Tussen waarheid en verbeelding: de geschiedenis van illustratie als nepnieuws
Enkele uren na de Russische invasie van Oekraïne in februari 2022 werden op nieuwskanalen talloze misleidende foto’s en video’s gedeeld. Zo circuleerden er wereldwijd beelden van de “Geest van Kiev” – een mythische Oekraïense gevechtspiloot – die Russische vliegtuigen zou neerhalen. Deze beelden bleken afkomstig uit een videospel, zo berichtte The New York Times, maar werden massaal gedeeld op platforms als TikTok en Instagram.
Beeldmisleiding is echter geen eigentijdse ontwikkeling, zoals vaak wordt gedacht, maar heeft diepe historische wortels. Misleidende beeldpraktijken en nepnieuws maken al eeuwenlang integraal deel uit van de media- en communicatiewereld. In een tijdperk waarin foto’s en video’s het nieuws domineren is inzicht in deze historische continuïteit essentieel.
Historische wortels
Tot halverwege de negentiende eeuw waren kranten in Europa vooral tekstueel en bevatten zelden afbeeldingen. Dit veranderde na de oprichting van de Engelse Illustrated London News (1842), het eerste weekblad waarin illustraties de hoofdrol speelden. Oprichter Herbert Ingram erkende dat beeldmateriaal een krachtig middel was om lezers te trekken en de verkoop te stimuleren. Dankzij technieken zoals lithografie, houtsnede en cliché-druk konden illustraties bovendien op grote schaal worden gereproduceerd, waardoor het commerciële potentieel volledig werd benut. Andere Europese landen volgden snel met soortgelijke publicaties, zoals de Illustrierte Zeitung (Duitsland) en L’Illustration (Frankrijk) in 1843. Deze tijdschriften presenteerden hun visuele inhoud vaak als authentiek werk van special artists die ter plekke verslag deden. Veel illustraties waren echter bewerkte versies van afbeeldingen uit andere tijdschriften, bestaande schilderijen, ansichtkaarten of foto’s, die internationaal werden aangepast aan nationale en politieke contexten. Zo was visuele manipulatie ook in de negentiende eeuw al wijdverbreid in de journalistiek.
Beeldstrategie in de Katholieke Illustratie
Ook in Nederland maakt visuele manipulatie deel uit van een bredere mediageschiedenis. Een sprekend voorbeeld hiervan is de herpublicatie van een oorspronkelijk Engelse afbeelding in de Katholieke Illustratie in 1874. Dit invloedrijke familieblad, opgericht in 1867, diende niet alleen als nieuwsmedium, maar ook als middel tot identiteitsvorming en het versterken van het gemeenschapsgevoel binnen de katholieke zuil. Door beeld en tekst te combineren droeg het blad bij aan sociale cohesie onder katholieke bevolkingsgroepen.
De illustratie in kwestie, ‘De Oogst van Zeewier’, oorspronkelijk verschenen in de Illustrated London News, toonde zeewierverzamelaars aan de kusten van de Kanaaleilanden en Bretagne. In de negentiende eeuw was zeewierverzameling voor veel kustbewoners bittere noodzaak: een manier om te overleven in tijden van armoede, voedseltekorten en economische marginalisatie. Daarmee droeg het beeld niet alleen een etnografisch, maar ook een sociaaleconomisch en moreel gewicht.
Gedurende de circulatie via Europese en Amerikaanse tijdschriften verloor de afbeelding echter geleidelijk haar oorspronkelijke context. Harper’s Weekly presenteerde het tafereel een maand later als een algemeen Frans plattelandsbeeld, terwijl L’Univers Illustré de scène een jaar later verplaatste naar Normandië. De Katholieke Illustratie gaf een eigen, ideologisch gekleurde interpretatie: binnen het kader van katholieke solidariteit en verheffing van de arbeidersklasse werd het beeld ingezet om een moreel voorbeeld te stellen. In tegenstelling tot andere bladen, die deze kustbewoners als onwetend of primitief afschilderden, benadrukte dit tijdschrift juist hun plichtsgetrouwheid en waardigheid – “brave en eerlijke werklieden” die ondanks hun zware arbeid slechts karig beloond werden.
Hoewel dergelijke hercontextualisaties vaak voortkwamen uit morele of educatieve motieven, roepen ze ook vragen op over journalistieke integriteit. Door context en bijschriften te veranderen kan de interpretatie van een afbeelding ingrijpend veranderen en een nieuwe ideologische of morele lading krijgen. Dit ondermijnt de ontwikkeling van kritisch nieuwsconsumentengedrag en laat zien hoe dun de grens is tussen visuele educatie en instrumentalisering – zeker wanneer het lijden van sociaal gemarginaliseerde groepen als moreel argument wordt ingezet.
Visuele representatie, ethiek en de grenzen van journalistiek
Het inzetten van visuele middelen ter ondersteuning van politieke of morele standpunten, zoals eerder zichtbaar was in de Katholieke Illustratie, is ook in hedendaagse conflicten prominent aanwezig – onder meer in de beeldvorming rond Gaza. Verschillende betrokken partijen zetten beeldmateriaal doelgericht in om hun narratief te versterken, emotionele betrokkenheid op te roepen en publieke opinie te beïnvloeden. Dit strategische gebruik van beelden functioneert binnen bredere kaders van politieke overtuiging, morele positionering en mediamacht.
Toch roept deze praktijk fundamentele vragen op over de betrouwbaarheid, selectiviteit en impact van visuele representaties. Zij benadrukt de noodzaak van een kritisch en genuanceerd analytisch perspectief op de rol van beelden in het vormen van publieke perceptie. Historisch gezien laat dit de aanhoudende spanning zien tussen ethische intenties – zoals morele rechtvaardiging of sociale mobilisatie – en de eisen van journalistieke integriteit. Juist binnen complexe en gepolariseerde contexten is een zorgvuldige, reflectieve omgang met beeldmateriaal onmisbaar om misleiding, simplificatie of instrumentalisering van empathie te voorkomen.