Vulgaire verleiding: over Geschiedenis Inside
In 2010 schreef historica Nelleke Noordervliet in haar column[1] in dagblad Trouw: ‘Clio is een hoer. Dat weet iedereen’. Voor politiek of commercieel gewin, uit hobbyisme of persoonlijk vermaak – het gebruik van de geschiedenis is verleidelijk. De muze van de geschiedenis is er immers voor iedereen en laat zich ongebreideld gebruiken. Met die verleiding treedt ook vulgarisering op, stelt Noordervliet. De complexiteit verdwijnt doordat onderaan de streep het commerciële hobbyisme voorrang krijgt boven de wetenschap.
Noordervliets constatering is nog steeds actueel. Dat bewijzen de makers van de populaire podcast Geschiedenis Inside. Daarin behandelen cabaretier Thomas van Luyn en historicus Gijs van Engelen historische onderwerpen. De naam Inside verwijst naar de beruchte talkshow op televisie waarin satire en feitenvrije leegloperij de boventoon voeren. De podcastmakers gaan naar eigen zeggen fabeltjes, fictie en fake news te lijf door personen uit het verleden in witte of zwarte bladzijden onder te verdelen. De formule is populair. De ‘Maand van de Geschiedenis’ noemde Geschiedenis Inside als luistertip in 2024 en de makers bereiken een breed publiek. Daarmee is ook genoeg gezegd. Met de podcast herhalen de makers oude platitudes en karikaturen. ‘Verbieden?’ vroeg Noordervliet zich al af over dit soort vulgarisering. Nee, maar er ligt wel een taak weggelegd voor historici. Er bestaat immers nog altijd iets als een respectabele omgang met het verleden, waarin ‘vulgarisering, iconisering, vervalsing en speculatie’ aan de kaak worden gesteld. Dat Geschiedenis Inside hier niet aan voldoet, illustreer ik aan de hand van de serie afleveringen over Vladimir Lenin.

Lenin vermomd op de foto van zijn valse paspoort om in de zomer van 1917 naar Finland te vluchten, genomen in het station van Razliv. Foto door Dmitry Ilyich Leshchenko.
Pestbacil
“Ik zie een van de werkelijkheid losgezongen idealist die vindt dat het doel de middelen heiligt en een utopie voor ogen heeft.” Dat zegt cabaretier Thomas van Luyn aan het einde van de eerste aflevering uit de serie. Deze serie afleveringen is interessant omdat een historische interpretatie van het communisme met gemak een lakmoesproef kan worden genoemd. Over het algemeen staat die bol van de clichés. Het communisme vormde bijvoorbeeld één blok, was bij uitstek totalitair en de ‘Russische ziel’ sloot er perfect op aan. De geschiedenis van het communisme is er in werkelijkheid een van onderlinge verdeeldheid. Lenin en Stalin zijn geen laken van hetzelfde pak. Nooit is er sprake geweest van een monoliet, een vast blok, een ‘evil empire’. Om maar te zwijgen van een eenduidige etno-ziel. Voor Geschiedenis Inside is er echter niets anders dan karikatuur: Lenin als veelvormig monster. Lukraak vergelijken ze hem met Trump (zuiveren van de eigen gelederen), met Wilders (als brenger van een nieuwe, populistische politieke stijl), met James Bond (clandestien opererend), en met ‘de typische Rus’ (die niet nadenkt over politiek).
In aflevering twee behandelen de makers het revolutiejaar 1917 met rammelende anekdotes en simplificaties. Het aan Churchill toegeschreven citaat over Lenin als ‘pestbacil’ die richting Rusland wordt gestuurd klinkt bijvoorbeeld smeuïg, maar is geschiedkundig twijfelachtig – Churchill was bij uitstek anticommunistisch. En passant behandelen de makers anekdotes over de communistische zuippartijen in de wijnkelder van het Winterpaleis, ondanks dat Lenin daar niet bij aanwezig was. De anekdote zelf is vooral geruchtmakend en zet de communisten neer als een losgeslagen bende gekenmerkt door ‘mob mentality’. De relevantie voor de biografie van Lenin is beperkt zo niet nihil. De anekdotes zijn niettemin belangrijker en context lijkt bewust te ontbreken. Kortom, all sizzle and no steak.
In de derde aflevering wordt definitief met Lenin afgerekend. De makers verwijten hem de moord op de Romanovs, de verspreiding van leugens en censuur, ook al geven ze toe dat bewijs ontbreekt. Van Engelen concludeert niettemin dat Lenin het bevel tot executie móét hebben gegeven. Fictieve, bloeddorstige citaten (“Negentig procent van de bevolking zal sterven…”) versterken het karikaturale beeld van Lenin als monster. Complexiteit of historische twijfel is afwezig. Blijft over een propagandistisch cliché dat zich tegen beter weten in presenteert als waarheid.
Vulgariseren en democratiseren
Het moet gezegd, vulgarisering is niet enkel een slechte zaak. Vulgariseren is ook democratiseren. Dat bekent ook Noordervliet in haar column uit 2010. Laat het verleden niet over aan een ‘priesterkaste’ die bepaalt wat wel en niet mag worden gezegd. Popularisering kan immers dienen als gereedschap voor onderwijs en het verleden ontsluiten. De vraag is alleen in hoeverre er sprake is van educatie als dat gepaard gaat met een rammelende inhoud van clichés en platitudes, kortom vulgarisering.
Historische zorgvuldigheid hoeft bovendien geen obstakel te zijn voor het binnenhalen van luisteraars. Amerikaanse audioseries als Blowback en Hell on Earth, gemaakt door de bedenkers van de populaire podcast Chapo Trap House, en The History of Rome en Revolutions van Mike Duncan worden goed beluisterd én zijn inhoudelijk vaak sterk doordat de makers de afleveringen combineren met historiografische literatuur. Door de combinatie van uitgebreide citaten met een dramatisch narratief lukt het de makers daadwerkelijk gedegen geschiedschrijving neer te zetten: democratisering zónder de vulgarisering. Die zorgvuldigheid hadden de makers van Geschiedenis Inside ook kunnen betrachten. Niettemin raadplegen zij voor de bovengenoemde drie afleveringen over Lenin naar eigen zeggen enkel en alleen de biografie van Victor Sebestyen (2017).
Onwaarheden
De makers van Geschiedenis Inside slaan het verleden plat. Dat hoeft geen probleem te zijn. Ze ontsluiten het verleden voor een breed publiek en populariseren historische figuren door ze uit de stoffige ivoren toren te trekken. Blijft het daarbij? Soit. Van Engelen en Van Luyn doen echter meer. Door het verleden in witte en zwarte pagina’s te verdelen, door gebrekkig bronnenmateriaal en onbetrouwbare anekdotes, doen de makers bij tijd en wijle het verleden meer kwaad dan goed. Ze verspreiden onwaarheden, valse tegenstellingen en bevestigen clichés vanuit een gemakzuchtige houding die door moet gaan voor amusement.
Wordt het tijd dat de makers over hun eigen geschiedenis de vraag stellen: “Behoort Geschiedenis Inside tot een witte of zwarte bladzijde in podcastland?”? De onzinnigheid van zo’n vraag bewijst hoe weinig respectabel zij omgaan met hun onderwerpen, terwijl respectabiliteit juist geboden is waar het geschiedenis betreft. Het verleden is ergens toch weerloos en juist daar zou de taak voor een podcast over geschiedenis moeten liggen. ‘De historicus’, schrijft Noordervliet ten slotte, ‘is de eerst aangewezen persoon om zich actief op te stellen in de maatschappij en om overal waar dat nodig is op te komen voor de rechten van de verleden mens.’ Doen de makers dat niet, dan zou het hen sieren iedere pretentie te laten varen.
[1] Nelleke Noordervliet, ‘De verkrachting van muze Clio’. Trouw, 4 september 2010.