Historici.nl





Gepubliceerd op 04-11-2012

Voorwerpen maken geschiedenis. Maar welke voorwerpen precies?

Op het KNHG-najaarscongres ‘Voorwerpen maken geschiedenis. Niet-schriftelijke bronnen in historisch onderzoek’, vrijdag 2 november 2012 in het gebouw van de Koninklijke Bibliotheek, was iedereen het erover eens: historici moeten eens verder kijken dan de gebruikelijke schriftelijke bronnen en voorwerpen serieus nemen in hun onderzoek.

Leora Auslander (University of Chicago) stelde in haar openingslezing dat voorwerpen niet alleen een toevoeging zijn voor historisch onderzoek (als zijnde een kers op de taart), maar dat ze tevens kunnen leiden tot nieuwe verhalen en inzichten. In de vele lezingen en workshops die volgden, werd de stelling van Auslander aan de hand van voorbeelden telkens opnieuw bevestigd.

Er werd overigens niet alleen over historische voorwerpen gesproken, ze werden ook getoond. Het geuzennapje dat in 1550 vermoedelijk aan de graaf van Egmond toebehoorde en het kerkschip de Salamander of Draak (het figuur op de spiegel is moeilijk vast te stellen) uit 1660 waren bijvoorbeeld van zeer dichtbij te bewonderen. Huizinga zou het geweldig hebben gevonden. De historische sensatie gierde door het gebouw.

Ondanks de eensgezindheid ontstond er toch een interessante discussie naar aanleiding van de lezingen van Rob van der Laarse (Vrije Universiteit en Universiteit van Amsterdam), over de materialiteit en beleving van het erfgoed van de Holocaust, en Claartje Wesselink (Universiteit van Amsterdam), over  haar onderzoek naar Henri van de Veldes schilderij Nieuwe Mensch en het nationaal-socialisme.

Wesselink vond het onbegrijpelijk dat Van de Veldes schilderij geen plek krijgt in de nieuwe opstelling van het Rijksmuseum over de Tweede Wereldoorlog. In plaats daarvan kiest het museum voor het nazi-schaakbord dat vermoedelijk is geschonken aan Anton Mussert en de concentratiekampjas die is gedragen door de Jodin Isabel Wachenheimer. Volgens Wesselink zou het schilderij een veel betere keuze zijn, omdat het de ondergesneeuwde aspecten van het sociaal-nationalisme, zoals het anti-kapitalisme en anti-rationalisme, aan het licht brengt. Bovendien vond zij dat het schaakbord en de jas slechts symbool staan voor het onderwerp.

Harm Stevens, conservator 20ste eeuw van het Rijksmuseum en mede verantwoordelijk voor de nieuwe opstelling, voelde zich geroepen om hierop te reageren. Ten eerste vond hij de toon van Van der Laarse ietwat denigrerend Hij sprak in zijn lezing namelijk over het ‘kampjasje’. Vervolgens stelde Stevens dat de jas niet alleen een symbolische betekenis draagt, maar wel degelijk ook een concreet verhaal vertelt. Het vertelt volgens hem zelfs een heel uniek en persoonlijk verhaal over de verschrikkingen van de oorlog. Met andere woorden: ook met dit voorwerp wordt het onderwerp van een andere kant belicht.

Toch is er verschil tussen de twee objecten. Het ene voorwerp krijgt een toevallige betekenis door het gebruik ervan en de verhalen die er later over geschreven zijn (de kampjas), terwijl het andere voorwerp met een bepaald doel is gemaakt en daardoor vanaf het eerste moment al een betekenis met zich mee draagt (het schilderij). In de discussie en tijdens de borrel na afloop van het congres leek het erop dat deze laatste categorie meer wordt gewaardeerd. Blijkbaar bestaat er een hiërarchie in historische voorwerpen. Een mooi onderwerp voor een volgend congres.

Laura van Rutten (masterstudent Publieksgeschiedenis, Universiteit van Amsterdam)
 

Historici.nl
Het KNHG is de grootste organisatie van professionele historici in Nederland. Het biedt een platform aan de ruim 1100 leden en aan de historische gemeenschap als geheel. Word lid van het KNHG.
Historici.nl
Het Huygens Instituut beoogt de Nederlandse geschiedenis en cultuur inclusiever maken. Het ontsluit historische bronnen en literaire teksten en ontwikkelt innovatieve methoden, tools en duurzame digitale infrastructuur.