Nooit meer Auschwitz? Verslag van de Holocaust Memorial Day 2016
‘Nooit meer Auschwitz’, was het credo dat men alom hoorde na de Tweede Wereldoorlog. Toch vonden de meeste massamoorden van de twintigste eeuw na de Holocaust plaats. Tijdens de Holocaust Memorial Day (HMD) staan het herdenken van de slachtoffers van de Holocaust en andere genociden en het verspreiden van kennis over deze episoden centraal, om zodoende de kans op toekomstige genociden en uitbraken van massaal geweld te verkleinen. Deze jaarlijkse herdenking op 27 januari – de dag waarop het Rode Leger in 1945 het concentratiekamp Auschwitz bevrijdde – is in 2005 ingesteld door toenmalig secretaris-generaal van de VN Kofi Annan. Rondom HMD 2016 waren er door het hele land tal van activiteiten zoals lezingen, rondleidingen, filmvertoningen en stadswandelingen.
Een holle frase
De spreker tijdens de Nooit Meer Auschwitz Lezing heeft een van de naoorlogse genociden van dichtbij machteloos moeten aanschouwen. Luitenant-generaal (b.d.) Roméo Dallaire was ten tijde van de Rwandese genocide in 1994 hoofd van de VN-vredesmissie UNAMIR. Door desinteresse en onwil van de internationale gemeenschap kon hij met zijn vierhonderdvijftig soldaten de genocide niet voorkomen, laat staan stoppen. De naam van de lezing doet daarom ietwat wrang aan: toonde Rwanda – en bijvoorbeeld Srebenica en Darfur – juist niet aan dat de mensheid niets had geleerd en dat ‘nooit meer Auschwitz’ slechts een holle frase is gebleken?

Niet als het aan Dallaire ligt. Terwijl de genocide gaande was kreeg hij op het moment dat er veertien dode en ongeveer honderd gewonde VN-soldaten waren het bevel van de secretaris-generaal Boutros Boutros-Ghali om UNAMIR af te breken. Hij besloot dit bevel te negeren. Hierdoor was de missie vanaf dat moment in feite illegaal – maar moreel gezien juist, aldus Dallaire. Uiteindelijk was het niet de internationale gemeenschap die het genocidale geweld in Rwanda deed stoppen, maar het oprukkend Tutsi-leger onder leiding van Paul Kagame. De realiteit op het wereldtoneel waarbij politiek-strategische en economische belangen boven het redden van mensenlevens gaat stemt pessimistisch. Toch legt Dallaire, die de consequenties van deze realiteit ondervond, zich hier niet bij neer. Vandaag de dag zet hij zich in voor genocidepreventie en ijvert hij tegen het gebruik van kindsoldaten. Hiervoor ontving hij na zijn lezing de Annetje Fels-Kupferschmidt-onderscheiding van het Nederlands Auschwitz Comité.
Daderschap
Dat genocidaal geweld zich moeilijk laat uitroeien onderstreept dat het werk van Dallaire noodzakelijk is. De vragen waarom en hoe de mens in staat is om hele bevolkingsgroepen op basis van nationaliteit, etniciteit, (vermeend) ras of religie uit te moorden blijven ondanks de vele bestaande studies relevant. Deze vragen kwamen aan bod tijdens het symposium Daderprofielen en schuldvraag dat de Utrechtse Historische Studentenkring op 22 januari organiseerde. De vraag of ieder mens een massamoordenaar kan worden staat centraal in het werk van een van de sprekers, emeritus professor Abram de Swaan. Hij beklemtoonde tijdens zijn voordracht dat genocidale daders wezenlijk verschillen van niet-daders. Daders zijn geen “gewone mensen” omdat zij een radicaal tot de eigen kring ingeperkte gewetensfunctie, een gebrek aan compassie met mensen buiten de eigen kring en geen verantwoordelijkheidsgevoel voor hun daden hebben, aldus De Swaan.
Daarnaast betoogde hij dat het beroemde Milgram-experiment door veel wetenschappers verkeerd wordt geïnterpreteerd. Een derde van de mensen gehoorzaamt weliswaar het gezag, maar tweederde doet dit niet en houdt vast aan de eigen verantwoordelijkheid van zijn daden. Met zijn betoog zette De Swaan zich nadrukkelijk af tegen het situationisme, oftewel het idee dat ieder mens een massamoordenaar kan worden als de omstandigheden hem of haar daartoe in de gelegenheid stellen. Het blijft echter een verontrustend gegeven dat tenminste een deel van de mensheid kan vervallen in het plegen van genociden. Juist daarom is educatie hierover noodzakelijk; omdat educatie de sleutel tot verdraagzaamheid en compassie kan zijn en daarmee de kans op genocidaal geweld kan verkleinen.
Humanitaire verplichting
HMD 2016 stond in het teken van de actualiteit. Huidige conflicten zoals in Syrië, Burundi en Darfur bepaalden impliciet en soms expliciet de voordrachten van de diverse sprekers. Zij riepen op tot verdraagzaamheid tegenover vluchtelingen en het respecteren van mensenrechten. De organisatoren van de HMD deden ook dit jaar weer hun best dit te bevorderen: door huidige en toekomstige generaties te doordringen van de noodzaak mensenrechten te beschermen en genociden te voorkomen gaven zij een maatschappelijke, politieke en bovenal humanitaire invulling van de never again verplichting die wij als mensheid nog altijd hebben.
Daan de Leeuw (NIOD)
Zie iik op deze website:
- Het blog van Susan Hogervorst, ‘Na Holocaust Memorial Day, of de rituele aanwezigheid van oorlogsgetuigen’
- Het artikel van Liesbeth Hoeven op het platform G&A, ‘Herdenken WOII via verhalen: belangrijk voor Nederlandse identiteit’