Historici.nl





Gepubliceerd op 17-03-2021

Dossier Kiezen & Formeren – Activisme en politiek: de historische wortels van PvdD en BIJ1

Activisme en politiek zijn veel vaker en veel sterker met elkaar verbonden dan wel eens wordt aangenomen. Je zou zelfs kunnen zeggen dat activisten onmisbaar zijn in de politiek, omdat ze politici bij de les houden over wat er leeft in de maatschappij. Activisten zijn per definitie politieke buitenstaanders: als ze voldoende politieke macht of invloed hadden in de vorm van Kamerzetels, regeringsmacht, of succesvolle lobby, dan zouden ze niet op straat of in de media de aandacht van de bevolking en de politiek hoeven opeisen. Het is dus logisch dat activisten regelmatig proberen van het Malieveld over te steken naar het Binnenhof. De socialistische beweging liet van zich horen lang voordat de eerste sociaaldemocratische partijen werden opgericht. En die hebben ontzettend veel voor elkaar gekregen als het gaat om sociale wetgeving en de rechten van de zwaksten in de samenleving.

Partij voor de Dieren

Een ander voorbeeld: in 2006 kwam de Partij voor de Dieren voor het eerst in de Tweede Kamer, met twee zetels. Dat was controversieel: wat deed een activistische partij in het parlement? Veertien jaar geleden mengde ik me in die discussie met een opiniestuk dat in De Volkskrant verscheen. Ik betoogde daarin dat de partij in een lange traditie stond van emancipatiebewegingen: van antislavernijbeweging tot de arbeidersbeweging en de vrouwenbeweging. Dat ik in 2007 dat stuk schreef was geen toeval: ik promoveerde in dat jaar op De afschaffers: Publieke opinie, organisatie en politiek in Nederland, 1840-1880. In dat boek beschreef ik een deel van die traditie. Rond het midden van de negentiende eeuw, dus voordat er politieke partijen bestonden, gingen burgers zich voorzichtig mengen in het politieke debat door single-issue organisaties op te richten. Denk aan pressiegroepen als de Nederlandsche Maatschappij ter Bevordering van de Afschaffing der Slavernij, de Nederlandse Vereeniging tot Afschaffing van Sterken Drank, en de Maatschappij tot Nut van den Javaan (die het cultuurstelsel op Java wilde afschaffen).

Interessant is overigens dat dergelijke verenigingen er in de negentiende eeuw meestal bewust voor kozen om veel afstand van electorale politiek te houden. Zo schortten ze in verkiezingstijd hun campagnes meestal op. Deden ze dat niet, dan volgde er forse kritiek. Het liberaal georiënteerde Anti-Dagbladzegel-Verbond (1867-1869), dat succesvol streed voor goedkopere kranten – zodat iedereen op de hoogte kon blijven van wat er speelde in politiek –, kreeg rond Kamerverkiezingen bijvoorbeeld het verwijt dat zijn campagne eigenlijk een soort liberale partijpolitiek was – en dat was een ernstige belediging. Conservatieve critici verweten het Anti-Dagbladzegel-Verbond een ‘politieke demonstratie’ van de liberalen te zijn, of zelfs een ‘machine de guerre’, een intimiderend oorlogswapen van de liberale factie. De oprichting van een pressiegroep voor leerplicht (bedoeld om kinderarbeid tegen te gaan) werd om dit soort verwijten te voorkomen uitgesteld. Electorale politiek en single-issue-campagnes moesten strikt gescheiden blijven vanuit de idealen van de parlementaire democratie.

Bewustmaking en agendering

In de eenentwintigste eeuw zijn we wat positiever over het binnen het parlement brengen van stemmen die eerder vooral daarbuiten klonken. De Partij voor de Dieren bleek na haar entree in de Tweede Kamer in 2006 invloedrijker te zijn dan mensen hadden verwacht. De partij wist simpelweg door zichtbaar en hoorbaar te zijn in het hart van de politiek het partijprogramma van vrijwel elke andere partij te vergroenen. Daarbij bleek het geen one-issue-partij zoals was gevreesd. Het electoraat bleef de partij trouw en groeide gestaag, tot 6 zetels in 2021. Ondanks dat ze klein zijn, spelen dit soort emancipatoire partijen een cruciale rol in de politiek: ze staan aan het begin van verandering door bewustmaking en politieke agendering.

Protest, georganiseerd door Tori Oso Utrecht, een Surinaamse stichting, opgericht in 2001 – Keti Koti Utrecht – Stop Blackface. Fotograaf: Myrthe Minnaert.

BIJ1

Dit jaar deed er weer zo’n activistische partij mee aan de verkiezingen: BIJ1. Ook nu klinkt vergelijkbare kritiek. In een analyse in De Groene Amsterdammer wordt dat zo geformuleerd: ‘Het is een vraag die leeft bij (potentiële) kiezers en politiek watchers: als het BIJ1 lukt om in de Kamer te komen, hoe vinden ze een middenweg tussen activisme en politiek?’ Partijleider Sylvana Simons zegt daarop: ‘Ik heb ooit besloten dat ik die twee wil koppelen en daartussen wil zitten. Wat geagendeerd wordt door activisten wil ik meenemen naar de politiek.’ Simons vertelde elders als beginnend politicus de Partij voor de Dieren met bijzondere interesse te volgen en af en toe iets van hun strategieën over te nemen.

Net als de PvdD zou BIJ1 zelfs met die ene zetel die Sylvana Simons wist te behalen een belangrijke rol kunnen spelen in het agenderen van een geluid dat nog nauwelijks in het parlement klonk. En het zou daarmee, net als de PvdD, een blijvende invloed op de andere partijen kunnen hebben.

Maartje Janse is als Universitair Hoofddocent Nederlandse Geschiedenis verbonden aan het Instituut voor Geschiedenis van de Universiteit Leiden.

Historici.nl
Het KNHG is de grootste organisatie van professionele historici in Nederland. Het biedt een platform aan de ruim 1100 leden en aan de historische gemeenschap als geheel. Word lid van het KNHG.
Historici.nl
Het Huygens Instituut beoogt de Nederlandse geschiedenis en cultuur inclusiever maken. Het ontsluit historische bronnen en literaire teksten en ontwikkelt innovatieve methoden, tools en duurzame digitale infrastructuur.