Historici.nl





Gepubliceerd op 29-09-2015

Verslag: Presentatie digitale versie van Nicolaas Witsens Noord en Oost Tartarye

De Amsterdamse burgemeester Nicolaas Witsen (1641-1717) schreef een groot, duur boek over een gebied in Centraal-Azië waar hij nog nooit was geweest, en liet het grootste deel van de oplage vervolgens op de plank liggen. Dat het boek desondanks zoveel waardering ondervond nadat het uiteindelijk rond 1800 in heel kleine aantallen in andere handen kwam, zegt iets over de kwaliteit ervan, maar ook over de informatieschaarste over het gebied. En het is nog steeds een gewilde bron. Op 24 september vond daarom in Teylers Museum in Haarlem het Symposium “Nicolaas Witsen en de kennis van Eurazië in de Gouden Eeuw”, plaats, waarbij een digitale editie – in het Russisch en Nederlands – werd gepresenteerd van Witsens boek.  

Nicolaas Witsen kwam uit een gegoed Amsterdams geslacht. Hij was familie van de Amsterdamse burgemeester Johannes Hudde, en zou later eveneens burgemeester van de stad worden. Hoewel Witsen in zijn jonge jaren Moskou bezocht, zette hij nooit een voet in het gebied dat hij in zijn boek beschreef. Zijn rijkdom stelde hem echter in staat om de noodzakelijke informatie, in de vorm van boeken maar ook mondelinge verslagen, bij elkaar te kopen, op te schrijven en rijk geïllustreerd uit te geven. Het grote boek Noord en Oost Tartarye lag in 1705 klaar, maar werd nooit verspreid omdat Witsen toch enige twijfels koesterde over de betrouwbaarheid ervan. Pas tegen het einde van de achttiende eeuw vond het zijn weg naar een breder lezerspubliek. Een gecompliceerde geschiedenis, die tijdens het symposium door vier sprekers vanuit diverse hoeken werd belicht. 

Teylers Museum mocht het symposium organiseren omdat het museum (ik zou bijna zeggen: uiteraard) over een exemplaar van Witsens boek beschikt. In de pauze mochten deelnemers dan ook, zij het onder strikte supervisie van Teyler-medewerkers, er een blik op werpen in de bibliotheek. 

Medewerkers van Teylers Museum tonen de analoge versie van Witsens boek zien

Na een welkomstwoord van Teylers-directeur Marjan Scharloo opende Eric Jorink (Universiteit Leiden / Huygens ING) het symposium door, in navolging van Marion Peters’ Witsen-biografie, diens Umfeld te verkennen. Na een opleiding aan het Amsterdamse Athenaeum Illustre studeerde Witsen in Leiden, waar hij door mensen als Golius werd beïnvloed. Ook deelde hij de collegezaal met interessante mede-studenten, waaronder Swammerdam, Steno, Reinier de Graaf en Burchardus de Volder: volgelingen van René Descartes. Daarnaast ontwikkelde Witsen een nationaal en internationaal netwerk, met contacten richting Londen (Henri Oldenburg) en Florence (Cosimo ‘de Medici). Jorink benadrukte dat Witsen een diep religieus mens was, en dat Noord en Oost Tartarye een rol speelde in zijn verdediging van het Bijbelse verhaal van de Zondvloed; bijvoorbeeld door bevroren mammoeten in de Siberische permafrost te verklaren als olifanten die daar na de Zondvloed waren aangespoeld.  

Jos Gommans (UvA) probeerde aan te tonen, in zijn eigen woorden, “dat Witsen gelijk had”. Vanuit de wereldgeschiedenis bekeken “werkt” Tartarije beter als begrip dan Centraal-Azië. Gommans bekeek het uitgestrekte, aride gebied als een “binnenzee”, of een “Aziatische mediterrannee”, en vergeleek het met andere maritieme zones die belangrijk waren voor het aanjagen van verandering in omliggende gebieden. Witsen wees zelf ook op het belang van het gebied en de rol die het had gespeeld in de Europese geschiedenis.  

Ruslandkenner Bruno Naarden (em. UvA) ging uitgebreider in op Witsens receptie en de manier waarop andere geleerden zijn werk hadden voortgezet. In Nederland kon het verhaal geen potten breken, maar over de grens was dat anders; overal oogstte het prachtige boek waardering. Maar hoe enthousiast Russische en Duitse geleerden ook waren over Noord en Oost Tartarye, ze moesten ook toegeven dat het een paar in het oog springende tekortkomingen bevatte. Zo ontbrak nagenoeg elke poging tot systematiek, wat het moeilijk maakte om informatie op te zoeken. Ook, zo schamperden achttiende-eeuwse collega’s, leek Witsen zich af en toe te verliezen in irrelevante details. Naarden wees er echter op dat juist die details voor moderne historici erg interessant zijn, omdat latere, meer systematische verkenners ze geen plaats gaven in hun meer geordende verhaal. 

De lezingen werden afgesloten door Thijs Weststeijn, die – curieus genoeg in het Engels – sprak over de kunst van Azië in het werk van Witsen. Evenals Jorink benadrukte hij de religieuze dimensie van Witsens kunstverzameling, die ook werd gebruikt om bijbelse vragen naar de Zondvloed en de leeftijd van de aarde te beantwoorden. 

Na deze uitgebreide prelude “opende” Marjolein ‘t Hart de website en gaf ze een korte uitleg bij de editie, die in te zien is via http://resources.huygens.knaw.nl/witsen

Ilja Nieuwland

Historici.nl
Het KNHG is de grootste organisatie van professionele historici in Nederland. Het biedt een platform aan de ruim 1100 leden en aan de historische gemeenschap als geheel. Word lid van het KNHG.
Historici.nl
Het Huygens Instituut beoogt de Nederlandse geschiedenis en cultuur inclusiever maken. Het ontsluit historische bronnen en literaire teksten en ontwikkelt innovatieve methoden, tools en duurzame digitale infrastructuur.