Uitgeverij Verloren/Johan de Witt-scriptieprijs voor geschiedenis – genomineerde scripties 2024
27 jan 2024Van 14:00 - 17:30uur
Hilversum
De jury van de Uitgeverij Verloren/Johan de Witt-scriptieprijs voor geschiedenis heeft dit jaar drie scripties genomineerd uit de vijf ingediende masterscripties. De prijs wordt in samenwerking met Uitgeverij Verloren en weekblad EW voor de tiende keer uitgereikt.
De jury maakt de winnaar bekend op zaterdagmiddag 27 januari 2024 tijdens een bijeenkomst van de historische vereniging Vrienden van De Witt. Plaats: Uitgeverij Verloren, Torenlaan 25 in Hilversum. Deze feestelijke middag is gratis toegankelijk voor genodigden en belangstellenden.
Programma
Ter ere van de tiende editie delen eerdere winnaars hun ervaringen en vertellen ze over hun stappen sinds het behalen van de prijs. De middag wordt opgeluisterd met muziek uit de tijd van Johan de Witt, uitgevoerd door Lydia Boer en Marinka Joosten.
Prijzenpakket
De scripties dienen betrekking te hebben op de Republiek der Nederlanden in de 17e eeuw. De prijs voor de beste scriptie bestaat uit een bedrag van € 1.500,-, een boekenpakket en een jaarabonnement op weekblad EW. EW publiceert een samenvatting van de winnende scriptie die ook is te vinden op de websites van weekblad EW en de vereniging Vrienden van De Witt.
De drie genomineerde scripties:
De organisatie en het functioneren van het bestuur van de WIC-kolonie in Angola staan centraal in de masterscriptie van Florian Herrendorf (‘Colonial mismanagement?’, Universiteit Leiden).
In augustus 1641 veroverde de WIC (West-Indische Compagnie) Luanda, gelegen in het huidige Angola, met als doel een nieuwe kolonie in Afrika te stichten. Conform de richtlijnen van de Hoge Raad bestond het bestuur aanvankelijk uit twee directeuren ondersteund door een raad van vijf leden. Deze structuur kwam al snel onder druk te staan doordat diverse bestuurders de nieuwe kolonie verlieten. De Heren XIX zorgden in november 1642 voor een radicale verandering door de nieuwe kolonie bestuurlijk van de bestaande kolonie in Brazilië te scheiden. Bestuurlijk kregen de directeuren meer autonomie, terwijl de invloed van de militairen sterk verminderde. Uiteindelijk maakte de herovering van Luanda door de Portugezen in 1648 een einde aan de kolonie. De scriptie toont aan dat slecht bestuur een belangrijke oorzaak was voor de korte periode dat de kolonie bestond. Interne en externe factoren hadden een duidelijke invloed op dit gebrekkig management. De WIC was enerzijds niet in staat om de kolonie voldoende te voorzien van levensmiddelen, wapens en personeel en had te weinig oog voor de Portugese dreiging. Anderzijds waren de benoemde directeuren niet bekwaam genoeg om de kolonie op een juiste manier te besturen en hadden zij te vaak onenigheid met andere verantwoordelijken. Het bestuur van de kolonie was een mislukking en allicht een voorbeeld voor de problemen binnen andere koloniën waardoor de WIC in tegenstelling tot de VOC niet in staat was een “empire builder” te worden. Scriptiebegeleiders: prof. dr. C.A.P. Antunes en dr. F. Ribeiro da Silva
De masterscriptie van Celine Oldenhage (‘Uit de zekerheid des doods en onzekere uure vandien’, Universiteit Utrecht) onderzoekt begrafenissen in Amsterdamse kerken na 1578.
Amsterdam koos in 1578 de kant van de Opstandelingen waardoor de invloed van de Calvinisten en hun geloofsovertuiging enorm toenam. Na deze Alteratie gingen veel kerken over van de katholieke naar de gereformeerde religie, waardoor zowel de eredienst als het kerkinterieur sterk veranderden. Een uitzondering hierop vormde het gebruik om in de kerk begraven te worden. De scriptie onderzoekt deze continuïteit door een analyse van de ruimtelijke opstelling van predikantsgraven, het begraven als werk van barmhartigheid en de iconografie op grafzerken in de vorm van bloemen en rook in diverse Amsterdamse kerken. Voor elk van deze drie onderwerpen worden bewijzen vanuit het pre-reformatorische handelingskader en diverse uitdrukkingsvormen gevonden. De studie concludeert dat de graven binnen gereformeerde kerken werden gebruikt om de veranderingen en innovaties die het Calvinisme introduceerde te verhullen. De erfenissen van het vroege christendom werden zodanig geïntegreerd, dat ze overeenkwamen met het hernieuwde gedachtegoed van de reformatie. Scriptiebegeleiders: dr. P. Huistra en dr. R. Calis
De rol van de Republiek in het gebruik van dierproeven en de discussie over de morele status van dieren in de 17e eeuw staan centraal in de masterscriptie van Ilse van der Werf (‘The martyrs of the anatomists’, Universiteit Groningen).
De 17e eeuw betekende een omslag voor het natuurwetenschappelijk onderzoek. Het werk van de filosoof Descartes zorgde ervoor dat de kennis van de natuur steeds meer werd gebaseerd op experimenteel werk. Dit experimentele werk leidde tot het inzicht dat veel processen via wetmatigheden verlopen die via waarnemingen kunnen worden doorgrond en voorspeld. Deze nieuwe inzichten hadden effect op het onderzoek naar het functioneren van het menselijke lichaam, oftewel de anatomie. De universiteit van Leiden bekleedde in de 17e eeuw een leidende positie ten aanzien van het anatomisch onderwijs. De aanwezigheid van zeer bekwame docenten en de wetenschappelijke vrijheid hadden een grote aantrekkingskracht op buitenlandse studenten. Het bestaan van het permanente anatomische theater en de vrijheid om experimenten uit te voeren op levende dieren versterkte de positie van de universiteit nog meer. Het gebruik van levende dieren werd binnen de Nederlandse academische wereld als een geaccepteerde methode voor wetenschappelijke onderzoek beschouwd. Het hieraan gekoppelde leed voor de betrokken dieren was mede door de gebrekkige technieken zeer groot. Het gebruik van dieren was hierdoor moreel gezien niet onomstreden en leidde tot een discussie over de positie van dieren in de samenleving. Deze scriptie toont aan dat het huidige debat over het gebruik van proefdieren binnen wetenschappelijk onderzoek haar oorsprong vindt in de 17e eeuw. Scriptiebegeleider: dr. J.W. Koopmans.
Jury
De jury bestaat uit: dr. A. Weststeijn (UU, Utrecht), dr. J. van der Steen (RUL, Leiden), dr. R. Baars (RUG, Groningen // RUL, Leiden), J. den Oudsten MA (RUN, Nijmegen), dr. J. van Tol (UvA, Amsterdam), dr. I. Huysman, voorzitter (Huygens Instituut-KNAW) en dr. L. de Jonge, secretaris (WU, Wageningen).
Nadere informatie desgewenst bij de secretaris van de jury, tel. 0612317957 of leon.dejonge@wur.nl of raadpleeg de website.