Het standbeeld van Erasmus in Rotterdam, baken van tolerantie
Lyrics
They’ll Build a Statue of You by Willie Nile 1980
They’ll build a statue of you to commend the deeds you’ve done
Face your figure to the west to gaze off in the sun
They’ll build a statue of you of your heritage and fame
Pay you all their due respects like… “Here’s to what’s his name”
They’ll build a statue of you they’ll chistel down your nose
Plant some trees around you they’ll wash you with a hose
They’ll put you in the finest clothes your worthiness complete
Now pidgeons can shit in your ears and dogs piss on your feet
The winter winds will whip your back the hail will bite your hand
The April rain will strike your face I hope you understand
They’ll build a statue of you your countenance will shine
Fine ladies and fine gentlemen will drink you up like wine
I’ll bet you think that what you do will make the angels sing
But baby I am telling you it doesn’t mean a thing…
Standbeelden: ze zijn een al dan niet wanstaltig eerbetoon aan lieden die (n)iets hebben gepresteerd. Dictators laten ze vaak al bij leven van zichzelf vervaardigen, in overtreffende trap: groot, groter, groots. Standbeelden staan in de buitenruimte of in een museum. Ze ontlokken een blik van nieuwsgierigheid of herkenning en verwekken vreugde, ontroering of afschuw. In roerige tijden, bij wisseling van religie of regimes, worden ze weleens omver getrokken. Het overkwam onder meer Lenin, Stalin, Hitler en Saddam Hoessein. Mao doet het beter. Van hem werd zelfs nog in 2016 een ruim 36 meter hoge ‘gouden’ beeld onthuld in het Chinese dorp Zhushigang (Hunan). Naar verluidt werd het ook weer afgebroken omdat het op het land stond van een onwillige boer (of meer waarschijnlijk: omdat het internationaal werd bespot, want ook dat gebeurt met beelden).
Verplaatsen van standbeelden komt ook voor, bijvoorbeeld naar een park aan de rand van de stad (zie het Memento Park in een uithoek van Boedapest), waar ze ontdaan van hun context een wat zielloos bestaan leiden, goed voor een wandeltocht langs verweesde werken. Erasmus heeft in Rotterdam al een standbeeld sinds 1549, altijd op een goede plek in het centrum, een langdurig eerbetoon met een politiek randje.
Vanzelfsprekend
Erasmus (1469-1536) heeft een standbeeld in zijn geboorteplaats Rotterdam. Het bronzen beeld van Hendrick de Keyser (1565-1621), nu bij de Laurenskerk, is het oudste bronzen beeld in de buitenruimte in Nederland. Hoe Erasmus zou hebben gedacht over een standbeeld wordt goed verwoord in bovenstaande tekst van Willie Nile. Hoe huidige bezoekers aankijken tegen het standbeeld? Waarschijnlijk vindt ‘men’ het vanzelfsprekend. Erasmus is wereldberoemd en dus richt je een standbeeld voor hem op. Een ‘vanzelfsprekend’ eerbetoon dus en/of een vroege blijk van ‘marketing?’ Feico Houweling wijst in zijn boek ‘Steden van Erasmus De opmerkelijke rol van Rotterdam en Gouda in de Nederlandse Opstand (Vianen, 2017) op de politieke aspecten van de plaatsing van dit en vorige beelden van Erasmus in Rotterdam.
Verschillende beelden
Al in 1549 was er een houten beeld, in 1557 gevolgd door een stenen beeld op de Grote Marktbrug. In 1622 verschijnt Erasmus in brons en in 2017 in 3d print, gifgroen in de tuin van het Schielandshuis.
Kerkhistoricus H. ten Boom, verwijzend naar het eerste beeld, stelt terecht dat voor het eerst een persoon wordt uitgebeeld, niet zijnde een heilige of een mythologische figuur, maar een pas overleden tijdgenoot (Feico Houweling, p. 20). Dat maakt het beeld bijzonder. De toenmalige machthebbers waren bepaald niet gecharmeerd van de denkbeelden van Erasmus. Hoe zit dat dan? Het eerste (bewegende) houten beeld dat in 1549 gepresenteerd werd aan de streng katholieke kroonprins Filips II bij zijn bezoek aan Rotterdam werd mogelijk ‘voortbewogen’ door een student die een tekst declameerde waaruit de toewijding van Rotterdam aan Erasmus bleek; feitelijk een provocatie aan het adres van de Habsburgers (Karel V, kroonprins Filips II) die niets van humanisme en godsdienstvrijheid moesten hebben. In de woorden van Feico Houweling ‘een burgerlijke demonstratie van de erasmiaanse geest die in Rotterdam heerste’ (p. 23), een ‘geest’ die kon voortbestaan dankzij de Latijnse school (het huidige Erasmiaans Gymnasium).
Dat de Spanjaarden niet gek waren op Erasmus bleek toen ze in 1572 Rotterdam binnen vielen en het stenen beeld van Erasmus verwoestten en in de Maas dumpten. Er kwam een nieuw houten beeld dat in 1593 werd vervangen door een meer dan manshoog stenen beeld en dat werd weer opgevolgd door een beeld in brons.
Protest
Plannen voor het in brons gegoten beeld stammen uit 1616, maar de opdracht van het stadsbestuur voor de vervaardiging werd gegeven op 29 augustus 1618, de dag waarop Hugo de Groot en Johan van Oldenbarnevelt (beiden ooit raadpensionaris in Rotterdam) werden gearresteerd! Prins Maurits gebruikte het geschil tussen Remonstranten en Contraremonstranten (rekkelijken en preciezen inzake godsdienstvrijheid) om zich van beiden te ontdoen. De Groot en Van Oldenbarnevelt waren remonstranten, net als de meerderheid van het Rotterdamse stadsbestuur. Prins Maurits schaarde zich bij de contraremonstranten. Niet marketing of toeristische waarde, maar protest of aandacht voor tolerantie was de motivatie voor plaatsing van de standbeelden van Erasmus.
Eeuwenlang
Wat het bronzen beeld zo bijzonder maakt, afgezien van de kwaliteiten van Hendrick de Keyser, is dat het de eeuwen heeft getrotseerd. Al bijna 4 eeuwen staat het in Rotterdam, als baken van tolerantie. De gifgroene 3D kopie in de tuin van het Schielandshuis? Ja, dat is marketing en marketing alleen beklijft niet.