Historici.nl





Gepubliceerd op 08-03-2016

Jonge historici in een digitale wereld: het belang van databases

Menig geschiedenisstudent komt wel eens in aanraking met digitale data in zijn of haar onderzoek,  in de vorm van gedigitaliseerde bronnen of excelsheets bijvoorbeeld. Verder dan dit reikt onze kennis vaak niet. Digital Humanities, Digital Data en Digital History zijn nochtans aan een opmars bezig en krijgen meer en meer aandacht (zie bijvoorbeeld het nummer Digital History van BMGN-Low Countries Historical Review). Desalniettemin besteden de standaardcurricula van universiteiten in Nederland en België hier nog niet genoeg aandacht aan. Als je geïnteresseerd bent in Digital Humanities moet je veelal zelf op zoek naar keuzevakken, cursussen en workshops. Ook wij, als beginnende historici, zijn zo terecht gekomen bij de cursus Databases for Young Historians. De cursus werd georganiseerd door Leonor Álvarez Francés (PhD-student, UL), Thomas Delpeut (prePhD-student, UvA) en Fieke Smitskamp (PhD-student, VU) en had als doel beginnende ‘jonge’ historici binnen een viertal dagen de vaardigheden en kennis te geven om zelf een database te kunnen opzetten.

‘A database is more than an Excel sheet’

Voor het KNHG en tijdschrift BMGN-LCHR werken we aan het opzetten van een database van internationale historici, die zich bezighouden met Nederlandse geschiedenis. We stuitten echter al snel op onze gelimiteerde kennis van het gebruik van databases. Ons eerste idee was om Excel te gebruiken – wat al snel niet de beste manier bleek te zijn. Op de eerste dag van de cursus werd dit direct bevestigd: databases zijn geen excelsheets. Databases kunnen zo veel meer!

Tijdens de cursus ging een wereld van mogelijkheden open. Het aantal programma’s dat beschikbaar is voor het verwerken van data en de visuele voorstelling hiervan, is enorm. Denk bijvoorbeeld aan Microsoft Access, LibreOffice, Transcribus, ePistolarium of Palladio. Jammer genoeg zijn we ons vaak maar van een fractie van deze opties bewust. Eén programma dat we uitgebreid konden testen, was Nodegoat, ontwikkeld door Pim van Bree en Geert Kessels van Lab1100. Met een achtergrond in geschiedenis, new media en software-ontwikkeling waren zij goed geplaatst om ons meer inzicht te geven in de mogelijkheden van databases voor historisch onderzoek. Het programma Nodegoat geeft onderzoekers de mogelijkheid om complexe gegevens te verwerken, analyseren en visueel voor te stellen in tijd en ruimte.

 

‘Not seeing and seeing wrong’

Gedurende de cursus werd ook duidelijk dat veel onderzoekers uit de geesteswetenschappen bij de creatie van een database vaak voor dezelfde dilemma’s komen te staan: hoe gaan we om met vage of onbekende data? Hoeveel en welke gegevens selecteer je om je onderzoek valabel te maken? Hoe structureer je je data? En hoe ga je om met datamanipulatie en de visuele voorstellingsmogelijkheden van gegevens? De diverse gastsprekers die over hun eigen onderzoek en bijbehorende database kwamen spreken, wezen ons er op dat de creatie van een database moeite kost en dat het cruciaal is om een plan voor de lange termijn te ontwikkelen. Immers, als je een database maakt die je alleen zelf begrijpt en kan gebruiken, is het moeilijk je project met anderen te delen. Hierdoor kan nuttige informatie verloren gaan, bijvoorbeeld als er voor de database een zeldzame bron is gebruikt. De meeste sprekers drukten ons dan ook op het hart dat het belangrijk is hulp te vragen, er met andere mensen over te praten en vooral samen te werken.

Databases kunnen bovendien een onderzoek beïnvloeden. Via Nodegoat kunnen gegevens bijvoorbeeld gevisualiseerd en sociale en geografische connecties geconcretiseerd worden. Dat leidt mogelijk tot andere invalshoeken, die misschien niet direct uit de analyse van een tekst naar voren zouden komen. Datavisualisatie zorgt er voor dat je verplicht wordt je data op een andere manier te benaderen.

‘Missing data’

Het is dus belangrijk dat de problemen waar onderzoekers mee te maken krijgen, concreet behandeld worden. Op de universiteiten is er stilaan meer aandacht voor het gebruik van databases. Al is er nog geen sprake van een groot cursusaanbod en evenmin genoeg aandacht voor de problemen waar je tegenaan kan lopen. Enkel databases leren maken is niet genoeg, het is ook van belang om een goed inzicht te krijgen in de valkuilen en uiteenlopende mogelijkheden die je op je pad tegenkomt. Ook zouden studenten aangemoedigd moeten worden dergelijke programma’s voor eigen papers en thesissen te gebruiken want er zijn legio mogelijkheden. Je moet alleen wel weten welke programma’s er beschikbaar zijn en hoe je deze kan gebruiken. Laten we dus vooral cursussen zoals Databases for Young Historians blijven organiseren en hopen dat zulke leerpakketten geïntegreerd geraken in de curricula van de Bachelor en Master geschiedenis.

Eva Andersen en Ester Zoomer.

Historici.nl
Het KNHG is de grootste organisatie van professionele historici in Nederland. Het biedt een platform aan de ruim 1100 leden en aan de historische gemeenschap als geheel. Word lid van het KNHG.
Historici.nl
Het Huygens Instituut beoogt de Nederlandse geschiedenis en cultuur inclusiever maken. Het ontsluit historische bronnen en literaire teksten en ontwikkelt innovatieve methoden, tools en duurzame digitale infrastructuur.