Historici.nl





Gepubliceerd op 13-08-2020

Jezusmythicisme. Liever geen Jezus dan een joodse Jezus

Bronnen uit de Oudheid zitten vol wonderverhalen en inconsistenties. Daarom zoeken historici al ruim twee eeuwen naar manieren om feit en fictie te scheiden. Hoewel de historisch-kritische methode door-en-door wetenschappelijk is, stuiten de resultaten weleens op weerstand. In de negentiende eeuw waren er sceptici die liever géén Jezus zagen dan een joodse Jezus en opperden dat Jezus een mythisch personage was. Hoewel achterhaald is dit idee terug uit welverdiende vergetelheid.

Jezusmythicisme

Het is een waarheid als een koe dat Jezus leefde in een wereld die weinig leek op de onze, en dat de antieke bronnen een wereldbeeld veronderstellen dat van het onze afwijkt. Destijds loerden overal boze geesten, gaven de goden hun wil te kennen via voortekens en bewees een wijsgeer of vorst zijn kwaliteit door wonderen.

Als zo’n bron gaat over Jezus, kunnen we op drie manieren met zulke verhalen omgaan. Sommige gelovigen, vaak evangelische christenen, nemen ze zo letterlijk mogelijk en accepteren dat Jezus mensen genas, over het water liep en opstond uit de dood. De implicatie is dat de natuurwetten niet universeel geldig zijn. Je kunt ook het omgekeerde standpunt innemen en de wonderverhalen beschouwen als voldoende om de evangeliën te diskwalificeren als serieuze bron. De implicatie daarvan is dat je vrijwel alle bronnen uit de Oudheid terzijde moet schuiven.

De derde manier is die van de historicus, die de evangeliën benadert zoals alle antieke bronnen. De historicus weet dat in die tijd informatie werd geformuleerd in een beeldentaal die afwijkt van de onze. Er is een vertaalslag nodig, een weldoordachte hermeneutiek. Dat is, als het gaat om oude of middeleeuwse geschiedenis, alweer twee eeuwen de inzet van historisch-kritisch onderzoek en de enige manier om de consequenties van de twee eerder genoemde standpunten te vermijden.

Criteria

De huidige discussie over de historische Jezus benut enkele goed-gedefinieerde criteria. Zo is er het criterium van de gêne: dat Jezus is gekruisigd, dat hij werd gevolgd door vrouwen zonder chaperonne en dat hij, de zoon van God toch, een doopsel aanvaardde tot vergeving van zonden – dat alles is te gênant om te zijn verzonnen. Er is het criterium van het Aramees: uitspraken die niet terugvertaald kunnen worden naar die taal, kunnen niet authentiek zijn. Er is het criterium van de meervoudige attestatie: wat in diverse onafhankelijke bronnen is gedocumenteerd, zoals het echtscheidingsverbod, is plausibeler dan wat één keer is gedocumenteerd, zoals de ster van Betlehem.

Zo is er een tiental criteria. In combinatie leiden ze tot een beeld van een rondtrekkende charismaticus die het einde der tijden verkondigde, mensen genas, de omverwerping van de bestaande machten aankondigde en door die bestaande machten uit de weg werd geruimd. Niets implausibels.

Scepsis

Goede boeken voor het brede publiek zijn er niet; de enige Nederlandse hoogleraar die zich er de laatste tijd aan heeft gewaagd, is door de ter zake kundigen weggehoond. De beste informatie ligt, de wetenschap zijnde de wetenschap, achter de academische betaalmuren. Tegelijk maken digitaliseringsprojecten allerlei negentiende-eeuwse boeken wél toegankelijk. Het is een schoolvoorbeeld van het mechanisme bad information drives out good: doordat verouderde inzichten toegankelijk zijn en correcte niet, boekt de misinformatie terreinwinst. Zo keert momenteel het negentiende-eeuwse Jezusmythicisme terug.

Aan de constatering dat de evangeliën onmogelijkheden bevatten, verbonden de Jezusmythicisten de conclusie dat die teksten onbetrouwbaar waren en Jezus nooit heeft bestaan. (Dit is dus de tweede van de hierboven genoemde manieren om met antieke bronnen om te gaan.) Om te verklaren hoe het christendom zonder Jezus kon zijn ontstaan, verwezen de Jezusmythicisten vaak naar antieke mythen, zoals de wederopstanding van Adonis en Osiris. Deze ideeën waren destijds populair bij antisemitische denkers als Bruno Bauer.

In de negentiende eeuw is al geconstateerd dat deze scepsis eenzijdig was. Zeker, je mag voor de historiciteit van Jezus méér bewijs eisen dan historici aandragen kunnen, maar dan moet je diezelfde eis stellen aan bijvoorbeeld de Osirismythe, die vooral bekend is uit één tekst, niet eens Egyptisch.

Het Jezusmythicisme nu

Sinds de ontdekking van de Dode Zee-rollen kunnen we er bovendien op wijzen dat Jezus’ halachische opvattingen passen in het toenmalige jodendom als een hand in een handschoen. Verder weten we uit de henochitische literatuur dat een van de Jezusmythicistische kritiekpunten, dat het jodendom geen ruimte had voor een tweede goddelijk persoon, onjuist is. Kortom, de gangbare wetenschappelijke theorieën kunnen méér verklaren dan het Jezusmythicisme.

Jezus als joodse wijze, discussiërend over halachische kwesties: afbeelding op een Romeinse sarcofaag uit de Sint-Pieter, nu in het Louvre in Parijs

Onderzoekers als Maurice Casey hebben weerleggingen van het Jezusmythicisme gepubliceerd, maar zulke boeken zijn vaak vooral preken voor de eigen academische parochie. De auteurs zijn onvoldoende vertrouwd met wat bekend is over professionele wetenschapscommunicatie.

De terugkeer van het Jezusmythicisme hangt dus enerzijds samen met het feit dat wetenschappelijke literatuur achter betaalmuren ligt terwijl verouderde informatie overal verkrijgbaar is en anderzijds met het feit dat de universiteiten hun wettelijke taak verwaarlozen hun inzichten professioneel te delen. De terugkeer van het Jezusmythicisme is symptomatisch voor een tekortschietend universitair bestel.

Jona Lendering is historicus, blogger, webmaster van Livius.org en bestuurslid van de VWN, de Vereniging voor wetenschapsjournalistiek en -communicatie Nederland. Over het vroege jodendom publiceerde hij Israël verdeeld.

Historici.nl
Het KNHG is de grootste organisatie van professionele historici in Nederland. Het biedt een platform aan de ruim 1100 leden en aan de historische gemeenschap als geheel. Word lid van het KNHG.
Historici.nl
Het Huygens Instituut beoogt de Nederlandse geschiedenis en cultuur inclusiever maken. Het ontsluit historische bronnen en literaire teksten en ontwikkelt innovatieve methoden, tools en duurzame digitale infrastructuur.