscriptie ‘Early Dutch Interest in Newtonian Mathematics’ de Elsevier Weekblad/Johan de Witt-scriptieprijs voor geschiedenis gewonnen. De prijs werd voor de vierde maal uitgereikt. Sanne Hermans (Rijksuniversiteit Groningen) kreeg voor haar bachelor-scriptie ‘Een zwart Decor, Theatrum mundi-metaforiek in gedichten van Joachim Oudaen op de gebroeders De Witt’ de aanmoedigingsprijs.

Emma Mojet met Arendo Joustra, hoofdredacteur Elsevier Weekblad (rechts) en Christian Melsen, voorzitter Vrienden van De Witt (links). Foto: Peter Hilz
De Elsevier Weekblad/Johan de Witt-geschiedenisprijs gaat jaarlijks naar de beste bachelor- en/of masterscriptie die betrekking heeft op de Republiek der Nederlanden in de 17e eeuw. Het doel is het stimuleren van historisch onderzoek naar dit tijdvak. De prijs is een initiatief van de historische vereniging Vrienden van De Witt in samenwerking met Elsevier Weekblad. De prijswinnaars ontvingen geldprijzen van € 1500,- en € 200,-.
Winnende masterscriptie
De jury was unaniem van oordeel dat Emma Mojet met haar masterscriptie een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan een beter inzicht in het verrassende gebruik van de wiskunde en natuurkunde van Newton door Adriaen Verwer bij diens bestrijding van de denkbeelden van Spinoza. De auteur schetst volgens de jury in een vlotte stijl de theologische achtergrond van Verwer en zijn inspanningen om de nieuwe ideeën van Newton te doorgronden. Zij schrikt er niet voor terug om wiskundige vraagstukken te behandelen en de briefwisseling in het Latijn als een primaire bron te gebruiken. De jury vindt de scriptie van een zeer hoog wetenschappelijk vakmanschap.
De masterscriptie van Emma Mojet gaat over de interesse voor de wiskunde van Newton in de tweede helft van de 17e eeuw. De scriptie richt zich hierbij op Adriaen Verwer, die onderdeel uitmaakte van een groep amateur wiskundigen. Diens interesse in de Principia van Newton kwam vooral voort uit het idee om hiermee Spinoza’s idee van een passieve God te weerleggen. Verwer had in zijn theologische werken al afstand van Spinoza genomen en zocht nu in de wiskunde en natuurkunde van Newton bewijzen voor externe krachten in de natuur die het ingrijpen van God konden aantonen. Deze externe krachten vond hij terug in Newtons beschrijving van de zwaartekracht en de ellipsvormige omwenteling van de planeten. De briefwisseling van Verwer met enkele vooraanstaande wiskundigen tonen aan dat hij actief op zoek was naar achtergrondkennis om Newton’s werk volledig te begrijpen om zodoende zijn denkbeelden beter te kunnen onderbouwen. Verwers werk vergrootte de bekendheid met het werk van Newton binnen de Republiek en zorgde ervoor dat de tweede druk van diens Principia een groot commercieel succes werd.
Aanmoedigingsprijs
De jury was eveneens unaniem in het oordeel dat Sanne Hermans in haar bachelorscriptie duidelijk blijk heeft gegeven van deskundigheid bij het analyseren van literaire bronnen. Haar onderzoek van de teksten op basis van literaire kenmerken is helder en levert nieuwe inzichten op. De scriptie toont overtuigend aan dat de combinatie van geschiedenis en historische letterkunde een meerwaarde heeft voor het historisch onderzoek.
De bachelorscriptie van Sanne Hermans gaat uit van de gewelddadige moord op de gebroeders de Witt tijdens het rampjaar 1672. Deze gebeurtenis maakte een diepe indruk op tijdgenoten en leidde tot een felle polemiek tussen voor- en tegenstander van het regime van de ‘Ware Vrijheid’. Staatsgezinde voorstanders, zoals Joachim Oudaen, probeerden in hun publicaties vooral het onrecht dat de gebroeders was aangedaan aan te tonen. In de scriptie onderzoekt Hermans een drietal werken van Oudaen en richt zich daarbij op de literaire toepassing van de theatrum mundi – metafoor. Deze metafoor beschouwt de gebeurtenissen in de wereld als een toneelstuk met daarin tragedies als komedies waarin iedereen zijn eigen rol speelt. De scriptie onderzoekt welke stijlelementen Oudaen gebruikt om zijn lezers te beroeren. Zo gebruikt hij de stijlfiguur van het ooggetuigenverslag en plaatst de moord in een breed wereldpolitiek kader door deze gebeurtenis te vergelijken met de vervolging van protestanten in het buitenland. Hiermee raakt Oudaen bewust een gevoelige politieke snaar waarmee hij kritiek kan uiten op de heersende dogmatische religieuze rechtlijnigheid binnen de Republiek.

Sanne Hermans en Christian Melsen Foto: Peter Hilz / HH