Van Bunge- naar Maagden- tot Trippenhuis?
Het kan niemand ontgaan zijn: het top-down beleid van de Nederlandse universiteiten staat ter discussie. Bovendien komen bestuurders (inclusief de minister van onderwijs) nu tot het inzicht dat de nadruk op kwantiteit (van studenten, artikelen, onderzoeksubsidies etc.) ten koste is gegaan van de kwaliteit van onderwijs en onderzoek.
Aha, de nasleep van de bezettingen van het Bungehuis en het Maagdenhuis. Jij werkt toch aan de Universiteit van Amsterdam? Wat heb jij opgestoken van deze enerverende periode?
Drie dingen:
1. In de Nederlandse academische wereld kun je alleen iets veranderen als je een gebouw bezet.
2. Om aandacht van de pers te krijgen is het essentieel dat dat gebouw in Amsterdam staat en dan nog het liefst in het centrum.
3. De kans is groot dat het gebouw dat je bezet over een jaar een hotel is.
Het Bungehuis voldoet aan al deze drie voorwaarden, het Maagdenhuis aan twee en het Trippenhuis maar aan één…..

Het Trippenhuis? Is dat niet de hoofdzetel van de eerbiedwaardige Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen? De instelling die bestaat uit een hooggeleerd wetenschappelijk genootschap en zestien (top)onderzoeksinstituten?
Inderdaad! Enkele jaren terug besloot KNAW-president Robbert Dijkgraaf dat de zes instituten die zich met geesteswetenschappelijk onderzoek bezig houden, samengevoegd moesten worden in één cluster te Amsterdam. Een van die instituten is het NIAS, het Netherlands Institute for Advanced Studies in the Humanities and Social Sciences dat is gesitueerd in de lommerrijke duinen van Wassenaar. Ieder jaar krijgt een handvol wetenschappers hier de kans om in alle rust te werken aan een boek, het afronden van een onderzoeksproject of gewoon om inspiratie op te doen uit de gesprekken met andere academici uit alle hoeken en gaten van de wereld. Ik had het voorrecht om in het voorjaar van 2010 in dit prachtinstituut te mogen verblijven.

Oh ja, de ivoren toren: lekker een beetje filosoferen in een klooster achter de duinen….
Nou, dat vond de KNAW dus ook. Van het klooster moest een bijenkorf worden gemaakt, en de clustering was daarvoor het geschikte middel. De hele operatie stuitte op forse weerstand. Allereerst natuurlijk bij de ex-fellows die de unieke Wassenaarse locatie en voorzieningen op waarde konden schatten. Was het wel verstandig om de rust en afzondering van Wassenaar in te ruilen voor de drukte en hectiek van de hoofdstad? Ten tweede bij veel leden van de afdeling letterkunde van de KNAW die zich afvroegen voor welk probleem de clustering eigenlijk de oplossing was.
Ik neem aan dat er ruimte was voor discussie?
Integendeel. Protesten en bezwaren werden weggewuifd en tegenstanders binnen de instituten werden ontslagen (IISG) of uiteindelijk buiten de fusie gehouden (NIOD). Ook de rector van het NIAS, die de verhuizing naar Amsterdam overigens wel steunde, moest wijken toen zij weigerde de bezuinigingsopdracht uit te voeren, die bovenop de verhuizing kwam. De instituten was nota bene als pleister op de wonde extra geld beloofd!
Maar de verkoop van die kapitale panden in Wassenaar moet toch veel geld opleveren?
Ongetwijfeld. Net als bij de Universiteit van Amsterdam speelden vastgoed-transacties een cruciale rol in het kwartetspel met de instituten. Het geld uit de verkoop wordt echter niet zozeer in het onderzoek gestopt maar vooral in de verbouwing van de panden in Amsterdam waar het nieuwe cluster (inclusief het NIAS) wordt gevestigd. Zo worden het Spinhuis en het Oost-Indisch Huis – gelegen recht tegenover het Trippenhuis – overgenomen van de Universiteit. De Amsterdamse PvdA vond dit reeds in november 2011 ‘een ideale herbestemming’ voor de historische panden. Bouw- en verhuisplannen van de UvA en de KNAW grijpen hier op intrigerende wijze in elkaar. De panden naast de KNAW worden geschikt gemaakt voor appartementen om de fellows van het NIAS in te huisvesten.

Dat klinkt toch als een mooie oplossing voor de toekomstige fellows, al die panden zo dicht bij elkaar.
Zeker, maar de KNAW vergat één klein maar niet onbelangrijk detail. Een Zwiterse fellow uit het jaar 1973/74 liet bij zijn overlijden in 1986 een legaat na waaruit tweejaarlijks het verblijf van een fellow wordt gefinancierd en waarvan de aanleg en het onderhoud een Perzische rozentuin (Golestan) wordt betaald. Nu kun je de inhoud van een instituut als het NIAS – niet meer dan wat computers, tafels, stoelen en wat boeken – nog wel verhuizen naar het centrum van Amsterdam, maar met een rozentuin ligt dat toch iets gecompliceerder. De rozentuin is een idyllische en zeer rustgevende plek en wordt onder andere gebruikt voor literaire activiteiten op het NIAS.


Leuk zo´n rozentuin voor het hotel dat zich straks in het NIAS vestigt. Of valt de verhuizing naar Amsterdam nog tegen te houden?
De KNAW is ongetwijfeld al (financiële) verplichtingen aangegaan die moeilijk terug te draaien zijn. Maar beter ten halve gekeerd…. De UvA komt immers ook terug van haar top-down beleid en heeft besloten de bouw van de nieuwe bibliotheek op het Binnengasthuisterrein voor te leggen aan de ‘academische gemeenschap’. Naar verluid moet de clustering ook nog door de Ondernemingsraad worden goedgekeurd.
‘Wanneer bezetten we het Trippenhuis?’, werd dan ook op vrijdag 5 juni gevraagd tijdens de jaarvergadering van de NIAS Fellows Association, overigens een van de meest bedaagde clubs waarvan ik lid ben. Zo ver zal het niet komen maar het wordt tijd dat de KNAW serieus gaat praten met medewerkers en de mensen die gebruik maken van de faciliteiten van de instituten, zoals de fellows van het NIAS. De aanstelling van een geesteswetenschapper als nieuwe president – en ex-fellow van het NIAS – is daarom een klein lichtpuntje.