Hoe houdbaar is Emancipatie?
Het zou leuk zijn als hier zo meteen een steen door de ruit vliegt, zegt de Amsterdamse jurist Juan Amaya Castro tegen de zaal. Het is zaterdagmiddag 15 oktober, twaalf uur. Terwijl een driekoppig debatpanel in de statige Beurs van Berlage de aftrap geeft voor het slotdebat van het congres Uitsluitend Emancipatie, is de emancipatiestrijd buiten al begonnen. Met gezang, gejoel en geschreeuw maakt Occupy Amsterdam zich kenbaar.
De Occupy-protesten vormen een treffend decor voor het emancipatiecongres, maar de afstand tussen congres en straat is minstens zo veelzeggend. Een jaar geleden, toen we als organisatie onze gedachten over het congres vormden, constateerden we dat Nederland en emancipatie een lang verleden delen, maar dat dit emancipatiebegrip zelden kritisch wordt bevraagd. In hoeverre worden de verwachtingen van een emancipatiestrijd ingelost? Leidt emancipatie wel tot de gelijkheid en bevrijding die worden beoogd? Zo krijgen moslims vaak te horen dat zij niet welkom zijn in Nederland omdat zij de emancipatie van onze homos belemmeren, of wordt homoseksuelen voorgehouden dat hun emancipatie belangrijk is, maar dat ze wel normaal moeten doen en zich niet moeten aanstellen tijdens de Canal Parade. Hoe houdbaar is het emancipatieconcept?
Dergelijke vragen komen aan de orde, onder meer tijdens de openingsrede van FNV-voorzitter Agnes Jongerius en in de keynotelezing van de Amerikaanse genderhistorica Joan Scott, die de moeizame verhouding tussen emancipatie en gelijkheid belicht. Na bijna twintig aanvullende deelsessies is in het slotdebat aan emancipatieparadoxen geen gebrek. Voor Mieke Aerts is dat reden genoeg om het begrip af te breken. Omdat emancipatie een einddoel voorhoudt, maakt het per definitie onderscheid tussen mensen die zich moeten emanciperen en mensen die al geëmancipeerd zijn. Daarmee creëert het begrip de ongelijkheid die het tegelijk bestrijdt. Jan Willem Duyvendak toont zich wat optimistischer en wijst op de successen van de Nederlandse overheid als geldschieter voor emancipatieprocessen, al wordt het einddoel van de strijd daarmee niet zelden omgebogen. In de synthese van James Kennedy krijgen nieuwe vragen de overhand: leidt emancipatie tot vrijheid of gelijkheid? En kan zij ooit voltooid zijn?
Om half twee ‘s middags verlaten we de beurs. Staande op de trap kijken we uit over de demonstratie op het plein. Wat zegt dit nu eigenlijk over ons?, vraag ik gekscherend aan een congresganger die naast me staat. Dat we als academici de zaak graag overzien, antwoordt hij. En terwijl hij op zijn tenen gaat staan fluistert hij: ach, dat proberen we althans.
Bram Mellink