Historici.nl





Gepubliceerd op 28-12-2017

Verslag symposium ‘Van Scriptorium naar Charterbank’

Nederlandse archieven hebben naar schatting meer dan 200.000 oorkonden op perkament (charters) van vóór het jaar 1500 in de collecties. Charters bevatten informatie over bestuurlijke zaken of rechtshandelingen en zijn voorzien van en datum. Dit maakt hen van groot belang voor de bestudering van de middeleeuwse geschiedenis. Hoewel er door de voortschrijdende digitalisering van archieven steeds meer chartermateriaal digitaal beschikbaar is, wordt dit materiaal toch nog te weinig gebruikt in onderzoek. Digitaal beschikbaar staat niet gelijk aan toegankelijk, het lezen van charters is een studie op zichzelf. Het ontsluiten van een charter middels het maken van een regest, samenvatting of transcriptie vergroot de waarde voor historisch onderzoek. Regionaal Archief Tilburg organiseerde op 14 december jongstleden, in samenwerking met Huygens ING, Universiteit Utrecht, Brabants Historisch Informatie Centrum, Stichting Brabantse Bronnen en de Universiteit Gent, het symposium Van Scriptorium naar Charterbank, over de mogelijkheden en toepassingen van het digitaal ontsluiten van charters.

Directe aanleiding voor het symposium was de lancering van de Charterbank Regionaal Archief Tilburg, de voltrekking van een project waarbij men in 2009 gestart is met het transcriberen van de meer dan 1500 charters uit de collecties van het archief. Met het transcriberen is fase één van dit project voltooid. De komende tijd worden de charters volgens een editiemodel op de website geplaatst.

Het symposium werd geopend door Astrid de Beer, projectleider van de Charterbank. In haar openingswoord richtte zij dank tot meer dan 20 vrijwilligers die zich vol overgave hebben gestort op het transcriberen van alle oorkonden. Vervolgens was het woord aan Mark Vermeer. Hij vertelde over de totstandkoming van de Charterbank, de lange weg die er afgelegd is en welke beslissingen er gedurende dit traject genomen zijn. Er is gekozen voor een pragmatisch ontsluitingsmodel dat bestaat uit vier vaste onderdelen: scans van het charter, een datering, een vindplaats van het origineel en een transcriptie.

Foto: William van der Voort – Cloakture.com

De huidige snelheid waarmee documenten gedigitaliseerd worden maant ons tot het doen van concessies, zo bleek uit de lezing van  Geertrui Van Synghel. Het traditionele editiemodel, gebaseerd op de klassieke oorkondenboeken, is in de praktijk vaak onhaalbaar en methodisch gezien ook niet wenselijk. Afhankelijk van de collectie ligt een meer pragmatische aanpak voor de hand. Verder liet Van Synghel resultaten zien van het programma Transkribus, een programma dat handwritten tekst recognition inzet om transcripties te maken. Hoewel dit proces nog verre van foutloos verloopt stemmen voorlopige resultaten hoopvol voor de toekomst. Vooralsnog hoeft de paleograaf nog niet voor zijn baan te vrezen.

De laatste twee lezingen voor de pauze werden verzorgd door Jan Burgers en Els de Paermentier. Burgers sprak over de Digitale Charterbank Nederland, een project in ontwikkelingsfase waarin uiteindelijk regesten van alle middeleeuwse charters in één portaal doorzoekbaar moeten zijn. De Paermentier richtte zich juist op de andere zijde van het digitaal ontsluiten: de gebruiker. In hoeverre komen digitale oorkondenedities tegenmoet aan hun noden en verwachtingen? Bij zowel Burgers als De Paermentier kwamen dezelfde elementen naar voren: om onderzoek naar charters omhoog te stuwen is er behoefte aan beschrijvingsstandaarden en datasets die instituten overstijgen.

Na de lunch was er de mogelijkheid tot het volgen van een workshop. Men kon een afdaling maken naar het depot om daar de gevolgen van de eeuwen op de originele archivalia te aanschouwen: onder leiding van Ivonne Lipsch, kon men kennis maken met inktvraat, schimmels en andere vormen van schade aan archiefstukken. Een tweede mogelijkheid het volgen van een workshop restaureren met Japans papier, gegeven door DP Conservation.

Foto: William van der Voort – Cloakture.com

Na de workshops was het tijd voor de tweede lezingensessie. Deze werd afgetrapt door Jeroen Deploige, met een levendige beschouwing over de mogelijk- en moeilijkheden van de digitale ontsluiting van het middeleeuwse tekstuele erfgoed, geïllustreerd aan de hand van de evolutie van de Narrative Sources en de Thesaurus Diplomaticus. Hij werd opgevolgd door Jan Sanders die zijn lezing wijdde aan de geschiedenis, archieven en charters van de Brabantse norbertijnenkloosters van Postel, Berne en Sint-Catharinadal.

Het was tot slot aan Tineke Van Gassen om af te sluiten met een lezing over hoe men in middeleeuws Brugge en Gent zelf orde schiep in de oorkondenverzameling. Met haar verhaal over middeleeuwse inventarisatieparktijken was de cirkel praktisch weer rond: van scriptorium naar charterbank!

Het symposium maakte duidelijk dat er – om de charters op een verantwoorde manier te ontsluiten –  behoefte is aan een hoge mate van samenwerking, open data en een meer pragmatische insteek. De tijd van kostbare papieren uitgaven is voorbij, wil men het onderzoek naar oorkonden naar een hoger niveau tillen dan zal data gedeeld en gecombineerd moeten worden. Een programma als Transkribus kan bijvoorbeeld enkel zijn vruchten afwerpen door een continue aanvoer van nieuw materiaal, waardoor de database groeit en de transcripties als gevolg daarvan accurater worden. Om dit alles te kunnen bewerkstelligen moeten er verschillende hindernissen genomen worden, van het financiële plaatje tot het formuleren van een standaardformaat. Met de lancering van de Charterbank Regionaal Archief Tilburg en de op handen zijnde Digitale Charterbank Nederland is een eerste stap in ieder geval gezet.

Stef Uijens (Regionaal Archief Tilburg)

Historici.nl
Het KNHG is de grootste organisatie van professionele historici in Nederland. Het biedt een platform aan de ruim 1100 leden en aan de historische gemeenschap als geheel. Word lid van het KNHG.
Historici.nl
Het Huygens Instituut beoogt de Nederlandse geschiedenis en cultuur inclusiever maken. Het ontsluit historische bronnen en literaire teksten en ontwikkelt innovatieve methoden, tools en duurzame digitale infrastructuur.