Historici.nl





Gepubliceerd op 02-03-2021

Dossier Toegepaste Geschiedenis – Onmisbare historici: kansen en uitdagingen bij grootschalige (overheids)onderzoeken

Geschiedwetenschap in de praktijk

Toegepaste geschiedwetenschap, of applied history, staat de afgelopen tijd – terecht – in toenemende belangstelling. Applied history is historisch onderzoek doen met als doel diepere, langere termijntendensen te ontwaren die ons kunnen helpen oplossingen te bedenken voor maatschappelijke problemen van vandaag de dag. Dit artikel haakt graag in op dit thema, met een uiteenzetting van een voor mij zeer sprekend, concreet voorbeeld van toegepaste geschiedwetenschap: het recent verschenen, grootschalige onderzoek naar misstanden bij interlandelijke adopties.

Rapport met consequenties

Op 8 februari 2021, na anderhalf jaar intensief onderzoek, publiceerde de Commissie Onderzoek Interlandelijke Adoptie (COIA) haar langverwachte eindrapport. De onafhankelijke commissie bestond uit prof. dr. Beatrice de Graaf, mr. Bert-Jan Houtzagers en werd voorgezeten door mr. Tjibbe Joustra. Zij onderzochten mogelijke misstanden bij interlandelijke adopties en de rol en verantwoordelijkheid van de Nederlandse overheid daarin. De bevindingen van de commissie waren stevig, om het zacht uit te drukken, en leidden de overheid tot het besluit om interlandelijke adoptie per direct op te schorten. 

Bij de totstandkoming van het rapport waren historici intensief betrokken, onder wie ondergetekende als projectleider van een groep onderzoeksmedewerkers en student-assistenten. In opdracht van de commissie verrichtte een team (archief)onderzoek om de adoptiepraktijk en het overheidsbeleid te reconstrueren en misstanden daarbij in kaart te brengen. 

Omdat interlandelijke adoptie al bestond sinds de jaren vijftig, en voortduurt tot vandaag de dag, was een historisch perspectief onontbeerlijk. Waar bestond het archiefonderzoek – het ambachtelijke ‘historische handwerk’ – uit? En welke kansen en uitdagingen zijn er voor historici bij dergelijke grootschalige, politiek-gevoelige (overheids)onderzoeken?

Rol historici en uitdagingen

Met een team professionele historici hebben we onderzoek verricht in tal van archieven, zowel van overheidsinstanties als van particuliere partijen. De hoofdmoot van het archiefwerk vond plaats bij het beleidsverantwoordelijke ministerie van Justitie (en verwante instanties als de Raad voor de Kinderbescherming, IND en het OM) en de archieven van Buitenlandse Zaken en diplomatieke posten. Ook beleidsarchieven van particuliere betrokken partijen, zoals adoptiebemiddelaars, zijn geraadpleegd. Maar we hebben ook in het buitenland onderzoek gedaan, interviews afgenomen en waar mogelijk documenten verzameld.

Het onderzoek was complex. We hadden als taak het handelen van de Nederlandse overheid en andere betrokken partijen over een periode van meer dan een halve eeuw te reconstrueren. Dat leverde verschillende uitdagingen op, waarvan ik er drie bespreek.

1) Gepolariseerd debat. Het maatschappelijke en politieke debat over interlandelijke adoptie is sterk gepolariseerd. Fervente voor- en tegenstanders zijn in de discussies meestal leidend, waardoor tegenstellingen lastig oplosbaar zijn. Ze bestoken elkaar met argumenten die hun eigen gelijk bevestigen. Die polarisatie is ook merkbaar in het wetenschappelijke debat over adoptie. 

Interlandelijke adoptie als onderzoeksonderwerp heeft betrekking op tal van terreinen: van internationale betrekkingen en bestuurskunde tot politieke geschiedenis; en van pedagogiek en psychologie tot rechtswetenschap. Ook daarbinnen betwisten voor- en tegenstanders elkaar te vuur en te zwaard. Bovendien ontbreekt op archiefmateriaal gebaseerd geschiedwetenschappelijk onderzoek naar interlandelijke adoptie eigenlijk volledig. Het recent verschenen BMGN-themanummer ‘Child Separation’, met in het bijzonder de bijdrage van de Antwerpse historicus Chiara Candaele, is daarom een welkome aanwinst in het debat.

2) Onduidelijke onderzoeksopdracht. Voorafgaand aan de start van het werk was de onderzoeksopdracht onduidelijk. Het ministeriële instellingsbesluit bevatte geen uitsluitsel over de exacte geografische reikwijdte en tijdsperiode van het onderzoek. Het bevatte slechts parameters van wat ‘ten minste’ diende te worden onderzocht. Daarnaast ontbraken definities van te hanteren concepten. Het beste voorbeeld van de onduidelijkheid was het begrip ‘misstand’. Hoe definieer je zo’n notoir fluïde concept? 

De commissie heeft, mede op aanraden van de historici, uiteindelijk besloten adoptiemisstanden te onderzoeken als zowel handelingen in strijd met wet- en regelgeving als handelingen die destijds ethisch gezien onverantwoord waren. Zo kunnen we het begrip ‘misstanden’ historiseren en vermijden we verwijten dat we daar ‘met de kennis van nu’ geen oordelen over zouden kunnen vellen. Want dat kan natuurlijk wel, als je het op bovengenoemde manier doet. Als iets destijds reeds bekend was, als misstand gold en niet strookte met de letter van de toenmalige wet, kunnen we nu natuurlijk heel goed concluderen dat hier sprake was van een nalatigheid en een wegkijken van de overheid. En dat hebben we dus ook gedaan, onderbouwd met bronnen en bewijzen.

3) Bedolven onder onderzoeksmateriaal. De combinatie van de complexiteit van het adoptieonderwerp enerzijds en de vaagheid van de opdracht anderzijds droeg bij aan de derde uitdaging: een overdaad aan onderzoeksmateriaal. Alleen al de mogelijke relevante adoptiebeleidsdossiers uit de Justitie-archieven besloegen vele meters – om nog maar te zwijgen over al het andere materiaal binnen en buiten de archieven. Al die informatie inventariseren, beschrijven, analyseren – kortweg: trechteren – kostte veel tijd en energie.

Kansen

Ondanks de uitdagingen bood het onderzoek voor de adoptiecommissie enorme kansen om de mogelijke rol van historici op de kaart te zetten. Een van de oplossingen om eerdergenoemde uitdagingen te lijf te gaan was om, naast de archiefvondsten, ook aanvullend onderzoeksmateriaal te analyseren. Het tekent de intrinsieke nieuwsgierigheid en volledigheidsdrang van de geschiedwetenschap om vondsten uit het archief te kalibreren met dat wat toentertijd en inmiddels door onderzoek van derden is vastgesteld. 

Daarom hebben we het volgende gedaan: we hebben een doorwrochte literatuurstudie uitgevoerd van tientallen publicaties; meer dan duizend mediaberichten geanalyseerd; verscheidene interviews gehouden; en een politieke analyse opgesteld. Die politieke analyse was een op zichzelf staand en zeer omvangrijk onderzoek. We hebben 130 Kamervragen, alle Handelingen van debatten en verkiezingsprogramma’s omtrent adoptie doorgelicht, beschreven en geanalyseerd. Gezamenlijk gaven deze bronnen inzicht in wat er destijds aan (openbare) informatie in de maatschappij en politiek bekend was en hoe interlandelijke adoptie werd bekeken. 

Het aanvullende materiaal stelde ons in staat het archiefmateriaal te verifiëren en, zoals dat in wetenschapskringen zo mooi heet, te trianguleren. Tezamen heeft het historisch onderzoek in zowel de archieven als elders bijgedragen aan de totstandkoming van een zo evenwichtig mogelijke reconstructie van het Nederlandse adoptiebeleid, en de misstanden daarbinnen. Dit is duidelijk tot weerslag gekomen in het eindrapport van de commissie.

Meerwaarde en onmisbaarheid

De bijdrage van historici aan de totstandkoming van het adoptieonderzoek is een exemplarisch voorbeeld van hun meerwaarde. Sterker nog, ze toont mogelijk zelfs aan dat historici onmisbaar zijn bij dergelijke grootschalige onderzoeken. Zonder het noeste handwerk in de archieven, de bergen aan informatieverwerking, en de verdiepende en brede blik van de historicus zouden allicht cruciale onderdelen ontbreken die het grotere geheel van het onderzoek helpen verklaren. Ook diepere lagen van politiek, sociaal, economisch en cultureel inlevingsvermogen zouden mogelijk ontbreken. 

Kortom, historici hebben niet alleen een meerwaarde bij grootschalige (overheids)onderzoeken, in mijn optiek zijn ze onmisbaar om beleid en misstanden serieus door te kunnen lichten en te historiseren. 

Yannick Balk is historicus en was als projectleider en onderzoeker vanuit de Universiteit Utrecht betrokken bij de Commissie Onderzoek Interlandelijke Adoptie.

Historici.nl
Het KNHG is de grootste organisatie van professionele historici in Nederland. Het biedt een platform aan de ruim 1100 leden en aan de historische gemeenschap als geheel. Word lid van het KNHG.
Historici.nl
Het Huygens Instituut beoogt de Nederlandse geschiedenis en cultuur inclusiever maken. Het ontsluit historische bronnen en literaire teksten en ontwikkelt innovatieve methoden, tools en duurzame digitale infrastructuur.