Historici.nl





Gepubliceerd op 19-12-2014

Longread: Verantwoorde Valorisatie in de Alfa- en Gammawetenschappen

Duurzame vormgeving van valorisatie binnen het alfa- en gammadomein, woensdag 19 november 2014 Erasmus Universiteit Rotterdam

Minister Jet Bussemaker en haar staatssecretaris Sander Dekker van OCW willen dat de Nederlandse burgers meebepalen welk wetenschappelijk onderzoek de universiteiten gaan uitvoeren. In hun Wetenschapsvisie 2025 wijken ze daarmee af van het topsectorenbeleid van Rutte I waarin het bedrijfsleven een sterk stempel drukte op de richting van het onderzoek. Nu krijgt de maatschappij daar  ook een stem in. NWO gaat het komende jaar de besprekingen over een Nationale Wetenschapsagenda door universiteiten, hogescholen, bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties, betrokken burgers en rijksinstituten coördineren. De National Wetenschapsagenda betrekt burgers in een vroeg stadium bij onderzoek, en komt ook tegemoet aan de groeiende roep om onderzoek dat maatschappelijk nut heeft.

Wat dat laatste betreft wordt er onder de noemer ‘valorisatie’, het tot maatschappelijke waarde brengen van wetenschap, al enorm veel werk verzet door universiteiten. Die waarde blijkt al uit het opleiden van academici en het verrichten van toponderzoek als resultaten van wetenschap, maar universiteiten wordt gevraagd om valorisatie beter zichtbaar te maken. Precies daarover ging het op het congres ‘Verantwoorde Valorisatie van kennis in de Alfa- en Gammawetenschappen’, georganiseerd door ScienceWorks in de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Een vol programma, succesvoorbeelden en pijnpunten

Partners uit de praktijk krijgen op dit congres het woord, en er wordt uitgebreid ingegaan op hoe valorisatie ‘op de werkvloer plaatsvindt vanuit het oogpunt van onderwijs, onderzoek en ondernemerschap’, zo legt  dagvoorzitter Philip Eijlander (Rector Magnificus van Tilburg University) uit. Op die manier zal het congres ‘succesvoorbeelden laten zien en pijnpunten benoemen’. Aan het programma zal het niet liggen: dat is buitengewoon rijk gevuld. Na een dubbel welkomstwoord van Huibert Pols (Rector Magnificus van de EUR) en de dagvoorzitter zelf gevolgd door een openingswoord van Hans Clevers (President KNAW), treden er maar liefst zes heren als sprekers op: een all-male ochtendprogramma. Voor ons een eerste pijnpuntje, los van de inhoud die we vooral spannend en inspirerend vonden door het optreden van Koenraad Debackere, Directeur van de KU Leuven. Verder een middagprogramma met twee opeenvolgende parallelle sessies over ‘de vormgeving van hoogwaardige valorisatie in verschillende disciplines’, te weten: erfgoed, sociologie, rechten, politicologie en bestuurskunde, taal en cultuurstudies, filosofie en theologie, psychologie, economie en bedrijfskunde, geschiedenis en kunstgeschiedenis.

In iedere sessie is aandacht voor valorisatie in onderzoek en onderwijs, en voor ondernemerschap en partners. Naast deze negen discipline gebonden sessies zijn er nog drie over profilering van valorisatie, onderzoeksprogrammering en valorisatie, en do’s and dont’s bij valorisatie. Plenair volgen aan het einde aanbevelingen voor betere valorisatie vanuit de diverse deelsessies, en een slotdebat door een expertpanel over de vraag: ‘Hoe kunnen we alfa- en gammawetenschap duurzaam tot hoger maatschappelijk rendement brengen?’ We doen hier verslag van de lezing van Koenraad Debackere, de sessies over erfgoed en over do’s and dont’s bij valorisatie, en het slotdebat. Wat zijn succesvoorbeelden, wat de pijnpunten? En weten we aan het einde van de dag ook wat ‘verantwoorde’ of ‘hoogwaardige’ valorisatie is?

Overal maar niet zichtbaar

Voor Koenraad Debackere zijn succes en pijn misschien vooral samen te vatten in wat hij aanduidt als de paradox die Alfa en Gamma gevangen houdt: ze zijn alom tegenwoordig en tegelijk onzichtbaar. Hij maakte in zijn lezing uitgebreid gebruik van het interessante rapport Valorisatie van onderzoek in de humane en sociale wetenschappen (Vlaamse Raad voor Wetenschap en Innovatie, 2012). Zijn definitie van valorisatie: Valorisatie is een proces dat ervoor zorgt dat wetenschappelijke kennis kan gebruikt worden in de praktijk. Een alomvattende en algemene definitie die alle wetenschapsdomeinen omvat, dus ook de gedrags- en geesteswetenschappen. Maar door de kleinschaligheid van veel valorisatie-initiatieven in deze wetenschapsdomeinen en de moeilijke meetbaarheid van valorisatie in brede zin, zijn juist zij gevangen in die paradox. Een bredere definitie brengt wellicht meer zichtbaarheid: valorisatie betekent dat wetenschappelijke kennis ingezet kan worden om naast de creatie van economische waarde (voor de producerende samenleving), ook een maatschappelijke waarde (voor de samenhangende samenleving), een culturele waarde (voor de lerende samenleving) of een democratische waarde (voor de argumenterende samenleving) op te leveren.

Debackere somt daarnaast een aantal knelpunten op die aanleiding geven tot verbetering. Zo ziet hij bij universiteiten een gebrek aan waardering en incentives voor valorisatie en voor toegepast onderzoek in de G&G domeinen en een gebrek aan competentieverwerving op deze terreinen bij de wetenschappelijk onderzoekers. Ook de schotten tussen de disciplines in deze wetenschapsdomeinen belemmeren valorisatie. Hij ziet een belangrijke taak weggelegd voor de Technology Transfer Offices die de meeste universiteiten rijk zijn maar die valorisatietrajecten in G&G wetenschappen nog niet volwaardig ondersteunen. En dan is er het minderwaardigheidscomplex van alfa- en gammawetenschappen. Vaak wordt met veel bravoure en ontzag gesproken over het nut van de bèta’s, maar de resultaten uit het genoemde Vlaamse rapport laten zien dat het de alfa’s en gamma’s net zo goed lukt om financiering van het bedrijfsleven en andere private partijen te krijgen voor contractonderzoek en wetenschappelijke dienstverlening als de exacte en toegepaste wetenschappen: 9,9% tegenover 12%. Met andere woorden: de alfa’s en gamma’s zouden zich ook wat meer op de borst moeten kloppen en de loftrompet moeten steken over hun eigen verdiensten, aldus Debackere.

Spannend erfgoed

Terug naar de Nederlandse situatie en de disciplinegebonden sessies waarvan we hier die over Erfgoed bespreken.  Daar sprak als eerste van drie Bart Ramekers over het project Levend erfgoed. Beheer en behoud van begraafplaatsen in Noord-Nederland (NWO programma Creatieve industrie –Kennis Innovatie Mapping, KIEM), die vanuit de Rijksuniversiteit Groningen in samenwerking met de Fryske Akademy, verschillende erfgoedpartners en de Grontmij instrumenten ontwikkelt voor beheer, behoud en ontwikkeling van deze begraafplaatsen. Belangrijke ervaringen die hij in zijn project opdeed: universiteit en erfgoedsector hebben gedeelde belangen en vullen elkaar aan; de universiteit heeft een verantwoordelijkheid voor bewoners en vrijwilligers; de universiteit is een goede intermediair tussen overheid en bedrijfsleven; universiteit en bedrijfsleven delen kunde en interesses, maar hebben niet altijd dezelfde belangen; en valoriseren mag niet ten koste gaan van de academische vrijheid.

Na hem sprak Patricia Alkhoven van het Innovatienetwerk CLICKNL Cultureel Erfgoed, onderdeel van de Topsector Creative Industrie dat zich richt op de samenwerking tussen onderzoek, bedrijfsleven en overheid. Mooie voorbeelden van projecten zoals Time Capsule dat databases op het gebied van medicinale planten aan elkaar koppelt, een samenwerkingsproject van de Universiteit Utrecht, het Meertens Instituut, Huygens ING, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, KNMP, Nationaal Farmaceutisch Museum, Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid, Gridline, Naturalis en Spinque. Voor de deelnemende partijen is het interessant om te zien wat de beste manier is om al die verschillende datasets met elkaar te verbinden, zonder ze op één grote hoop te gooien. En ExPoSe (Exploratory Political Search), dat de gedigitaliseerde Nederlandse parlementaire geschiedenis klaar maakt voor een nieuwe manier van (onder)zoeken: verkennend zoeken door allerlei bronnen aan elkaar te koppelen op basis van de ankerpunten in een tekst (tijd, plaats, de spelers, de onderwerpen). De ontstane zoekomgeving verbindt de parlementaire geschiedenis met het heden, en is dus bruikbaar voor zowel historisch als journalistiek onderzoek. Dit is een samenwerkingsproject van de Universiteit van Amsterdam, Dispectu BV, Koninklijke Bibliotheek, Meertens Instituut, Nationaal Archief, Spinque BV en Tweede Kamer.

Als derde in de reeks kwam Jantje Steenhuis aan het woord, directeur van Stadsarchief Rotterdam, die onder meer vertelde over het automatisch doorzoekbaar maken van audiovisuele bestanden met behulp van spraakherkenningssofware SHoUT. Ze gaf een prachtig voorbeeld: De Brandgrens, interviews met ooggetuigen. Ook vertelde ze over het project Rotterdam in 3D, in 2009 gestart in samenwerking met studenten van het Grafisch Lyceum, onder begeleiding van het bedrijfje Whitebear Game Development. Doel is om de stad te laten zien in 3D, in de jaren, 1934, 1940 en 1954 om er doorheen te wandelen en in te gamen.

Omdat de voorzitter van de sessie niet kwam opdagen nam een van de meewerkende studenten uit de congresorganisatie die rol met verve op zich. Een interessante afsluiting volgde nadat hij de sprekers de vraag stelde: wat houdt u nu ’s-nachts wakker? Antwoorden waren achtereenvolgens: het maken van juiste afspraken met de juiste partners in het mij onbekende bedrijfsleven; de onmogelijkheid van kleine bedrijven om de vereiste bijdrage in cash te leveren terwijl ze dat in kind wel kunnen; ongerustheid over het ontbreken van een landelijke digitale infrastructuur.

Do’s en don’ts

Het Rathenau Instituut liet in een workshop over do’s en don’ts zien waar het bij valorisatie misgaat en welke strategie nodig is om de zichtbaarheid ervan te vergroten. ‘Other’ en ‘Uncategorized’ zijn vaak de labels die in publicatieregistratiesystemen als METIS en Converis aan valorisatieprojecten gehangen worden. Het mag geen wonder heten dat de herkenbaarheid dan ver te zoeken is en leren van anderen daardoor bemoeilijkt wordt. Kennisdeling en wederzijdse beïnvloeding loopt vooral nog via de informele kanalen. Valorisatie blijft ook daardoor een eng woord en de meest gehate paragraaf in de onderzoeksaanvraag.

Zoals ook Debackere al aantoonde is de schaal van onderzoeksprojecten  in de alfa- en gammawetenschappen een belemmering voor succesvolle en daarmee duurzame valorisatie. Samenwerking is dan ook een belangrijke sleutel tot succes. De workshop van het Rathenau Instituut liet zien dat om kennis tot waarde te brengen meerdere partijen (‘stakeholders’) nodig zijn, en op verschillende momenten: tegelijkertijd, parallel en opvolgend. Op die manier kunnen kansen en valkuilen in kaart gebracht worden en een boodschap via veel kanalen verspreid worden om maatschappelijke discussie te beïnvloeden.

 ‘Verantwoorde’ of ‘hoogwaardige’ valorisatie?

In de afsluitende sessie werden aanbevelingen uit de verschillende workshops gepresenteerd. Dit keer voegde zich een vrouw bij de vijf ietwat vermoeid ogende heren.  In een rap tempo volgden de aanbevelingen elkaar op. Die gingen niet expliciet in op de vraag wat nu precies ‘verantwoorde’ of ‘hoogwaardige’ valorisatie is, wel werden er behartenswaardige maar ook enigszins vage aanbevelingen gedaan voor verduurzaming van valorisatie in Alfa- en Gammawetenschap. De aanbeveling die ons het meeste aansprak:  ‘Alfawetenschappers moeten zelf het heft in eigen hand nemen om hun uitzonderlijke talenten beter in te zetten in het bedrijfsleven en in de politiek, ook reeds als student.’ (Esther Crabbendam)

Sanne Arens (Universiteit Leiden) en Leonie de Goei (KNHG)

Historici.nl
Het KNHG is de grootste organisatie van professionele historici in Nederland. Het biedt een platform aan de ruim 1100 leden en aan de historische gemeenschap als geheel. Word lid van het KNHG.
Historici.nl
Het Huygens Instituut beoogt de Nederlandse geschiedenis en cultuur inclusiever maken. Het ontsluit historische bronnen en literaire teksten en ontwikkelt innovatieve methoden, tools en duurzame digitale infrastructuur.