Historici.nl





Gepubliceerd op 18-05-2015
Door Susan Hogervorst
Avatar photo

Heeft het nieuwe eindexamen Geschiedenis toekomst?

Terwijl ik dit schrijf buigen zo’n 75.000 scholieren zich hun eindexamen Geschiedenis. Dat is op zichzelf al iets om bij stil te staan, maar extra bijzonder is het feit dat er dit jaar voor het eerst een volledig nieuw geschiedenisexamen is afgenomen. Tot nu toe moesten middelbare scholieren zich concentreren op twee thema’s die elk om het jaar wisselden, maar vanaf nu vormt het stelsel van de Tien Tijdvakken de basis voor het eindexamen. Dit tijdvakkenstelsel werd tien jaar geleden al ingevoerd – zo lang is dus de echo van onderwijsvernieuwingen. En de discussie is nog lang niet ten einde. Pas in de komende weken, wanneer de geschiedenisdocenten aan de bak moeten om de examens na te kijken, zal duidelijk worden in hoeverre het nieuwe eindexamen geslaagd is.

Feiten vs. grote lijn    De geschiedenis van het geschiedenisonderwijs in Nederland leert dat in feite al sinds de jaren zestig gaat om een strijd tussen feitenkennis (namen en jaartallen) en de grote lijn (oriëntatiekennis). Tot die tijd bestond het geschiedenisonderwijs op de middelbare school uit een overzicht van de westerse en politieke geschiedenis. Dat overzicht stopte meestal zo rond 1900. Pas door de opkomst van de sociale wetenschappen, en eveneens door de recente oorlogservaringen, werd eigentijdse geschiedenis deel van het curriculum. Eind jaren zestig veranderden ook de opvattingen over de aard van het geschiedenisonderwijs. Naast vakkennis moesten ook vaardigheden worden aangeleerd. Leerlingen moesten leren vragen stellen, bronnen analyseren, oorzaken en gevolgen onderscheiden en zelf een interpretatie van het verleden geven. Ook werden aan de traditionele historische onderwerpen nieuwe thema’s toegevoegd, zoals de geschiedenis van ‘gewone mensen’, vrouwengeschiedenis en mentaliteitsgeschiedenis.

Mammoetwet   De discussie over de inhoud van het vak geschiedenis kreeg met de invoering van de Mammoetwet in 1968 een nieuwe dimensie. Niet zozeer omdat de oude aparte schoolvakken geschiedenis en staatsinrichting werden samengevoegd, maar omdat vanuit het ministerie van onderwijs al snel een discussie werd aangezwengeld over een centraal eindexamen voor alle vakken. Zeer tegen de zin van veel geschiedenisleraren zou geschiedenis geen uitzonderingspositie mogen innemen. In het schooljaar 1981-1982 werd het centrale examen voor het eerst verplicht voor alle scholen. Daarna is het Geschiedenisexamen door diverse werkgroepen en adviescommissies steeds opnieuw aangepast aan de eisen van de tijd.

De iconen van de tien tijdvakken, gepresenteerd in 2001

 

Tijdvakken en canon   De laatste twee grote curriculumvernieuwingen waren het genoemde Tijdvakkenstelsel (2001) en de Canon van Nederland (2006). Met de tijdvakken beoogde de Commissie-De Rooy de oriëntatiekennis van leerlingen vergroten. Aangevuld met het aanleren van historisch redeneren zou dit moeten leiden tot meer historisch besef. Vervolgens presenteerde de commissie-Van Oostrom de Canon van Nederland. Ook dit overzicht van vijftig vensters dient als leidraad voor het geschiedenisonderwijs. Samen met de kenmerkende aspecten die bij elk van de Tien Tijdvakken horen, en de vier thematische ‘contexten’ die uit dit alles voor het examenprogramma werden gedestilleerd, is het er niet overzichtelijker op geworden.

Geschiedenis van de toekomst   Hoewel de implementatie van de canon tot felle tegenstand leidde van enkele historici, lijken de discussies over het geschiedenisonderwijs grotendeels aan de historici aan de Nederlandse universiteiten voorbij te gaan. In de ons omringende landen is dat heel anders. Op vrijdag 5 juni wordt aan de Vrije Universiteit in Amsterdam #Geschiedenis2032 georganiseerd, een landelijke discussiemiddag over het geschiedenisonderwijs van de toekomst. Welke historische kennis en vaardigheden hebben kinderen die nu geboren worden straks nodig? Is er toekomst voor de tijdvakken en de canon? De inzichten van de middag zullen live worden aangeboden aan het Platform #Onderwijs2032 van het ministerie. Ik zeg: wat een mooie kans voor historici om mee te denken over deze valorisatie pur sang van hun expertisegebied.

Bij de Eindexamenklachtenlijn zijn rond 13.30 vanmiddag nog niet opvallend veel klachten binnengekomen. ‘De klachten die er zijn, gaan vooral over het feit dat het moeilijk was om in te schatten hoe gedetailleerd je alle stof moest leren’, aldus de klachtencoördinator. Tsja, dat is waarschijnlijk nog de nieuwigheid.

Avatar photo
Susan Hogervorst is universitair docent historische cultuur en geschiedenisdidactiek aan de Open Universiteit. Daarnaast is ze als onderzoeker verbonden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam in het project WAR! Popular Culture and European Heritage of Major Armed Conflicts, waarin ze zich richt op het gebruik van ooggetuigenherinneringen in musea, in de klas en online.
Alle artikelen van Susan Hogervorst
Historici.nl
Het KNHG is de grootste organisatie van professionele historici in Nederland. Het biedt een platform aan de ruim 1100 leden en aan de historische gemeenschap als geheel. Word lid van het KNHG.
Historici.nl
Het Huygens Instituut beoogt de Nederlandse geschiedenis en cultuur inclusiever maken. Het ontsluit historische bronnen en literaire teksten en ontwikkelt innovatieve methoden, tools en duurzame digitale infrastructuur.