Historici.nl





Gepubliceerd op 20-12-2016

The Destruction of Memory – een film met een grimmige boodschap die uitnodigt tot nadenken over de relatie tussen cultuur en genocide

Op vrijdagavond 9 december – de dag waarop het Genocideverdrag werd getekend in 1948 – vertoonde Spui 25, in samenwerking met het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies de documentaire The Destruction of Memory van Tim Slade. De film, geïnspireerd door het gelijknamige boek van Robert Bevan, werd geïntroduceerd door Martijn Eickhoff, cultuurhistoricus en senior onderzoeker aan het NIOD. Na afloop ging Thijs Bouwknegt, historicus en tevens verbonden aan het NIOD, in op een specifieke casus.

Een actuele kwestie
Het vernietigen van cultureel erfgoed is bijzonder actueel, betoogt Martijn Eickhoff in zijn introductie. Zo werd onlangs nog bekend dat het Britse leger bezig is met het opzetten van een speciale eenheid bestaande uit “modern-day Monuments Men”. Deze eenheid moet, conform het vorig jaar door Groot-Brittannië geratificeerde Verdrag inzake de bescherming van culturele goederen in geval van een gewapend conflict (Den Haag, 1954), het leger aan de frontlinie voorzien van momenteel ontbrekende culturele kennis, zodat erfgoed beter kan worden beschermd. Daarnaast hebben ook de recente vernietigingen van ruïnes uit de klassieke oudheid door IS voor extra aandacht gezorgd.


De vernietiging van Palmyra
Screenshot uit een video van Islamitsche Staat

Materieel erfgoed en het herinneren van vernietiging
Tegelijkertijd geeft Eickhoff aan dat de titel van de film misschien pakkend is – want er wordt (met reden) alarm geslagen – maar toch niet helemaal overtuigt. Want gaat het hier niet voornamelijk om de intentie om herinneringen te vernietigen? Hoewel materieel erfgoed in luttele uren of zelfs seconden kan worden weggevaagd, is de gerelateerde herinnering (aan een daad van vernietiging) een stuk minder kwetsbaar. Materieel erfgoed moge kwetsbaar zijn, voor immaterieel erfgoed (waaronder herinnering) geldt dat in mindere mate. Een belangrijke nuance om in het achterhoofd te houden bij het kijken van de film.

Culturele vernietiging als doel op zich
De documentaire belicht de vernietiging van cultureel erfgoed van het begin van de twintigste eeuw tot aan nu. Het voorbeeld van de Armeense genocide maakt het belang en de zwaarte van het onderwerp nog eens pijnlijk duidelijk. De systematische vernietiging van niet alleen de Armenen zelf maar ook de materiële sporen van hun bestaan, was uiterst effectief. Zo meende Hitler dat ‘de totale vernietiging van de vijand’ de enige manier was om meer ‘Lebensraum’ te creëren, want “wie heeft het ten slotte nu nog over de vernietiging van de Armenen?” Zoals Martijn Eickhoff benadrukte, dient het vernietigen van cultuur daarom niet te worden gezien als een bijproduct van oorlogsvoering, maar als een doel op zich en een onderdeel van genocide en etnische zuiveringen.

Culturele genocide en internationaal humanitair recht
Dit inzicht ligt ten grondslag aan het sleutelargument van de documentaire dat culturele genocide onderdeel moet worden van internationaal humanitair recht. In strijd met het oorspronkelijke idee van Raphael Lemkin – de geestelijk vader van het begrip Genocide – werd ‘culturele genocide’ weggelaten uit het uiteindelijke Genocideverdrag van 1948. De documentaire legt uit dat er hevige bezwaren werden gemaakt tegen het gelijkstellen van culturele genocide aan fysieke of biologische genocide. Hoewel Rusland voorstander was, waren het de Verenigde Staten, Canada, Australië en Nieuw-Zeeland die zich zorgen maakten over de mogelijke gevolgen van hun eigen daden tegen inheemse volkeren en hun culturen, waardoor culturele genocide het verdrag niet haalde.

Verschuilen achter ‘militaire noodzakelijkheid’
Ondanks dat dit gebrek enigszins werd hersteld in het eerder genoemde Verdrag inzake de bescherming van culturele goederen in geval van een gewapend conflict, zaten ook hier uitvluchten in. Landen hebben namelijk de mogelijkheid om zich te beroepen op de ‘militaire noodzakelijkheid’ om bepaalde doelen aan te vallen, waarmee het vernietigen van cultuur kan worden gerechtvaardigd. Zolang dit niet verandert en landen zich kunnen blijven verschuilen achter deze clausule, zullen de daders hiermee weg blijven komen.

De terugkeer van Lemkin
Hoewel het beeld dat door de film geschetst wordt vooral grimmig is, gloort er toch enige hoop. Na de film gaat Thijs Bouwknegt dieper in op het proces tegen Ahmad Al Mahdi, de islamitische extremist die terechtstond in Den Haag voor het vernietigen van negen mausolea en een moskee in Timboektoe. Bouwknegt legt uit dat International Criminal Court (ICC) aanklager Fatou Bensouda succesvol getracht heeft om de stem van Lemkin terug te laten keren in deze zaak, door te benadrukken dat cultuur direct verbonden is met onze identiteit.

De eerste veroordeling
Cultuur is wie we zijn, en het vernietigen van datgene wat onze cultuur belichaamt kan daardoor een voorbode zijn van genocide. Al Mahdi bekende schuld – ontkennen had overigens weinig zin wegens de overdaad aan bewijs – en werd uiteindelijk veroordeeld tot negen jaar cel voor het moedwillig vernietigen van cultureel erfgoed. Deze eerste veroordeling is een unicum en belangrijk voor het ICC. Het laat zien dat oorlogsmisdadigers kunnen worden bestraft, ook als het gaat om de vernietiging van cultureel erfgoed. Desondanks blijft het zeer de vraag of dit oordeel een precedent schept voor de toekomst en het is daarom des te belangrijker dat de aandacht op dit onderwerp gevestigd blijft.

 

Erwin Nuijten
Project-assistent NIOD

 

Interessante artikelen:

Historici.nl
Het KNHG is de grootste organisatie van professionele historici in Nederland. Het biedt een platform aan de ruim 1100 leden en aan de historische gemeenschap als geheel. Word lid van het KNHG.
Historici.nl
Het Huygens Instituut beoogt de Nederlandse geschiedenis en cultuur inclusiever maken. Het ontsluit historische bronnen en literaire teksten en ontwikkelt innovatieve methoden, tools en duurzame digitale infrastructuur.