Ook in 1769 is de Venusovergang in Nederland als gevolg van slecht weer gemist
De passage van Venus langs de zonneschijf is helaas voor Nederlandse waarnemers niet zichtbaar geweest. Dat is jammer, want geen enkele nu levende ziel krijgt die kans ooit weer. Pas in december 2117 zal dit verschijnsel weer een keer te zien zijn. Deze teleurstelling is in 1769 ook al een keer bij een Venusovergang voorgekomen. Ook toen was het bewolking die roet in het eten gooide, en ook toen kreeg niemand meer een andere kans op zo´n observatie. (Destijds zou eerstvolgende Venusovergang in 1874 voorvallen).
Net als nu, in 2012, lag op die 3e juni 1769 heel Nederland onder een dik wolkendek verstopt. Enkel in Groningen viel er, tussen de wolkensluiers door, nog sporadisch iets te zien. De teleurstelling onder de Nederlandse sterrenkundigen was groot. De frustratie blijkt overduidelijk uit een brief van Gijsbert Stapert uit Amsterdam, één van de vele liefhebbers die, ‘verlekkerd zijnde op dit edele phaenomenon’, al dagen te voren zijn observatiepost in gereedheid had gebracht. Aan een vriend in Delft schreef hij daarover: ‘Dit niettegenstaande [ben] ik van zeven uuren af tot bij half negen toe boven geweest, en bij mijne kijkers, en het oog niet laaten afgaan van de plaats daar de zon moest gezien worden: om, zo er maar eenige de minste opening was gekomen, daar de telescoop zonder ‘t roode glaasje na de zon te zien: maar ik kan u verzekeren, geen de minste apparentie of schijn tot mijn fortuintje bespeurt te hebben’.
Vervuld met ongeloof over zoveel pech was Stapert naar bed gegaan. De volgende morgen was hij om half vier opgestaan. De hemel was toen weer volstrekt helder. Hij had zijn kijker nog eenmaal naar de hemel gericht om nuchter te constateren dat Venus niet meer op de zon was.
Ook in Leiden had het slechte weer roet in het eten gegooid. Een mooi verslag van die ‘merkwaardige dag waarnaar de astronomen zo zeer hebben verlangd’, staat opgetekend in het reisdagboek van de Zweed Johan Henrik Lidén, adjunctbibliothecaris van de universiteitsbibliotheek te Upsalla. Lidén was die bewuste avond naar het Leidse observatorium getogen, in de hoop een blik te opvangen op de doorgang van Venus. Hij schrijft daarover het volgende: ‘Kort na zes uur werd de hemel bedekt door een afschuwelijke zwarte wolk, waarop stromende regen en een vreselijk onweer volgden, die aanhielden tot over. […] Uit troost ging ik weg om een aardse Venus te zien en te horen, waarvan men zei dat ze voortreffelijk zong in de Italiaanse opera, die deze avond gegeven werd. Het was Madame Valinotti, die samen met enige heeren onlangs hierheen gekomen was. Hier liep de observatie gelukkiger af, aangezien het hier donderde noch bliksemde, en de dame zag er naar uit of ze wel enige immersie zoude hebben toegelaten’.
Was in Leiden Venus uiteindelijk in de opera beland, in Utrecht speelde Venus ook dubbel spel. De Utrechtse hoogleraar sterrenkunde Johann Friedrich Hennert had het mooi verzonnen! Immers was Venus niet de godin van de liefde? Zou er dan voor zijn eigen huwelijk een symbolischer dag denkbaar zijn, dan die van de ‘Vereeniging van Venus met de Zon’? Temeer daar de vrouw van zijn hart een halve astronome betrof: Petronella Johanna de Timmerman (1724-1786), een uit Middelburg afkomstige weduwe, die zich als jong meisje in de sterrenkunde had bekwaamd op het observatorium van de stadhouderlijke ‘astronomus’ Jan de Munck.
Hennert schrijft: ‘Ik leidde haar als bruid op den starretoren om de vereeniging van Venus met de zon te zien. Donkeren wolken ontrukten haar ‘t vermaak, van de uitkomst der bereekeningen naa te speuren. Helaas! Diepe duisternis bedekte den vierden maij dezes jaars [1786], aan haare zoekende oogen den laatsten doorgang van Mercurius voor de zon: zij waren reeds de eersten maij geslooten’.
Zo werd Hennerts huwelijk gemarkeerd door twee ‘Transits’: het begon met de Venus-overgang en eindigde met een Mercurius passage.
Huib Zuidervaart, Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis