Historici.nl





Gepubliceerd op 21-11-2019

100 jaar radio – van dear old friend tot sonic art

I’d sit alone and watch your light
My only friend through teenage nights
And everything I had to know
I heard it on my radio

Dit eerste couplet uit de popsong Radio Gaga van Queen is misschien wel de bekendste ode aan het medium radio. Freddy Mercury zong deze woorden in 1984. Ik moest hieraan denken toen ik begin november het internationale radiocongres in Beeld & Geluid bijwoonde. Aanleiding voor dit congres was de viering van 100 jaar radio. Twee dagen lang bogen ongeveer vijftig wetenschappers uit binnen- en buitenland zich over de betekenis van radio in al zijn facetten. Ook werd stilgestaan bij de toekomst van het medium.

Historische lijstjes

Media historicus Huub Wijfjes trapte het congres af met de vraag of het een wedstrijd is wie en welk land eerste was met een radio-uitzending. Deze medialogica om te focussen op helden, sterren, beroemdheden en ‘eersten’, noemde hij historisch wetenschappelijk verblindend. Door de ‘list-culture’ verlies je als wetenschapper structuren en patronen uit het oog. Wijfjes pleitte in zijn inleidende lezing juist voor de reconstructie van technologische, sociale en culturele netwerken die resulteren in communicatievormen zoals radio. Ook hij waarschuwde voor technologische determinisme. De geschiedenis leert ons immers dat niet altijd de beste technologie ‘wint’. Hij stelde dat technologie alleen succesvol is wanneer het ‘sociaal’ wordt en culturele waarden gaat reflecteren, met andere woorden wanneer het onzichtbaar en alledaags wordt.

Vluchtig medium

Radio is per definitie vluchtig. Eenmaal uitgezonden is het verdwenen. Dus, zo vroeg Paul Rixon zich af, als je ‘radio’ bestudeert: wat bestudeer je dan? Gelukkig heeft radio veel sporen na gelaten zoals radiobodes en uitzendlijsten in kranten en tijdschriften. Door de ‘intermediality’ tussen media te bestuderen krijg je inzicht in de culturele dimensie van, in dit geval, radio. Alec Badenoch richt zijn onderzoek op het transnationale netwerk van radiovrouwen in de jaren vijftig van de vorige eeuw. Uit zijn onderzoek komt duidelijk de genderdimensie van radio naar voren. Radiovrouwen wereldwijd werden niet als ‘professionals’ gezien. Het feit  ze als vrouw programma’s voor vrouwen maakten, versterkte dit en de waardering van hun programma’s door de omroepbazen was laag. Toch konden zij hun professionele identiteit vormgeven door zich internationaal te verenigen.

Muziek

Natuurlijk kan op een congres over radio het onderwerp muziek niet ontbreken. Niet in de laatste plaats omdat de eerste uitzending op 6 november 1919 een uitzending met muziek was. In de beginjaren van het radiotijdperk heerste bij de omroepen het idee dat het publiek opgevoed kon worden. Uitzendingen, van bijvoorbeeld de Matthäus-Passion, gingen vergezeld van instructies in radiobodes die volgens Philomeen Lelieveldt samen te vatten zijn met ‘zitten en luisteren’. Opvallend is de invloed van verzuiling op de muzikale diversiteit op de radio. Ian Giocondo keek aan de hand van het concept van de cultureel omnivoor naar het verdwijnen van de grenzen tussen hoge en lage kunst. Zijn onderzoek richt zich op hedendaagse eclectische muziekzenders die internationaal georiënteerde, progressieve jongeren als doelgroep hebben. Iets wat overigens een typisch Westers verschijnsel is.

Koloniën

Een onderwerp dat in slechts één deelsessie aan bod kwam, was de relatie tussen radio en kolonialisme. Niek Pas zocht voor zijn presentatie over de wielerronde Tour d’Algerie naar literatuur over sport, radio en ‘empire’ maar kon niets vinden. Zijn these was dat sport en sportverslaggeving een instrument in de rekolonisatie van Algerije na de Tweede Wereldoorlog vormde. Door deze wielerronde, die een kopie van de Tour de France was, deed de Franse koloniale heerser aan ’community building’ met als doel de band van de kolonie met het moederland te versterken. Op de vraag van het publiek hoe dat bijvoorbeeld in naoorlogse Nederlands-Indië was, bleef het antwoord uit. Met andere woorden: hier ligt nog een compleet onderzoeksterrein braak.

Toekomst van radio

De vraag hoe de komende 100 jaar van radio eruit zal komen te zien, kon natuurlijk niet uitblijven. Hoewel niemand over een glazen bol beschikt, waren alle sprekers overtuigd dat radio toekomst heeft. Ook al verandert de vorm van radioluisteren: van gezellig met het gezin om het ene apparaat in huis, naar op een zelfgekozen moment podcasts beluisteren of het creëren van sonic art (een begrip dat eigenlijk niet in het Nederlands te vertalen valt). Kate Lacey liet in haar lezing de chronologie van radio zien en concludeerde dat we ons in de ‘post-audience phase’ bevinden waarin de grenzen tussen producent en luisteraar verdwijnen. Ook al liggen de gouden jaren van radio achter ons en domineren momenteel visuele media, radio zal niet verdwijnen. Dat is iets wat Queen in 1984 ook al wist toen Mercury zong:

Let’s hope you never leave old friend
Like all good things on you we depend
So stick around ‘cause we might miss you
When we grow tired of all this visual

Avatar foto
Antia Wiersma is naast directeur van KNHG, ook biograaf van dr. W.H. Posthumus-van der Goot. Momenteel doet zij onderzoek naar het leven en werk van deze feministe, wetenschapper en oprichtster van het IAV.
Alle artikelen van Antia Wiersma
Historici.nl
Het KNHG is de grootste organisatie van professionele historici in Nederland. Het biedt een platform aan de ruim 1100 leden en aan de historische gemeenschap als geheel. Word lid van het KNHG.
Historici.nl
Het Huygens Instituut beoogt de Nederlandse geschiedenis en cultuur inclusiever maken. Het ontsluit historische bronnen en literaire teksten en ontwikkelt innovatieve methoden, tools en duurzame digitale infrastructuur.