Historici.nl





Gepubliceerd op 01-05-2025

Tachtig jaar na de oorlog – vergeten en zwijgen

Dit jaar is het tachtig jaar geleden dat de Tweede Wereldoorlog eindigde. De maatschappelijke belangstelling voor die oorlog en de nasleep ervan is onverminderd groot, zoals wel bleek uit de maatschappelijke beroering die ontstond na de publicatie van de namenlijst van het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR). Recent verscheen ook een aantal historische (publieks)boeken over verzet en verraad tijdens de oorlog. In deze bijdrage wil ik vier daarvan in de schijnwerpers zetten.

Land in verzet

Begin maart 2025 verscheen, onder redactie van Paul van Tongeren en Mirjam Lange, Een land in verzet, dat als ondertitel heeft ‘hoe een miljoen mensen opstonden tegen de nazi’s’. Die ondertitel geeft weg wat dit boek beoogt, namelijk aantonen dat veel meer mensen op de een of andere manier verzet pleegden dan tot nu toe door historici aangenomen werd. Daarbij hanteren Lange en Van Tongeren een heel brede definitie van verzet, waardoor ze tot dat enorme getal komen. Tegelijkertijd is dit boek een pleidooi voor meer wetenschappelijk onderzoek naar de onderduik en vragen de auteurs aandacht voor onderbelichte groepen in het verzet, in het bijzonder van vrouwen, en joodse, Surinaamse en Indische Nederlanders. Met behulp van biografische schetsen (waarvan overigens slechts een derde over vrouwen gaat) geven zij dertig relatief onbekende verzetsmensen een gezicht en een stem. De meerwaarde van dit boek is dat het aanzet tot nadenken over de definitie van verzet en wie de actoren in dat verzet waren.

Verzetsvrouwen

In april verscheen Verzetsvrouwen. Een onderbelichte geschiedenis van de hand van publiekshistorici Agnes Cremers en Mark Bergsma. In hun boek portretteren zij tien vrouwen die een rol in het verzet hadden en onderzochten zij hoe het hen verging na de oorlog. Cremers en Bergsma hebben meerdere doelen met dit boek. Zij willen het aandeel van vrouwen in de illegaliteit zichtbaar maken en tonen hoe divers dat verzet was. Daarmee sluit hun boek aan bij dat van Van Tongeren en Lange. Tegelijkertijd willen zij de historici eren die vanaf de jaren tachtig van de vorige eeuw – tegen het toenmalige en nog steeds dominante historische narratief in – aandacht hadden voor het verzet door vrouwen. Zij tonen overtuigend aan dat het vaak gehanteerde argument dat verzetsvrouwen door hun eigen zwijgen na de oorlog in de vergetelheid raakten maar ten dele opgaat. Dat argument zegt waarschijnlijk meer iets over de tijd waarin het ter berde gebracht werd dan over de verzetsvrouwen in kwestie.

Verraad en collaboratie

Een boek dat ook zwijgen als uitgangspunt heeft maar dat van een heel andere orde is, is Verraad in de Jordaan dat eind 2024 gepubliceerd werd. Daarin vertelt Stephanie Biesheuvel het tot dan toe verzwegen verhaal van haar overgrootouders en hun twaalf kinderen. Elf van de veertien gezinsleden, evenals hun echtgenoten, waren lid van de NSB. De mannen werden vaak actief voor de politie of in de Waffen-SS. De kracht van dit boek zit in de eerlijkheid waarmee Biesheuvel haar familiegeschiedenis optekent. Zij verbloemt niet en draagt geen verzachtende omstandigheden aan, maar beschrijft wat zij vond tijdens haar onderzoek. Hoe pijnlijk dat ook was.

Biesheuvel beoogt met dit boek te breken met de ‘giftige familietraditie’ van het zwijgen. Dat zwijgen, zoals ook blijkt uit het onderzoek van het KNHG voor de CABR-handreiking, was een van de strategieën die voormalige NSB-ers hanteerden in het naoorlogse Nederland. Die strategie kwam wel met een prijs die zelfs vier generaties later nog betaald wordt, zoals blijkt uit Biesheuvels woorden. Door haar familieverhaal in de openbaarheid te brengen, is dit boek meer dan ‘slechts’ een familiegeschiedenis. Het draagt bij aan het doorbreken van het nog steeds heersende taboe als het gaat om collaborerende Nederlanders.

Vergeten en verzwijgen

Een al iets ouder boek dat in deze context van vergeten en zwijgen ook een schijnwerper verdient, is het boek over Kamp Erika in de bossen bij Ommen. De auteur, Hester den Boer, diept in dit boek de familieverhalen over de oorlogservaringen van haar opa uit. Al doende zet zij zo een relatief onbekend Nederlands gevangenenkamp op de kaart. Den Boer vraagt zich af waarom wij heden ten dage Kamp Erika niet op het netvlies hebben als we praten over de Nederlandse concentratie- en gevangenkampen. Een deel van de verklaring ligt in de gevangenen die daar vast werden gehouden. Dat waren voornamelijk (veroordeelde) criminelen en geen politieke gevangenen of weggevoerde joodse Nederlanders. Mogelijk speelt ook het extreme geweld tegen de gevangenen, begaan door Nederlandse bewakers, een rol. Een derde verklaring is dat de uitbater van het terrein, dat sinds 1948 een camping is, geen ruchtbaarheid wenste en wenst te geven aan deze brute geschiedenis. Geweld is immers geen goede reclame voor een onbezorgde vakantie. Door de weerstand te beschrijven die Den Boer ondervond in haar zoektocht naar antwoorden op haar vragen, is ook dit boek meer dan een familiegeschiedenis. Het zegt ook iets over het naoorlogse Nederland en daarmee ook over ons.

Collectieve herinnering

Hoe verschillend deze vier boeken ook zijn, de auteurs maken met succes gebruik van de biografische invalshoek om het zwijgen te doorbreken en het vergeten ongedaan te maken. Deze persoonlijke verhalen verrijken het grotere historische verhaal en daarmee onze collectieve herinnering. Bovendien krijgen onderbelichte actoren een stem en een gezicht. Een andere rode draad is dat deze boeken onze collectieve herinnering over de oorlog niet slechts willen aanvullen, maar willen corrigeren. Daarmee zeggen deze boeken net zoveel over het verleden als over het heden.

 

Meer lezen, horen of zien?

Stephanie Biesheuvel heeft een podcast gemaakt over haar zoektocht.

Lex Runderkamp maakte een documentairereeks De oorlog die nooit ophoudt en volgde in aflevering 2 Stephanie Biesheuvel.

Hester den Boer heeft na haar boek een groter project gemaakt over Kamp Erika.

Bekijk ook de aflevering van Andere Tijden over Kamp Erika.

Avatar foto
Antia Wiersma is naast directeur van KNHG, ook biograaf van dr. W.H. Posthumus-van der Goot. Momenteel doet zij onderzoek naar het leven en werk van deze feministe, wetenschapper en oprichtster van het IAV.
Alle artikelen van Antia Wiersma
Historici.nl
Het KNHG is de grootste organisatie van professionele historici in Nederland. Het biedt een platform aan de ruim 1100 leden en aan de historische gemeenschap als geheel. Word lid van het KNHG.
Historici.nl
Het Huygens Instituut beoogt de Nederlandse geschiedenis en cultuur inclusiever maken. Het ontsluit historische bronnen en literaire teksten en ontwikkelt innovatieve methoden, tools en duurzame digitale infrastructuur.