Historici.nl





Gepubliceerd op 26-11-2014

Verslag: ‘Feminist Archives Between Memory, Activism and Research’

Het archief hinkt op twee benen: aan de ene kant herbergt het een schat aan informatie, aan de andere kant wordt het ‘saai’ gevonden. Hoe slaat de praktijk van het archiveren een brug tussen feministisch activisme en genderonderzoek? Dit en meer werd besproken op het symposium ‘Feminist Archives Between Memory, Activism and Research’ op 6 november 2014, georganiseerd door Atria en de Universiteit Utrecht. 

Archieven hebben een machtige positie. Door hun keuzes worden sommige bronnen wél bewaard, en andere niet. Atria is daar zelf een goed voorbeeld van: voorganger IIAV werd opgericht in 1935 omdat vrouwenarchieven toen nog nauwelijks als ‘archiefwaardig’ werden gezien. Dagboeken, recepten, of de ontwerpen van een jurk werden gezien als ‘nutteloze’ objecten, terwijl dit waardevolle bronnen zijn om een beeld te krijgen van het verleden. Door te bewaren bemoeit de archivaris zich daardoor actief met geschiedschrijving: archieven zijn nog steeds de voornaamste bron voor historisch onderzoek. Het werk van een archivaris is ook wel degelijk politiek: door iets te archiveren, wordt het ook als historisch relevant bestempeld, en daarmee wordt het ook minder onschuldig.

Deze keuzes impliceren in- en uitsluiting. De macht van ‘het archief’ kun je omzeilen door – ten eerste – je eigen archief te beginnen. Dan weet je zeker dat spullen die jij belangrijk vindt, bewaard zullen blijven. Ten tweede: verbreed het concept van een ‘archief’. Maak alles een archief. Juist, kijk verder dan de ‘saaie’ definitie van een archief. Daarmee is in- en uitsluiting nog niet opgelost: er zijn namelijk altijd grenzen. Een archief (in welke vorm dan ook) moet hierover nadenken.

Koester het archief
Annette Mevis, al meer dan 30 jaar een bekend gezicht bij Atria, roept op om het archief te koesteren. Ze heeft net als Derrida de ‘archive fever’. Het IIAV was de eerste basis én institutionalisering van vrouwengeschiedenis in Nederland, en veel vrouwen zijn zo van de vergetelheid gered.

Mevis erkent dat de rol van de archivaris is veranderd in de huidige digitale revolutie. Zij dient nu meer zelfreflectie te vertonen. De samenleving documenteert tegenwoordig zichzelf. Daarbij wordt er echter niet gelet of een ‘record’ (om in archieftermen te blijven) authentiek is, wie hiervoor verantwoordelijk is, wat de context is, etc. De bestaande archieven wacht een belangrijke taak: zij moeten mensen hiervan bewust maken.

De Amerikaanse Whitney Stark meent dat het begrip ‘archief’ is geëxplodeerd, maar dat de blanke, heteroseksuele hegemonie daarmee nog niet is doorbroken. Deze hegemonie is nog steeds te zien in de structuur en hiërarchie van de gevestigde archieven. Onderdrukte en gemarginaliseerde groepen lijken hierdoor ‘geen geschiedenis’ te hebben. Het internet biedt niet altijd een oplossing, omdat de toegang hiertoe niet overal vrij is. Deze groepen blijven daardoor onzichtbaar.

Alias Pegtel, bekend van haar onlangs verschenen biografie Neelie, had een probleem: Neelie Kroes hád namelijk geen archief, zowel werk als privé niet. Zij keek naar de toekomst. ‘Ze maakte alleen geschiedenis in de praktijk,’ zegt Pegtel. Ze hoeft bij wijze van spreken niet eens een grafsteen – ze leeft in het nu. Daarom moest zij zelf mensen interviewen, en in feite haar eigen bronnen creëren. Orale bronnen documenteren is noodzakelijk, omdat deze anders (letterlijk) een natuurlijke dood sterven.

Historica Berteke Waaldijk (UU) wil de nadruk leggen op educatie. Google heeft nu bijvoorbeeld al invloed op lesgeven (zoek maar naar ‘Google for Education’, op -uiteraard- Google). Archieven zouden lesinstructies moeten bieden, omdat leren een niet-commercieel karakter zou moeten hebben. De markt heeft namelijk geen geheugen – die heeft daar geen enkel belang bij. Digitalisering verandert onze samenleving, ons onderwijs en onze manier van onderzoek doen. Het moet een prioriteit zijn om collecties zichtbaarder te maken op Wikipedia, zoals diverse archieven en bibliotheken (zoals de KB) nu al actief doen.

Liefdesbrieven en whatsappjes
Filosoof Rosi Braidotti (UU) heeft zojuist haar archief overgedragen aan Atria. Dit archief had ze onbewust gecreëerd: ‘I was never aware that I had an “archive.” I just had stuff that I couldn’t let go off!’ Door haar nomadische leefstijl werd zij bewust van de fragiliteit van haar spullen. Zij is blij om te zien dat een van haar activistische spandoeken nu als historisch bewijs wordt erkend.

De jongeren van nu hebben hele andere problemen: hun documentatie verdwijnt in een digitaal zwart gat. Braidotti noemt bijvoorbeeld dat zij haar liefdesbrieven nog steeds heeft, maar de whatsappjes van deze generatie zullen er over twintig jaar niet meer zijn – ook voor toekomstige onderzoekers. De historici van de toekomst zullen op een radicaal andere wijze onderzoek moeten gaan doen. Het is nu tijd om in te grijpen, en dit tijdperk wél blijven documenteren. In haar testament heeft Braidotti daarom Atria opgenomen, en een bedrag gereserveerd om beurzen voor toekomstige vrouwelijke onderzoekers mogelijk te maken.

Ten slotte: hoe moeten we de digitale samenleving archiveren in het huidige archief? Om te voorkomen dat er teveel verloren gaat, moet je er bewust van zijn wat je allemaal weggooit. Onderaan e-mails staat vaak ‘denk aan het milieu voordat u deze e-mail uitprint’. Maar daar zou net zo goed kunnen staan: ‘denk aan je toekomst, voordat je deze e-mail delete’. Genoeg food for thought dus, tijdens dit symposium.

Lonneke Geerlings,  Vrije Universiteit Amsterdam

Historici.nl
Het KNHG is de grootste organisatie van professionele historici in Nederland. Het biedt een platform aan de ruim 1100 leden en aan de historische gemeenschap als geheel. Word lid van het KNHG.
Historici.nl
Het Huygens Instituut beoogt de Nederlandse geschiedenis en cultuur inclusiever maken. Het ontsluit historische bronnen en literaire teksten en ontwikkelt innovatieve methoden, tools en duurzame digitale infrastructuur.