Zing, vecht, huil, bid, lach, werk – thuis op de werkvloer
‘Als je maar hard zingt!’ spoorde historica Anna Tijsseling haar gelegenheidskoor aan, bestaande uit dertig Leidse historici. ‘Misschien moeten we eerst aan de borrel en dan pas zingen?’ probeerde een collega nog onder het slotakkoord van de workshop On Belonging – authenticity in the academic workspace uit te komen. Ik begreep ondertussen waarom de workshop in een inpandige zaal zonder ramen plaatsvond. Deze ietwat vreemd aandoende setting vloeide naadloos voort uit de doelstelling van de workshop.
De Diversity Think Tank van het Leidse Instituut voor Geschiedenis – een grassroots initiatief en samengesteld uit medewerkers uit alle wetenschappelijke geledingen – gaf ruim baan aan de urgente discussie over diversiteit en inclusiviteit op de academische werkvloer. De internationalisering en competitie van het academische bedrijf drukken een zware stempel. Hoe vind je op de plek waar je wilt voldoen aan de veeleisende academische maatstaf, tegelijkertijd een plek waar je je geborgen voelt, zonder jezelf voorbij te rennen? De Diversity Think Tank schakelde Academic Authenticity in, de nieuwe onderneming van Anna Tijsseling, waarmee zij academici helpt omgaan met dit dilemma.
Voor de winst?
Nadat ik de uitnodiging van de Diversity Think Tank accepteerde, vroeg ik mij toch af waarom bedrijven en instellingen tegenwoordig het diversiteitsbeleid zo nadrukkelijk uitdragen. Een column in Time besprak onlangs een onderzoek van Harvard Business Review naar het effect op de beurskoers, nadat een CEO zich publiekelijk had uitgesproken over maatschappelijke kwesties. Wat bleek? Uitspraken over bijvoorbeeld de volksliedprotesten in de National Football League doen de beurskoers niet significant stijgen. De vermarkting van de academie ten spijt, geloof ik ook niet dat de Leidse Rector Magnificus toekomstige studenten op het oog had toen hij zijn schaamte uitsprak over het bekladden van een regenboogzebra.
De columnist van Time wees er vervolgens op dat de CEO’s met hun uitspraken de eigen werknemers als publiek voor ogen hebben. Jongere werknemers zijn vaker ongehuwd en minder vaak verbonden aan een georganiseerde religie of ander platform naast het werk. Dit gegeven zou erin resulteren dat deze werknemers in toenemende mate naar de werkgever kijken om hun leven richting te geven en zelfs te voorzien van zin en morele duiding. In Time ontbrak het aan columnruimte om de vervolgvraag aan te stippen. Waarom vergezelden collega’s, die aan geen enkel van bovenstaande criteria voldoen, mij bij de workshop?
Het is duidelijk dat bedrijven en instellingen er veel waarde aan hechten dat alle werknemers zich thuis voelen op hun werkvloer. Daarachter schuilt, denk ik, wel degelijk een organisatorisch principe, met een winstoogmerk. Ook de academische schoorsteen moet roken. De organisatietheorie rond organizational memory leert dat een overtuigend uitgedragen corporative identity de meegaande houding (compliance) van werknemers ombuigt in toewijding (commitment). Een werknemer die van haar of zijn werkgever een aansprekende en inspirerende bedrijfsfilosofie meekrijgt, is bereid een extra meter te lopen, zonder direct het kilometervergoeding formulier erbij te pakken. De betrokken werknemer is onmisbaar voor succesvolle beurskoersen, c.q. -aanvragen. Voelt u zich al thuis?
Our house, in the…
Ik hoop dat het KNHG op korte termijn hetzelfde besluit te doen als de Leidse Diversity Think Tank en de handen ineenslaat met Academic Authenticity, als dienst aan alle historici in Nederland. De kracht van de workshop school in de ontwapenende manier waarop Tijsseling de academische werkvloerdilemma’s aan de orde stelde. De vraag wat de universiteit in deze voor ons kan betekenen bleef ongemoeid. Historici zelf verwarren de omgangsvormen van het onpersoonlijke academische debat al snel met de normen en waarden die gelden op de fysieke werkvloer. Hoe halen wij deze eigenhandig gevlochten kluwen uit elkaar?
Geen gemakkelijke opgave voor een beroepsgroep waarin werk en identiteit innig verbonden kunnen zijn. Maar alleen wanneer je het academische werk even laat voor wat het is, kun je voor jezelf nagaan wat van wezenlijk belang is om je senang te voelen op de werkvloer. Ik vond het verdraaid lastig om onder woorden te brengen waardoor ik mij welkom en thuis voel in het Leidse Huizingagebouw. Zingen kan ik niet. Desalniettemin heb ik zelden zo genoten van een workshop. De uitdagingen van de academische werkvloer kan en wil ik niet veranderen, maar ik kan er wel op een manier mee omgaan waardoor ik mij er thuis voel. Zonder de lessen van Academic Authenticity had de volgende workshop in de agenda mijn geborgen gevoel zomaar onderuit kunnen schoffelen. De titel spreekt boekdelen: PhD Career Event. Life beyond Academia. De poster is voorzien van raket, CV’s en Linkedin-logo’s. Er zit maar één ding op weet ik nu. Hard zingen.