Historici.nl





Gepubliceerd op 08-08-2012

Voor gesloten deuren

Onlangs barstte binnen historisch Nederland een discussie los over de drastische beperking van de openingstijden van de studiezalen van archiefinstellingen. In de motivering van hun beslissing verwijzen zij daarbij vaak naar hun website. Ze gaan echter voorbij aan het nuchtere feit dat met het huidige tempo van digitalisering het nog wel enkele honderden jaren duurt voordat alles digitaal beschikbaar zal zijn. Verder worden twee fanatieke groepen leeszaalbezoekers zo’n beetje de deur gewezen.

Het betaalbaar worden van laptops heeft het archiefonderzoek ingrijpend veranderd. Onderzoekers zijn voortaan verlost van het ontcijferen van hun vaak moeilijk leesbare krabbels op hun volgeschreven fiches. Bovendien kan men nu citaten door copy & paste eenvoudig overbrengen naar de tekst. Aan de longue durée van het archiefonderzoek veranderde vooralsnog niets. Voor het schrijven van een proefschrift moest men nog steeds maandenlang onafgebroken studiezalen bezoeken, alvorens de ‘schrijffase’ kon beginnen.

De introductie van de digitale fotografie en met name het toestaan van het fotograferen van archiefstukken zette het onderzoek pas echt op zijn kop. Dit maakt het mogelijk om grote hoeveelheden archiefmateriaal te verzamelen om later –thuis, op kantoor, in de trein of op een terras in Zuid-Frankrijk – te verwerken in een boek of artikel. Ook het andere ‘snelle’, maar dure alternatief, het bestellen van fotokopieën, wordt zo overbodig.

De gevolgen van deze revoluties in het archiefonderzoek zijn dagelijks (niet op maandag en niet voor 10 uur) zichtbaar op de studiezaal van het Nationaal Archief. Moderne onderzoekers wisselen het gebruik van hun laptop af met het maken van veel foto’s. Behalve voor wat korte aantekeningen gebruiken ze hun laptop vaak om de foto’s in mapjes te plaatsen. Deze ’fotografen’ bezoeken het archief vaak maar kort. Een andere groep onderzoekers (de ‘laptoppers’) maakt fanatiek aantekeningen. Zij zijn langdurig aanwezig op het archief en hun getik valt niet te missen.

Naast de ‘digitalen’ is er nog steeds een grote groep ‘analogen’ bezig om met papier en potlood (een pen is ten strengste verboden) aantekeningen te maken. Veel ‘analogen’ – vooral oudere leeszaalbezoekers – blijven fanatiek vasthouden aan de methodes die ze tijdens hun studie geleerd hebben. Hoewel ze meestal wel bekend zijn met computers en zich ook best een laptop en een digitale camera kunnen veroorloven, prefereren ze de traditionele methode van fiches volschrijven. Een tijdrovende bezigheid die veel te lijden zal krijgen door de drastische beperking van de openingstijden. Een ‘analoge’ onderzoeker vertelde mij dat hij nu eenmaal deze methode gewend was aan en geen reden zag om die te veranderen. Toegegeven, een fiche dwingt een onderzoeker om vooraf te bepalen hoeveel informatie uit een bron kan worden geëxtrapoleerd.

De ‘fotografen’ kunnen meestal de beperking van de openingstijden wel omzeilen. Door veel en snel plaatjes te schieten kunnen zij tijdens de sluitingsdagen nog wel vooruit. De benadeelden zijn vooral de ‘laptoppers’ en de fanatieke ‘analogen’. Onlangs vernam ik de verzuchting van een bekend (‘analoog’) historicus dat de toekomstplannen van het Nationaal Archief inhielden dat zijn volgende boek zo enkele jaren vertraging zou oplopen. Het wordt tijd dat ook zij zich roeren, zodat de discussie niet alleen gevoerd wordt in de digitale wereld van LinkedIn, maar ook traditioneel via open brieven in de krant en het benaderen van de politiek.

Mari Smits, Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis

Gaan de studiezalen van archieven dicht?
Door Redactie Historici.nl
Verweesde groentjes in het archief
Door Redactie Historici.nl
Lancering ePistolarium
Door Redactie Historici.nl
Historici.nl
Het KNHG is de grootste organisatie van professionele historici in Nederland. Het biedt een platform aan de ruim 1100 leden en aan de historische gemeenschap als geheel. Word lid van het KNHG.
Historici.nl
Het Huygens Instituut beoogt de Nederlandse geschiedenis en cultuur inclusiever maken. Het ontsluit historische bronnen en literaire teksten en ontwikkelt innovatieve methoden, tools en duurzame digitale infrastructuur.