Historici.nl





Gepubliceerd op 15-10-2013

In Memoriam Herman Beliën

Op vrijdag 13 september is historicus I.M. Herman Beliën (1946-2013) overleden. Hij was vanaf 1975 tot aan zijn pensioen in 2011 docent en onderzoeker bij de vakgroep Nieuwste Geschiedenis aan de UvA en vormde daar hele generaties studenten. Ook daarbuiten was hij zeer actief, zo was hij onder meer bestuurslid en penningmeester van het KNHG, van 1994-1999.

Ter nagedachtenis aan deze markante historicus publiceert Historici.nl het bij de crematie van Herman Beliën door Piet de Rooy uitgesproken In Memoriam.

Herman Beliën  – 1946-2013

Herman was een man die zich niet snel prijs gaf, die zich achter een gemakkelijke omgang verborgen hield en zijn gevoel en zijn ernst schuil deed gaan achter lichtheid. Dat was ook te merken aan de colleges die hij gaf. Het volgen van college bij Herman was niet zelden een avontuur. Hij prikkelde zijn gehoor, hij riep weerstand op om die te kunnen overstijgen. Zo maakte hij soms geheel incorrecte grappen en daar moest je tegen kunnen. Regelmatig richtte hij zich tot studenten uit zijn gehoor en onderwierp hen aan een soort kruisverhoor. Veel geduld met vage antwoorden had hij niet.

Zo bracht hij de opvattingen in praktijk van Bint, de directeur uit de gelijknamige novelle van Bordewijk: ‘Niet de leraar moet buigen, maar de leerling moet klimmen.’ Herman kon in het algemeen slecht tegen gezag, maar zijn onderwijs was onmiskenbaar een hiërarchisch proces. Dat was tegen de tijdgeest en buitengewoon effectief.

Het was effectief, omdat het een probleem oploste. Geschiedenis lijkt een eenvoudig vak, maar dat is bedrieglijk. Een probleem is bijvoorbeeld de veelheid – geschiedenis gaat over alles. Herman vond dat juist prettig. Hij kon over nagenoeg elk onderwerp college te geven: hij sprak even gemakkelijk over slavernij in de klassieke oudheid, als over de Schotse Verlichting, maar ook over de wereldtentoonstelling in Chicago van 1893 – en dat slechts voorzien van minimale aantekeningen en schijnbaar zonder veel voorbereiding. Hij liet zich niet opsluiten in een specialisme en demonstreerde in zijn persoon de rijkdom van het vak.

Maar belangrijker is dat hij een soort mentale barrière slechtte. Voor studenten is het uiterst lastig om te beseffen dat de geschiedenisstudie niet slechts gaat over het leren kennen van het verleden, maar om gevoel te krijgen voor de kracht van een aantal ontwikkelingen en bovendien een besef te ontwikkelen daar zelf deel van uit te maken. Slechts op die manier is geschiedenis in staat betekenis te verlenen aan het heden. En daar lag de kracht van Herman: zijn manier van college geven was er op gericht studenten die stap te laten zetten.

Huizinga heeft eens geschreven: ‘Gij loopt op straat, en er speelt een draaiorgel, en als gij er dicht bij komt, waait u opeens een vleug van erkennen door den geest, alsof gij even dingen begreept, die anders bedekt zijn onder de sluiers van het leven.’ Daarmee probeerde hij onder woorden te brengen wat de historische sensatie vermocht, ‘de aanraking met het wezen der dingen’, ‘het beleven van de Waarheid door de historie.’

Herman schuwde geen middel om een dergelijke sensatie tot stand te brengen. Laat ik daar een voorbeeld van geven. Hij wilde eens de cultuurhistorische betekenis van de auto in de Amerikaanse samenleving duidelijk maken. Gebruikelijk is het dan om in te gaan op het heldenverhaal van Henry Ford, of te wijzen op de cijfers die een explosief stijgend autobezit te zien geven. Maar dat was niet zijn stijl. Zonder veel nadere introductie liet hij Paradise by the dashboard light horen van Meatloaf, loeihard. Zoals U weet wordt daarin bezongen hoe de zanger in een auto tot een steeds verdergaande intimiteit overgaat met een dame – om het zo even kuis samen te vatten. Nadat het nogal expliciete nummer was afgelopen viel er een enigszins ongemakkelijke stilte onder het gehoor. En dan begon Herman uit te pakken. De verschillende betekenislagen in het lied werden als een ui afgepeld. Moeiteloos werd de Amerikaanse teenagercultuur met het petting and necking-regime verbonden met de opkomst van de stad Detroit en de aanleg van het National Highway System. Geen toehoorder kon nadien de iconische betekenis van de auto in de Amerikaanse cultuur vergeten, sterker nog, menigeen was even een jonge Amerikaan geworden. De draaiorgelmuziek van Huizinga was vervangen door een wat eigentijdser muzieksoort, maar achter die lichtheid kwam de ernst te voorschijn: door de sensatie vloeiden intellect en emotie samen, werd begrip opgeroepen. Dat was het avontuur waarop Herman ons meenam. We kunnen slechts dankbaar zijn voor het voorbeeld dat hij ons gegeven heeft.  

Piet de Rooy

20-9-2013

 

Herman Beliën  – 1946-2013

Herman was een man die zich niet snel prijs gaf, die zich achter een gemakkelijke omgang verborgen hield en zijn gevoel en zijn ernst schuil deed gaan achter lichtheid. Dat was ook te merken aan de colleges die hij gaf. Het volgen van college bij Herman was niet zelden een avontuur. Hij prikkelde zijn gehoor, hij riep weerstand op om die te kunnen overstijgen. Zo maakte hij soms geheel incorrecte grappen en daar moest je tegen kunnen. Regelmatig richtte hij zich tot studenten uit zijn gehoor en onderwierp hen aan een soort kruisverhoor. Veel geduld met vage antwoorden had hij niet.

Zo bracht hij de opvattingen in praktijk van Bint, de directeur uit de gelijknamige novelle van Bordewijk: ‘Niet de leraar moet buigen, maar de leerling moet klimmen.’ Herman kon in het algemeen slecht tegen gezag, maar zijn onderwijs was onmiskenbaar een hiërarchisch proces. Dat was tegen de tijdgeest en buitengewoon effectief.

Het was effectief, omdat het een probleem oploste. Geschiedenis lijkt een eenvoudig vak, maar dat is bedrieglijk. Een probleem is bijvoorbeeld de veelheid – geschiedenis gaat over alles. Herman vond dat juist prettig. Hij kon over nagenoeg elk onderwerp college te geven: hij sprak even gemakkelijk over slavernij in de klassieke oudheid, als over de Schotse Verlichting, maar ook over de wereldtentoonstelling in Chicago van 1893 – en dat slechts voorzien van minimale aantekeningen en schijnbaar zonder veel voorbereiding. Hij liet zich niet opsluiten in een specialisme en demonstreerde in zijn persoon de rijkdom van het vak.

Maar belangrijker is dat hij een soort mentale barrière slechtte. Voor studenten is het uiterst lastig om te beseffen dat de geschiedenisstudie niet slechts gaat over het leren kennen van het verleden, maar om gevoel te krijgen voor de kracht van een aantal ontwikkelingen en bovendien een besef te ontwikkelen daar zelf deel van uit te maken. Slechts op die manier is geschiedenis in staat betekenis te verlenen aan het heden. En daar lag de kracht van Herman: zijn manier van college geven was er op gericht studenten die stap te laten zetten.

Huizinga heeft eens geschreven: ‘Gij loopt op straat, en er speelt een draaiorgel, en als gij er dicht bij komt, waait u opeens een vleug van erkennen door den geest, alsof gij even dingen begreept, die anders bedekt zijn onder de sluiers van het leven.’ Daarmee probeerde hij onder woorden te brengen wat de historische sensatie vermocht, ‘de aanraking met het wezen der dingen’, ‘het beleven van de Waarheid door de historie.’

Herman schuwde geen middel om een dergelijke sensatie tot stand te brengen. Laat ik daar een voorbeeld van geven. Hij wilde eens de cultuurhistorische betekenis van de auto in de Amerikaanse samenleving duidelijk maken. Gebruikelijk is het dan om in te gaan op het heldenverhaal van Henry Ford, of te wijzen op de cijfers die een explosief stijgend autobezit te zien geven. Maar dat was niet zijn stijl. Zonder veel nadere introductie liet hij Paradise by the dashboard light horen van Meatloaf, loeihard. Zoals U weet wordt daarin bezongen hoe de zanger in een auto tot een steeds verdergaande intimiteit overgaat met een dame – om het zo even kuis samen te vatten. Nadat het nogal expliciete nummer was afgelopen viel er een enigszins ongemakkelijke stilte onder het gehoor. En dan begon Herman uit te pakken. De verschillende betekenislagen in het lied werden als een ui afgepeld. Moeiteloos werd de Amerikaanse teenagercultuur met het petting and necking-regime verbonden met de opkomst van de stad Detroit en de aanleg van het National Highway System. Geen toehoorder kon nadien de iconische betekenis van de auto in de Amerikaanse cultuur vergeten, sterker nog, menigeen was even een jonge Amerikaan geworden. De draaiorgelmuziek van Huizinga was vervangen door een wat eigentijdser muzieksoort, maar achter die lichtheid kwam de ernst te voorschijn: door de sensatie vloeiden intellect en emotie samen, werd begrip opgeroepen. Dat was het avontuur waarop Herman ons meenam. We kunnen slechts dankbaar zijn voor het voorbeeld dat hij ons gegeven heeft.  

Piet de Rooy

20-9-2013

– See more at: http://www.historici.nl/Nieuws/Actueel/In%20Memoriam%20Herman%20Belien#sthash.n9XA3MmA.dpuf

In memoriam: prof. dr. A.M. Luyendijk-Elshout
Door Redactie Historici.nl
In memoriam: Jantje Lubbegiena van Essen
Door Redactie Historici.nl
In memoriam: Ton Ribberink – ‘archivaris’
Door Redactie Historici.nl
Historici.nl
Het KNHG is de grootste organisatie van professionele historici in Nederland. Het biedt een platform aan de ruim 1100 leden en aan de historische gemeenschap als geheel. Word lid van het KNHG.
Historici.nl
Het Huygens Instituut beoogt de Nederlandse geschiedenis en cultuur inclusiever maken. Het ontsluit historische bronnen en literaire teksten en ontwikkelt innovatieve methoden, tools en duurzame digitale infrastructuur.