Historici.nl





Gepubliceerd op 08-10-2019

Prof. J.C.M. Warnsinck Fellowship 2020 van Het Scheepvaartmuseum

Het Prof. J.C.M. Warnsinck Fellowship voorziet in een eenmalig stipendium van maximaal € 4.000 bruto inclusief reiskosten ten behoeve van maritiem-historisch onderzoek aan de hand van objecten in de collectie van Het Scheepvaartmuseum te Amsterdam. Dit bedrag wordt uitsluitend aan u persoonlijk verstrekt. Het fellowship staat open voor (recent) afgestudeerde masterstudenten. De looptijd van het fellowship is vijf tot zes maanden, de startdatum is februari 2020.

Procedure
U kunt zich uitsluitend aanmelden voor een fellowship bij Het Scheepvaartmuseum door het indienen van de volgende documenten:
1. Een motivatiebrief;
2. Een curriculum vitae inclusief een lijst van publicaties;
3. Een beknopte beschrijving van uw onderzoeksvoorstel en een plan van aanpak (ca. 500 woorden);
4. Een aanbevelingsbrief van een academicus die bekend is met uw onderzoekswerk – separaat van het dossier van de kandidaat-fellow te versturen door de referent zelf.
Gelieve alle documenten uiterlijk 1 december 2019 per e-mail te versturen naar fellowships@hetscheepvaartmuseum.nl.

Tijdschema
• 1 december 2019 Sluiting inschrijving
• medio december 2019 Selectie en toekenning
• 3 februari 2020 Vroegste startdatum onderzoek
• 31 juli 2020 Uiterlijke einddatum onderzoek
Kandidaten kunnen worden uitgenodigd om hun voorstel mondeling nader toe te lichten.

Selectiecriteria
1. Bestudering van de collectie van Het Scheepvaartmuseum staat centraal binnen het fellowshipsprogramma. Kandidaten dienen expliciet in hun aanvraag aan te geven welke objecten en/of collectie-onderdelen uitgangspunt zijn voor hun onderzoek;
2. het project van de kandidaat past bij uitstek bij de collectiestrategie en/of het tentoonstellingsbeleid van Het Scheepvaartmuseum;
3. de kandidaat weet te overtuigen van het wetenschappelijk belang van zijn/haar onderzoeksvoorstel;
4. de kandidaat heeft aantoonbaar wetenschappelijke capaciteiten;
5. het onderzoeksvoorstel is uitvoerbaar in de daarvoor beschikbare periode van maximaal zes maanden.

Onderwerpen
De selectiecommissie staat open voor originele en grensverleggende, maar altijd op de museumcollectie gebaseerde, onderzoeksvoorstellen. Daarnaast kunnen kandidaten ook een keuze maken uit de onderstaande lijst met onderwerpen voor mogelijk onderzoek.
Ter voorbereiding van het onderzoeksvoorstel kan in de hele museumcollectie digitaal worden gezocht via de website Maritiem Digitaal (www.maritiemdigitaal.nl), daarnaast is het ook mogelijk om tijdens werkdagen de bibliotheek te benutten voor oriënterend onderzoek. Mogelijke onderwerpen voor het Prof. J.C.M. Warnsinck Fellowship 2020 zijn:

Achttiende-eeuwse scheepsportretten
In de collectie van Het Scheepvaartmuseum bevinden zich verschillende laat achttiende-eeuwse getekende scheepsportretten. De stijl van deze aquarellen is zeer overeenkomstig, maar over de maker of makers van deze portretten is weinig tot niets bekend. Het onderzoek richt zich op het getekende scheepsportret als genre waarbij wordt gekeken naar aspecten als stijlkenmerken, vervaardigers, opdrachtgeverschap en verspreiding over andere museum- en particuliere collecties. De kandidaat voor het uitvoeren van dit onderzoek heeft bij voorkeur een afgeronde opleiding kunstgeschiedenis of maritieme geschiedenis.

Manuscript Salomon Diodati
Onderzoek naar het autobiografisch verhaal van Salomon Diodati, opgenomen in de collectie als het Kort verhaal gedaan door Salomon Diodati wegens ’t gene hem in de Indies is overgekomen tot Ao 1732 tot in de maand october van Batavia vertrokken, is nagelaten aan sijne twee soonen Marten Jacob diodati en Anthony Josua Trouwers diodati. 1736. Salomon Diodati vertrok als kind in 1697 met zijn ouders naar Azië. Zijn vader werd als VOC-koopman naar Suratte gezonden, waar het gezin ook lang verbleef. Solomon kwam ook in dienst van de VOC (op diverse locaties) en werd uiteindelijk weeshuismeester in Batavia. Hij bleef tot 1732 in dienst van de VOC in Azië. De familie Diodati was een welgestelde familie uit Dordrecht. Het onderzoek zal bestaan uit het maken van een transcriptie en een beschrijving van het leven van Solomon Diodati en dan met name zijn tijd in VOC en voorzien van een historische context.

De Amsterdamse haven
Het Scheepvaartmuseum ontwikkelt een nieuwe semi-permanente tentoonstelling over de Amsterdamse haven. Voor deze nieuwe tentoonstelling doet het museum onderzoek naar de historische relatie tussen de stad en de haven. Het onderzoek richt zich onder andere op de bestuurlijke verhoudingen in relatie tot de haven; wie waren de ‘boosters’ achter de haven en bepleitten havenuitbreidingen, wat waren hun beweegredenen daartoe en hoe verhielden historische havenuitbreidingen zich tot de woonfunctie van de stad? Hoe ging het stadsbestuur bijvoorbeeld om met overlast die de haven met zich meebracht? Wat waren deze klachten en van wie waren deze afkomstig? Voor dit onderzoek kan gekozen worden voor de periode 1600-1750 of 1850-1930.

De ‘Christiaan Brunings’ tijdens de Waternoodsramp
In de vaartuigencollectie van Het Scheepvaartmuseum bevindt zich de voormalige ijsbreker/directievaartuig ss. Christiaan Brunings uit 1900. Tijdens de Watersnoodramp van 1953 werd de Christiaan Brunings door haar eigenaar Rijkswaterstaat naar het rampgebied gezonden. Het onderzoek richt zich in op de inzet van het schip in de Zeeuwse wateren gedurende de reddingsoperatie, maar kan ook verder worden uitgebreid naar de inzet van en ondersteuning door overheidsvaartuigen, vissersschepen en andere vaartuigen bij evacuaties en reddingsoperaties in het rampgebied. Voor het onderzoek dient vooral bronnenonderzoek gedaan in verschillende overheids- en bedrijfsarchieven.

Herman Jansen en de Sounion
Het Scheepvaartmuseum heeft in 2017 het archief van Herman Jansen en zijn polyester zeiljacht Sounion verworven. Jansen maakte in 1972-1976 een eerste solowereldreis met de Sounion en schreef over zijn belevenissen het boek De horizon reisde mee, dag na dag… dat ook als serie artikelen in De Waterkampioen verscheen. Een tweede solowereldreis en een zeilreis naar de Verenigde Staten volgden. In dit onderzoek ligt de focus op Herman Jansen als wereldomzeiler. Welk profiel hebben Nederlandse wereldomzeilers en wat zijn hun beweegredenen om een dergelijke reis te maken. Met welke schepen maken zij hun wereldreis en hoe was het leven aan boord georganiseerd? Wat onderscheidt hen van buitenlandse wereldomzeilers? Welke thematiek komt in journalen en blogs terug? Hoe wordt over belevenissen geschreven en voor welk publiek? De kandidaat voor het uitvoeren van dit onderzoek heeft bij voorkeur een afgeronde opleiding historische letterkunde of maritieme geschiedenis.

Het scheepsmodel ‘Den Ary’ (1725)
In de collectie scheepsmodellen bevindt zich het achttiende-eeuwse scheepsmodel van Den Ary (A.0149(0001). Dit model wordt gerekend tot een van de topstukken in de collectie van Het Scheepvaartmuseum. Het onderzoek richt zich op de achtergronden van het model waarbij in het bijzonder een antwoord wordt gezocht op de vragen of het een bestaand of fictief schip uitbeeldt, een bewapend retourschip van de VOC of een linieschip is, vervaardigers en mogelijk opdrachtgeverschap. De kandidaat voor het uitvoeren van dit onderzoek heeft bij voorkeur een afgeronde opleiding maritieme geschiedenis.
‘Kleur en glorie in onze Tropen’
Onder deze titel werd in 1938 de eerste Nederlandse kleurenfilm geproduceerd en vertoond in Nederlandse bioscopen. In het bestand van onlangs gedigitaliseerde negatieven van de Stoomvaart Maatschappij ‘Nederland’ (> 4.000 stuks) die het museum bezit, bevinden zich opnamen die overeenkomsten vertonen met beelden uit de film. Het onderzoek richt zich op de achtergronden van deze negatieven, de fotograaf, het gebruik en de verspreiding van deze beelden. De kandidaat voor het uitvoeren van dit onderzoek heeft bij voorkeur een grote affiniteit met fotografie.

Van de Veldes
Het Scheepvaartmuseum bereidt momenteel een tentoonstelling voor over het leven en werk van de zeeschilders vader en zoon Willem van de Velde die in 2020 te zien zal zijn. Het onderzoek ten behoeve van deze tentoonstelling richt zich op twee onderwerpen, die zowel maritiem-historische als kunsthistorische aspecten bevatten. Het eerste onderwerp heeft betrekking op de locaties van de ateliers van de Van de Veldes in Amsterdam (circa 1635-1672), Queen’s House, Greenwich (1672-circa 1688) en Westminster (circa 1688-1707). Het tweede onderwerp behelst de identificatie van de List of Pictures (1678) aan de hand van het oeuvre van Willem van de Velde (I). De kandidaat voor het uitvoeren van dit onderzoek heeft bij voorkeur een afgeronde opleiding kunstgeschiedenis of maritieme geschiedenis.

Slag bij Sluis, 1603
In de collectie van Het Scheepvaartmuseum bevindt zich een schilderij met als onderwerp de Slag bij Sluis tussen Hollandse en Spaanse galeien van 26 mei 1603 (inv.nr. 1990.0746). Het onderzoek richt zich op de toeschrijving van dit werk aan de schilder Aert Anthonissen of Hendrik Cornelisz. Vroom. De kandidaat voor het uitvoeren van dit onderzoek heeft bij voorkeur een afgeronde opleiding kunstgeschiedenis.

Scheepswrakvondsten
Van de in 1749 bij Hastings vergane Oostindiëvaarder Amsterdam heeft Het Scheepvaartmuseum niet alleen een replica op ware grootte aan de museumsteiger, maar bevindt zich in de collectie ook een verzameling van artefacten die door archeologen zijn aangetroffen in het scheepswrak. Het onderzoek richt zich op deze collectie scheepswrakvondsten en plaatst deze in een bredere museale context. De kandidaat voor het uitvoeren van dit onderzoek heeft bij voorkeur een afgeronde opleiding (maritieme) archeologie.

Extra informatie en vereisten
Uw onderzoeksvoorstel wordt voorgelegd aan een selectiecommissie die onder leiding staat van de hoogleraar Zeegeschiedenis van de Universiteit Leiden. De selectiecommissie adviseert vervolgens het bestuur van de Stichting Fellowships Scheepvaartmuseum. Fellows worden verondersteld de Nederlandse taal voldoende te beheersen voor zover dit nodig is voor het uitvoeren van hun onderzoek. Buitenlandse kandidaten zorgen zelf voor eventuele visa, huisvesting en andere praktische zaken, al kan het museum indien mogelijk hierbij assistentie bieden.
Van fellows wordt verwacht dat zij een deel van hun tijd in het museum aanwezig zijn, tijdelijk deel uitmaken van de wetenschappelijke museumstaf en bereid zijn om actief deel te nemen aan bijeenkomsten met museumconservatoren en mede-fellows. De aanwezigheid vindt plaats in overleg. Het museum adviseert rekening te houden met een aanwezigheid van tenminste twee dagen per week voor het doen van onderzoek in de collectie en het voeren van overleg (overleggen en werkgroepen vinden in principe op dinsdagen plaats). De wetenschappelijke begeleiding van het onderzoek gebeurt in nauw overleg met de museumconservatoren en met collega’s van de samenwerkende universiteiten.
Fellows dienen ter afsluiting van hun fellowship tenminste één artikel aan te leveren en er zorg voor te dragen dat dit artikel binnen twee jaar wordt gepubliceerd in een wetenschappelijk tijdschrift. Verder dienen zij ter afsluiting van hun fellowship een publiekslezing te geven waarin de resultaten van het onderzoek worden gepresenteerd. Deze lezing heeft doorgaans plaats in Het Scheepvaartmuseum in februari van het jaar volgend op aanvang van het fellowship.
In alle publicaties, lezingen en andere uitingen over het uitgevoerde onderzoek, ook na afloop van de onderzoeksperiode, wordt het fellowship altijd vermeld.

Vragen
Voor vragen over de procedure kunt u tijdens kantooruren contact opnemen met Jeroen van der Vliet, per e-mail fellowships@hetscheepvaartmuseum.nl of telefonisch 020-523 2222.
Het fellowshipsprogramma 2020 van Het Scheepvaartmuseum wordt mogelijk gemaakt door bijdragen van het Vaderlandsch Fonds ter Aanmoediging van ’s Lands Zeedienst, de Directie der Oostersche Handel en Reederijen, het Admiraal van Kinsbergenfonds, de Stichting Ondersteuningsfonds NISS, Vereeniging de Prins Hendrik Stichting en de Vereeniging Nederlandsch Historisch Scheepvaart Museum.

Avatar foto
Hadewijch Zwart studeerde (cultuur)geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen een de Universiteit Utrecht en is communicatiemedewerker bij het KNHG en webredacteur van Historici.nl.
Alle artikelen van Hadewijch Zwart
Historici.nl
Het KNHG is de grootste organisatie van professionele historici in Nederland. Het biedt een platform aan de ruim 1100 leden en aan de historische gemeenschap als geheel. Word lid van het KNHG.
Historici.nl
Het Huygens Instituut beoogt de Nederlandse geschiedenis en cultuur inclusiever maken. Het ontsluit historische bronnen en literaire teksten en ontwikkelt innovatieve methoden, tools en duurzame digitale infrastructuur.