Historici.nl





Gepubliceerd op 12-06-2019

Historicus zijn

Laat ik maar met de deur in huis vallen: ik ben geen historicus. Tenminste, dat is wat ik tot voor kort altijd zei en wat ik nu probeer af te leren.

 

Om dit te verduidelijken moet ik eerst kort iets over mijn achtergrond vertellen. In een ver verleden heb ik een propedeuse geschiedenis behaald aan de Rijksuniversiteit Groningen. Vervolgens ben ik Internationale Betrekkingen gaan studeren. Tijdens deze studie kreeg ik regelmatig te horen dat de opzet voor mijn werkstuk op zich goed was, maar dat de invalshoek ‘zuiver historisch’ was. Ik was vergeten een sociaalwetenschappelijke en/of internationaal politicologische theorie op te nemen in mijn aanpak. Dit leverde heel wat geworstel op met bepaalde vakken en het heeft me ook regelmatig aan het denken gezet. Ik vroeg mij regelmatig af of ik zou overstapen en ‘echt’ geschiedenis zou gaan studeren. Deze overstap heb ik nooit gemaakt en ik ben afgestudeerd in Internationale Betrekkingen. Vervolgens heb ik een baan gevonden die bijna niets te maken had met Internationale Betrekkingen of geschiedenis. Dit leverde geld op en dat is natuurlijk fijn, maar ook hier bleef ik nadenken over een overstap naar ‘echt’ geschiedenis studeren. In 2017 heb ik denken omgezet in daden en ben ik begonnen met mijn promotie aan de Universiteit Leiden. Ik onderzoek de internationale politieke crisis rondom Luxemburg in 1867, een mooie mix van internationale betrekkingen en geschiedenis. Tijdens de eerste maanden van mijn promotie is mij regelmatig gevraagd: “waarom wil je promoveren?” Mijn antwoord was steevast: “ik wil historicus worden.” De vervolgvraag was dan: “maar dat ben je toch al?” “Euh”… stilte aan mijn kant. Gevoelsmatig ben ik ‘slechts’ afgestudeerd in Internationale Betrekkingen en ben ik dus geen historicus. Maar wanneer ben je dit dan wel?

 

Voor zover ik kan nagaan is de titel ‘historicus’ niet beschermd en mag iedereen zich dus zo noemen. Volgens mij is er ook geen consensus over hoe je de titel dient te gebruiken en daarom zijn er twee manieren om er naar te kijken. De eerste manier (de manier die ikzelf jarenlang, onbewust, heb gehanteerd) gaat er vanuit dat iedereen die een universitaire opleiding geschiedenis succesvol heeft afgerond een historicus is. Wat hij of zij doet na afronding van de studie is niet relevant. Zo kan iemand geschiedenis studeren, na afloop van zijn studie aan de slag gaan als human resource manager bij een groot Nederlands levensmiddelenbedrijf en na een paar stappen opklimmen tot personeelsdirecteur bij dat bedrijf. Vervolgens kan hij de stap zetten naar de politiek: eerst staatssecretaris, vervolgens kamerlid, dan fractievoorzitter en uiteindelijk premier van Nederland. Een prachtige loopbaan natuurlijk. Maar is Mark Rutte op dit moment historicus? Toegegeven onze minister-president is ook nog gastdocent (Nederlands en maatschappijleer) maar stelt hij zich op verjaardagsfeestjes voor als: “Mark Rutte, historicus” of “Mark Rutte, minister-president van Nederland”? Als hij zich überhaupt nog voorstelt natuurlijk.

 

De andere benadering gaat er vanuit dat iedereen die beroepsmatig actief is met het verleden een historicus is. Welke studie hij of zij heeft gevolgd is niet relevant. Zo kan iemand rechten en sociologie studeren, na afloop van zijn studie aan de slag gaan als docent staatsrecht om daarna over te stappen naar de journalistiek. Vervolgens kan hij een historisch boek schrijven, en nog een én dan nog een en uiteindelijk een van de populairste historische schrijvers van Nederland worden. Ook een prachtige loopbaan natuurlijk. Maar is Geert Mak op dit moment historicus? Hij is bijvoorbeeld ook een aantal jaar bijzonder hoogleraar grootstedelijke problematiek aan de Universiteit van Amsterdam geweest. Dus hoe stelt hij zich voor op verjaardagsfeestjes? Als jurist? Als socioloog? Of toch als historicus?

 

Wellicht dat deze vraag bij veteranen in het historische vakgebied niet of nauwelijks speelt. Voor iemand die de overstap maakt van de niet-historische wereld naar de historische is het toch wel een issue. Wanneer hoor ik er nou echt bij, bij mijn nieuw gekozen beroepsgroep? Wanneer ben ik historicus? Ik kies er voor om de tweede benadering te volgen. Ik heb ook weinig keus, want helaas is het financieel bijna onhaalbaar om op latere leeftijd nog een tweede universitaire studie te doen. Gelukkig is promoveren iets goedkoper. Maar, ik houd me hierbij ook vast aan de tegeltjeswijsheid (letterlijk een tegeltje dat in mijn ouderlijk huis aan de muur hangt) “Leer, dan weet gij wat. Spaar, dan hebt gij wat. Werk, dan zijt gij wat”. Dus, ik geloof dat ik door beroepsmatig bezig te zijn met het verleden (of dit nu lesgeven, boeken schrijven of promoveren is), ook daadwerkelijk historicus ben. Als ik nu alleen nog zover kom dat ik mezelf op verjaardagsfeestjes ook voorstel als historicus…

 

Wat denkt u beste lezer?

Wanneer ben je historicus? Als je de studie hebt afgerond? Als je geld verdient met het verleden? Of pas als je lid bent van het KNHG?

Klopt de hierboven gemaakte tweedeling of zijn er nog andere soorten historici denkbaar?

Mag iedereen zich historicus noemen? Of moet de titel ‘historicus’ beschermd worden? En wat worden dan de toelatingseisen?

Avatar foto
Jelle Plesman studeerde Geschiedenis en Internationale Betrekkingen aan de Rijksuniversiteit Groningen. Na een aantal jaar werken in een ‘normale’ baan begon het geschiedenisbloed toch weer te borrelen. Sinds 2017 is hij als duaal promovendus verbonden aan de Universiteit Leiden en doet hij onderzoek naar het Nederlands buitenlands beleid tijdens de Luxemburgse Crisis van 1867. Naast zijn interesse in de internationale politiek van de lange negentiende eeuw schrijft Jelle ook graag over maritieme geschiedenis en het leven als buitenpromovendus.
Alle artikelen van Jelle Plesman
Historici.nl
Het KNHG is de grootste organisatie van professionele historici in Nederland. Het biedt een platform aan de ruim 1100 leden en aan de historische gemeenschap als geheel. Word lid van het KNHG.
Historici.nl
Het Huygens Instituut beoogt de Nederlandse geschiedenis en cultuur inclusiever maken. Het ontsluit historische bronnen en literaire teksten en ontwikkelt innovatieve methoden, tools en duurzame digitale infrastructuur.