Napoleon on the spot – Museum Rotterdam
In de kelderverdieping van het Rotterdamse Schielandhuis is door de Atlas Van Stolk een kleine tentoonstelling ingericht met uit eigen collectie geselecteerde spotprenten die Napoleon als onderwerp hebben. Aanleiding is de tweehonderdjarige herdenking van het bezoek dat de Franse keizer van 25 tot en met 27 oktober 1811 aan de Maasstad bracht. Een belangrijke plaats neemt dit kortstondige verblijf in de expositie overigens niet in. Slechts de bij deze gelegenheid aangeboden stadssleutels in een vitrine en de vermelding van de bezoekdata in Napoleons summier weergegeven CV verwijzen ernaar.
Napoleon on the spot heeft een onduidelijke opzet. De tentoonstelling begint wat lukraak met een paar gewone prenten van de jonge generaal Bonaparte en enkele grote, in opdracht vervaardigde gravures van de keizerskroning in december 1804. Onderweg passeert men een zichtkast met een viertal twintigste-eeuwse spotprenten die met de Franse keizer te maken hebben. Althans dat is de bedoeling. Op een grote karikatuur van Piet van der Hem is weliswaar een historische figuur te zien met een steek op het hoofd, maar hij heeft zijn hand niet in zijn vest. De rechtermouw is leeg en op zijn uniform is gespeld. Het is namelijk niet Napoleon, maar Nelson, zijn éénarmige tegenstander.

Pas hierna kan men de kleurige karikaturen bekijken, waarbij vooral die van de Britse grootmeesters Gillray, Rowlandson en Cruikshank opvallen door hun weergaloze vakmanschap. De spotprenten zijn naar onderwerp gerubriceerd. Maar binnen de gekozen themas zoals Duivel/dier , Kleine man, Grote man, Holland, Terreur, Einde ontbreekt de samenhang, zeker de chronologische. Gescheiden hiervan is aan het eind van de tentoonstelling een bijzondere plaats ingeruimd voor de gekleurde ets The Grand Coronation Procession of Napoleone the 1st door Gillray. Het centrale gedeelte van deze spotprent is zelfs levensgroot op de wand afgebeeld. Naar de reden kan men slechts raden. Kennelijk vonden de organisatoren deze karikatuur het allermooist. En daar is zeker iets voor te zeggen. Maar waarom dan geen uitvoerige toelichting toegevoegd, zodat duidelijk wordt wie de afgebeelde personen zijn en welke expliciete en impliciete verwijzingen de prent zoal bevat?
Dit is het manco van de gehele expositie. De Atlas heeft prachtig materiaal, maar weet het niet te presenteren. Napoleon on the spot is dan ook een tentoonstelling waarop de bezoeker weinig vat krijgt. De uitleg is minimaal. Wie was Napoleon en wat heeft hij betekend voor Frankrijk en voor Europa? Waarom kozen karikaturisten hem zo graag als onderwerp? Welke ontwikkelingen hebben de aan hem gewijde spotprenten doorgemaakt? Waarom is het werk van de Britse kunstenaars kwalitatief superieur en spant dat van hun Duitse collegas kwantitatief de kroon? Met welke attributen en personages wordt Napoleon steeds weer afgebeeld? Op al deze vragen krijgt de bezoeker geen antwoord. Sterker nog: in de meeste gevallen worden deze vragen niet eens gesteld.
Het bij de tentoonstelling uitgebrachte boekje van 35 paginas ondervangt dit informatietekort slechts in beperkte mate. Het bevat vrijwel uitsluitend reproducties van getoonde karikaturen, met wederom niet meer dan een minimale bronvermelding. In een drie bladzijden tellende inleiding geeft samenstelster Lina van der Wolde slechts wat algemene observaties, met af en toe een interessant detail. Zo vestigt zij terecht de aandacht op de Nederlandse karikaturist Wijnand Esser, van wie op de expositie tussen het bijna uitsluitend buitenlandse werk een paar spotprenten te zien zijn. Ook wijst zij op de stereotiepe weergave van de Hollander in de Britse karikaturen: vadsige, plompe types, met een Goudse pijp in de mond én, als het even kan, een vat jenever in de buurt.
De video over de Napoleontische oorlogen die in de zaal is te zien, biedt evenmin soelaas. Het filmpje beent met zevenmijlslaarzen door s keizers leven aan de hand van fragmenten uit de televisieserie Napoleon Bonaparte uit 2002. Deze worden afgewisseld met beelden van een jongedame in een gescheurde spijkerbroek die ronddoolt over het slagveld van Waterloo en die en passant demonstreert hoe indertijd een geweer werd geladen en afgevuurd. Het filmpje heeft dan ook weinig of niets van doen met het onderwerp van de expositie. Bovendien gaat het op de zenuwen werken, omdat het telkens opnieuw begint, zodat het harde penetrante geluid onophoudelijk de zaal vult. Helaas is dit tegenwoordig de plaag van menige tentoonstelling. Wat een geluk dat ik de enige bezoeker was.
Jos Gabriëls, Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis